Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Langzaam, zo snel als zij konden (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Langzaam, zo snel als zij konden
Afbeelding van Langzaam, zo snel als zij kondenToon afbeelding van titelpagina van Langzaam, zo snel als zij konden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.53 MB)

ebook (3.94 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Illustrator

Mance Post



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Langzaam, zo snel als zij konden

(1990)–Toon Tellegen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 37]
[p. 37]

[XVI]

Op een dag zwom de walrus met trage slagen langs de rivier de vijver in.

Het was windstil die dag, het water glinsterde in de zon en in het riet rustte de walrus uit. Hij stak zijn hoofd boven water, keek om zich heen en zag de kikker zitten.

‘Neemt u mij niet kwalijk,’ zei de walrus, ‘maar komt het u hier bekend voor?’

‘Ja zeker,’ zei de kikker.

‘Mij niet,’ zei de walrus en hij wrong wat water uit zijn snor.

De kikker keek hem met grote ogen aan.

‘Dat alles zegt mij niets,’ zei de walrus en wees met een breed gebaar om zich heen.

‘Dat is riet,’ zei de kikker, ‘en dat is kroos.’

‘En ik?’ zei de walrus en keek de kikker met een sombere blik aan.

‘Nee,’ zei de kikker. ‘Ik weet niet wie u zou kunnen zijn.’

‘De walrus,’ zei de walrus.

‘Ik ben de kikker,’ zei de kikker.

Geruime tijd wisten zij niet wat te zeggen. Toen schraapte de kikker zijn keel en vroeg: ‘Bent u op weg ergens heen?’

‘Nee,’ zei de walrus. ‘Ik zwom zo maar wat rond.’

‘O,’ zei de kikker.

‘Ik ben bang dat ik te veel één kant heb aangehouden.’

‘Zat u aan iets anders te denken?’ vroeg de kikker.

‘Misschien wel,’ zei de walrus.

‘Dat overkomt mij ook zo vaak,’ zei de kikker. ‘Dan ben ik rustig aan het kwaken en dan denk ik aan iets anders en dan kwaak ik opeens de raarste dingen.’

‘Ja,’ zuchtte de walrus.

‘Aan wat voor andere dingen denkt u zo in het algemeen?’ vroeg de kikker. ‘Ik meestal aan kroos of taart of vleugels.’

Bij het woord vleugels gleed er een schaduw over zijn gezicht en zweeg hij.

‘Nee,’ zei de walrus, ‘als ik aan iets anders denk denk ik aan niets of hooguit aan de woestijn.’

‘Aan de woestijn??’ vroeg de kikker.

‘Ja, bestaat die eigenlijk?’ vroeg de walrus. ‘Nu ik u toch ontmoet...’

[pagina 38]
[p. 38]


illustratie

[pagina 39]
[p. 39]

De kikker haalde zijn schouders op, en zo praatten zij nog urenlang door.

Toen de zon onderging nodigde de kikker de walrus uit om bij hem te blijven slapen.

‘Doet u nog iets aan geluid?’ vroeg de kikker toen zij die avond aan de soep zaten. ‘Ik bedoel kwaken of krijsen of zo iets?’

‘Ik geloof het niet,’ zei de walrus.

‘Ook niet piepen?’ vroeg de kikker. ‘Bijna iedereen piept wel.’

Maar de walrus schudde zijn hoofd.

‘Vindt u het dan goed als ik u iets voorkwaak, speciaal voor u?’ vroeg de kikker.

‘Nee nee, ja natuurlijk,’ zei de walrus, ‘gaat uw gang.’

De kikker kwaakte een lang verhaal.

Daarna gingen zij nog even naar buiten en zwommen zij zachtjes met elkaar pratend door de vijver. Het water was zwart en klotste tegen hun flanken.

‘Springt u wel eens?’ vroeg de kikker.

‘Nee,’ zei de walrus. ‘Ik geloof het niet.’

‘Wat doet u dan wel?’ vroeg de kikker.

‘Ik weet het niet,’ zei de walrus. ‘Ik weet het echt niet.’

Zij zwommen terug naar huis.

‘Bent u moe?’ vroeg de kikker toen zij weer in zijn ondergelopen kamer tussen de rietpluimen zaten.

‘Ja!’ zei de walrus. ‘Dat ben ik. Wat leuk dat u dat vraagt!’

Niet lang daarna sliepen zij, in het riet, onder de waterlelie, niet ver van de kant.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken