Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Langzaam, zo snel als zij konden (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Langzaam, zo snel als zij konden
Afbeelding van Langzaam, zo snel als zij kondenToon afbeelding van titelpagina van Langzaam, zo snel als zij konden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.53 MB)

ebook (3.94 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Illustrator

Mance Post



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Langzaam, zo snel als zij konden

(1990)–Toon Tellegen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 18]
[p. 18]

[VI]

In een hoek van het bos onder de wilgeroos in een klein huisje van kiezelstenen en zwarte aarde bewaakte de tor geheimen.

De deur van het huisje zat altijd op slot en de ramen waren dichtgespijkerd. De geheimen lagen op lange planken. De tor had ze zorgvuldig onderverdeeld en apart gelegd. Op de bovenste plank lagen de valse geheimen. De tor liet ze daar met rust. Maar, zei hij dikwijls tegen zichzelf, het zijn niet de minste geheimen. De minste geheimen had hij al lang de deur uit gegooid, op een gure ochtend. De wind had ze her en der laten neerdwarrelen. Ach, dacht de tor, wie weet heeft iemand er nog wat aan.

Op de tweede plank lagen de onoplosbare geheimen. Vaak stond de tor langs de enorme verzameling geheimen op die plank te kijken en elke dag werden er nieuwe onoplosbare geheimen bezorgd. Spoedig, dacht de tor, heb ik geen plaats meer voor ze. En wat dan? Hij brak zijn hoofd over die vraag, maar wist het antwoord niet.



illustratie

[pagina 19]
[p. 19]

Op de onderste plank lagen de geheimen die weldra ontrafeld zouden worden. De tor kon het niet laten telkens even met zijn vinger in die geheimen te porren. Wie, zei hij dan, glimmend van ongeduld, wie van jullie zal de eerste zijn?

Hij kon dat nooit raden. Maar plotseling, midden op een ochtend of ook wel 's nachts, als het woei en het huisje kraakte, dan hoorde hij een doffe knal en raakte een geheim ontrafeld. De tor sprong er dan op af, ook al moest hij uit het diepst van zijn slaap te voorschijn komen, en bekeek de oplossing die daar dan opeens zichtbaar was. Ach ja, zei hij dan, ik had het kunnen weten.

Die woorden had hij geleerd van de hagedis die vóór hem de geheimen had bewaakt en af en toe nog wel eens langskwam.

‘In mijn tijd,’ vertelde de hagedis op een keer, ‘had je nog hele grote geheimen.’

‘O ja?’ vroeg de tor. ‘Wat is daarmee gebeurd?’

‘Ik heb ze weggedaan,’ zei de hagedis. ‘Ze waren veel te groot. Ze pasten nergens in. Eén zo'n geheim en dan was meteen een hele plank vol.’

‘Dat zou ik nooit hebben gedaan,’ zei de tor.

‘Wees maar blij,’ zei de hagedis. ‘Bovendien,’ voegde hij daar fluisterend aan toe, ‘waren het geen leuke geheimen!’

Maar de tor vond het zonde dat er geen grote geheimen meer waren en zei tegen de hagedis dat hij voortaan nergens meer tijd voor had, ook niet voor bezoek.

Zo zorgde de tor voor de geheimen. 's Ochtends stofte hij ze af, 's middags onderzocht hij nieuwe geheimen die van overal vandaan bezorgd werden en legde ze op de goede planken. En 's avonds waste hij zijn handen lang en zorgvuldig.

Hij deed zijn werk met plezier. Als iemand hem had aangeboden de waarheid te bewaken dan had hij daarvoor bedankt. Het enige wat ik ooit nog wel eens zou willen doen is niets, dacht hij.

De grootste zorg van de tor was dat hij vroeg of laat ruimte te kort zou komen of het werk niet meer alleen aan zou kunnen. Of dat hij nieuwsgierig zou worden, echt nieuwsgierig, met pijn en koorts. Dat zou verschrikkelijk zijn. Als hij daaraan dacht schudde hij zijn hoofd en was hij blij dat hij niet in de toekomst kon kijken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken