Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Langzaam, zo snel als zij konden (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Langzaam, zo snel als zij konden
Afbeelding van Langzaam, zo snel als zij kondenToon afbeelding van titelpagina van Langzaam, zo snel als zij konden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.53 MB)

ebook (3.94 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Illustrator

Mance Post



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Langzaam, zo snel als zij konden

(1990)–Toon Tellegen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 35]
[p. 35]

[XV]

‘Zullen we ergens heen gaan?’ vroeg de zwaluw, terwijl hij voor de eekhoorn en de mier landde.

De eekhoorn en de mier waren al lang nergens meer heen geweest en vonden het een goed idee.

‘Ja,’ zeiden zij.

‘Stap dan maar op.’

Zij stapten op de rug van de zwaluw. De mier zat vooraan, de eekhoorn achteraan. Er was niet veel ruimte en het kostte de zwaluw grote moeite de lucht in te komen.

‘Zijn we te zwaar?’ vroeg de mier.

‘Niet zo schommelen,’ zei de zwaluw.

Zij stegen op en al spoedig waren zij ver weg. Als zij naar beneden keken konden zij niets meer herkennen. De wind suisde langs hun oren en de zon was groot en dichterbij dan ooit.

De eekhoorn boog zich naar voren naar de mier en vroeg: ‘Waar gaan we heen?’

‘Dat weet ik niet,’ zei de mier.

‘Vraag het dan eens,’ zei de eekhoorn.

De mier boog zich naar voren en riep in het oor van de zwaluw: ‘Waar gaan we heen?’

‘Niet zo schreeuwen,’ zei de zwaluw.

De mier ging weer rechtop zitten. De eekhoorn tikte hem op zijn schouder.

‘Wat zei hij?’ vroeg hij.

‘Niet zo schreeuwen,’ zei de mier.

‘Schreeuwde je dan?’

De mier haalde zijn schouders op en zei: ‘Vraag het hem zelf maar.’

‘Dat is goed,’ zei de eekhoorn. Hij probeerde eerst langs de mier naar voren te klimmen, maar dat lukte niet. Toen klom hij over de mier heen.

Toen hij boven op het hoofd van de mier stond en even nadacht sloeg de zwaluw juist rechtsaf.

‘Kijk uit,’ riep de mier.

‘Wat is er nu weer?’ vroeg de zwaluw. Maar de eekhoorn had zijn evenwicht al verloren en viel.

‘Hij valt!’ riep de mier en schudde de zwaluw aan zijn nek.

‘Niet doen,’ zei de zwaluw.

[pagina 36]
[p. 36]

Met grote snelheid vloog hij door, de wolken in, steeds verder weg. Het duurde lang voordat hij ergens landde en zag dat de eekhoorn ontbrak.

De eekhoorn viel ondertussen naar beneden. Hij had geen tijd om ergens over na te denken, en met een harde klap kwam hij in het gras terecht, precies tussen de kraanvogel en zijn spiegel.

‘Ga eens opzij,’ zei de kraanvogel.

Maar de eekhoorn was te versuft om zich te verroeren.

‘Hé, ik kan niets zien, ga toch opzij,’ zei de kraanvogel opnieuw. ‘Ik moet zo naar een feest, zit mijn kroon goed?’

De kraanvogel begon aan de eekhoorn te sjorren, maar daardoor viel de kroon van zijn hoofd. De eekhoorn rolde opzij en kwam op de kroon terecht.

‘Nu lig je op mijn kroon!’ schetterde de kraanvogel.

De eekhoorn opende zijn ogen en zag het opgewonden kale hoofd van de kraanvogel, die aan de kroon stond te rukken. Maar het ding was totaal verkreukt en verfomfaaid, en toen de kraanvogel hem op zijn hoofd zette gleed hij er meteen weer af.

‘Je komt ook wel op een zeer ongelukkig moment uit de hemel vallen!’ riep hij tegen de eekhoorn.

In de verte klonk een schreeuw.

‘Het feest begint al!’ riep hij. ‘Wat moet ik nu? Moet ik me daar soms lopen te schamen? Door jou?’

‘Ukhrtsd,’ steunde de eekhoorn.

‘Dat slaat nergens op,’ zei de kraanvogel. ‘Ach, mijn kroon, mijn mooie kroon.’

Er klonk weer een schreeuw uit de verte, nu met moeite herkenbaar als: ‘Waar blijf je?’

‘Het is jóúw schuld,’ zei de kraanvogel. ‘Dat zal ik zeggen.’

Toen rende hij weg.

De eekhoorn bleef liggen. Uren later vonden de zwaluw en de mier hem daar. De eekhoorn was nog niet in staat iets verstaanbaars te zeggen.

‘Waar was je?’ vroeg de mier.

‘Wou je eigenlijk niet mee?’ vroeg de zwaluw. ‘Zeg het maar eerlijk.’

Even later vlogen zij weer verder. Maar zij vroegen niet meer waarheen. Zij wilde niets meer weten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken