Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gulliver's reizen (1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gulliver's reizen
Afbeelding van Gulliver's reizenToon afbeelding van titelpagina van Gulliver's reizen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.36 MB)

Scans (20.93 MB)

ebook (8.20 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Vertaler

C.J. Kieviet



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Brits-Engels / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gulliver's reizen

(1907)–Jonathan Swift–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoofdstuk IV.
Gulliver laat een vaste legerplaats inrichten, en doet nieuwe ontdekkingen.

Dadelijk na de aankomst in Groenendal werd begonnen met het bouwen van hutten aan den oever van de Bronbeek. Er was overvloed van wild, water, visch en vogeleieren, zoodat men zich geen betere plaats voor een legerkamp denken kon. De grond was uitstekend, en bij iedere hut werd een kleine moestuin aangelegd. Het geheele kampement werd omringd door een wal met een gracht; op den wal werden de kanonnen opgesteld.

Zoo verging eenige tijd met het in orde brengen van het kamp.

Een der matrozen ging op jacht in het bosch en had het geluk zooveel wild te schieten, dat hij het niet alles tegelijk naar huis kon dragen. Hij hing daarom eenige wilde vogels in een boom, om ze den anderen dag te halen. Maar toen hij daags daarop in het bosch kwam, zag hij een grooten tijger, die bezig was een der geschoten vogels op te eten.

De verrassing en de schrik van den man waren onbeschrijflijk;

[pagina 160]
[p. 160]

hij wist aanvankelijk niet wat hij doen zou: wegloopen of zich verbergen.

Maar daar de tijger hem nog in het geheel niet scheen gezien te hebben, besloot hij zich achter een boom te verbergen; van daar uit schoot hij op het roofdier.

Dit stiet een ijselijk gehuil uit, viel toen als een gevelden boom op den grond, sloeg nog een paar malen, en bleef dood liggen.

Langen tijd duurde het, voordat de matroos zich in de nabijheid

illustratie

van zijn buit waagde; maar eindelijk vatte hij moed, ging er heen en vond den tijger dood aan zijn voeten liggen. De kogel was hem door het hart gegaan. Gerustgesteld herademde de matroos, stroopte het dier het prachtige vel af, en bracht den buit zegevierend in het legerkamp.

Maar ondanks de blijdschap kwam toch de geheime vrees op, dat er nog meer wilde dieren in de nabijheid konden zijn; een tijger is zelden alleen, en waar er een is kunnen er meer zijn.

Doch bij alle onderzoekingen werden geen andere roofdieren gezien.

[pagina 161]
[p. 161]

En van Batavia, waar de afgezonden barkas, zoo er op zee geen ongelukken waren gebeurd, nu wel moest zijn aangekomen, kwam geenerlei bericht.

Gulliver liet nu een grooten boom afzagen, den stam in de nabijheid van de zee opstellen, en daaraan een groot stuk zeildoek bevestigen, om de aandacht te trekken van mogelijk voorbijvarende schepen. Des nachts liet hij aan de kust reusachtige vuren onderhouden, met hetzelfde doel. Maar na zes weken was er nog geen enkel teeken van leven gezien.

Zoo verdween steeds meer de hoop op redding.

Er was nog iets, dat Gulliver's bezorgdheid opwekte: het wild werd steeds zeldzamer. Nauwelijks het vierde gedeelte werd geschoten van hetgeen in de eerste dagen gevonden was. Hij gaf daarom last, dat slechts driemaal in de week wild gegeten mocht worden, en dat op de overige dagen visch, die nog steeds in groote hoeveelheid gevangen werd, zou worden gereed gemaakt.

Maar ondanks dezen voorzorgsmaatregel werd de opbrengst der jacht steeds geringer, zoodat de vrees ontstond, dat het vleesch weldra geheel zou verdwijnen van de maaltijden.

Daarom zond Gulliver de boot, onder bevel van stuurman Morrice, naar het zuiden, om te onderzoeken of daar nog wild gevonden werd. Na drie dagen kwam de boot terug, beladen met wild; daaronder waren ook wilde zwijnen, van een bijzonder goeden smaak. Door deze gelukkige jacht was de moed der schipbreukelingen weder wat aangewakkerd, te meer daar de stuurman verhaalde, dat hij ten zuiden van hun eiland een eilandje gevonden had van ongeveer vijf mijlen in omtrek, waar het wemelde van wild. Hij vermoedde, dat in zuidwestelijke richting een groote rivier gelegen was, en verzocht een reis daarheen te mogen maken. Gulliver ging daar gaarne op in, omdat hij een nauwkeurige kennis van het land, waar hij zich bevond, beslist noodzakelijk achtte.

Zoo zeilde dan de stuurman met twaalf vrijwilligers, voor

[pagina 162]
[p. 162]

acht dagen van levensmiddelen voorzien, in zuidwestelijke richting, begeleid door de zegenwenschen der achterblijvenden.

Toen de acht dagen voorbij waren, zonder dat zij teruggekeerd waren, begon Gulliver te vreezen, dat hun een ongeluk zou overkomen zijn. Hij durfde geen tweede boot uit te zenden, omdat hij van alle booten beroofd zou zijn, als ook deze verloren ging. In groote ongerustheid bleef Gulliver wachten.

Eindelijk, op den twaalfden dag na het vertrek, ontdekte Gulliver door zijn kijker drie vaartuigen, waarvan er een de boot van den stuurman scheen te zijn. Wat beduidden de beide anderen? Moest men hopen of vreezen?

Kort daarna ontdekte hij nog tien andere vaartuigen, en meende nu zeker, dat het vijanden waren, die naderden. Dadelijk gaf hij aan alle man bevel de wapens op te nemen, liet de kanonnen laden en de poorten sluiten, om op elken aanval voorbereid te zijn. Bij het naderkomen bleven echter alle booten achter, met uitzondering van de sloep van stuurman Morrice, en toen deze zoo dicht genaderd was, dat hij zich verstaanbaar kon maken, riep hij, dat men hem de kleine boot moest sturen, om aan land te kunnen komen. Dit geschiedde, en Morrice kwam met een zijner mannen in de boot, vergezeld door iemand in het zwart gekleed, dien Gulliver niet kende; om hem te begroeten, begaf Gulliver zich dadelijk naar het strand. Stuurman Morrice verhaalde, na aan land te zijn gekomen, dat zijn begeleider de afgezant was van den gouverneur eener ongeveer twintig mijlen meer zuidelijk gelegen stad, door wien hij op hartelijke wijze was ontvangen.

Bij dit bericht wendde Gulliver zich tot den afgezant, die hem in goed Fransch begroette, nadat hij door stuurman Morrice aan den gezant was voorgesteld als de commandant der schipbreukelingen. De beide mannen drukten elkaar de hand en de gezant verzocht Gulliver hem de legerplaats te laten zien. Gaarne stond Gulliver dit toe. De gezant bekeek de hutten, de verdedigingswerken en de kanonnen en scheen over alles zeer tevreden.

[pagina 163]
[p. 163]

Hij verhaalde verder, dat de stuurman hem de geschiedenis van hun ongeluk reeds had medegedeeld, en dat hij gekomen was om zich van de waarheid te overtuigen. Hij zou nu naar een zijner schepen terugkeeren, tenzij Gulliver wilde toestaan, dat zij aan land kwamen. Gulliver noodigde den gezant dadelijk uit, met zijn menschen in de legerplaats te komen, om er wat uit te rusten, wat de vreemdeling gaarne aannam.

Terwijl hij naar zijn schepen voer, om de daarvoor noodige bevelen te geven, liet Gulliver zich door stuurman Morrice snel inlichten, over hetgeen deze beleefd had.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken