Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naar zeventien zetels en terug (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naar zeventien zetels en terug
Afbeelding van Naar zeventien zetels en terugToon afbeelding van titelpagina van Naar zeventien zetels en terug

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.41 MB)

XML (0.89 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/dagboek
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naar zeventien zetels en terug

(1983)–Jan Terlouw–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Politiek dagboek 9 maart 1981 - 5 november 1982


Vorige
[pagina 245]
[p. 245]

VIII Afscheid van de politiek
(10 september 1982-4 november 1982)

Vrijdag 10 september

Ik heb geweigerd fractievoorzitter te worden. Het zou me te veel moeite kosten in de formatie te doen wat de partij - naar ik moet aannemen - wil. JL neemt het zolang waar. Als er een nieuw kabinet is, wil hij ook niet meer. Van Kemenade is benoemd tot informateur. Als hij eerst een sociaal-economisch herstelplan gaat formuleren kan de formatie een poosje aanlopen. Zonde van de tijd. De PvdA komt toch niet aan de bak, en hoort dat ook niet te komen. Ze zijn nodig om welvaart eerlijk te verdelen, maar ze zullen nooit leren begrijpen dat economisch herstel alleen uit de marktsector kan komen. Morgenmiddag moet de vijfhoek de laatste hand leggen aan de miljoenennota. De cijfers moeten nodig naar de drukker.

Zondag 12 september

We zijn er gisteren vlot uitgekomen in de vijfhoek. Toen ik tegen de avond thuiskwam was het huis vol mensen: Alexandra's muziekcursus met Wolfram König. Ik heb vandaag, al stukken doende, met verwondering zitten kijken hoe hij lesgeeft, of vooral, hoe ademloos de andere cursisten het volgen wanneer hij één hunner lesgeeft. Ton Hartsuiker, de directeur van het conservatorium in Utrecht, was er ook bij en ook hij was onder de indruk. Misschien komt daar nog eens iets moois uit voort.

Alexandra heeft het Hollands Dagboek in de nrc van gisteren geschreven en oogst daarover terecht veel lof. Het ging maar heel zijdelings over de verkiezingen, grondlijn was de muziekcursus. Dat is in mijn ogen de ware emancipatie. Bij donderdag 9 september stond: zes zetels; goed voor een sextet van Brahms.

Woensdag 15 september

Er zijn nog een aantal belangrijke zaken af te doen voordat mijn

[pagina 246]
[p. 246]

ambtsopvolger er zit. rsv bijvoorbeeld. Ik heb in het vroege voorjaar duidelijke afspraken gemaakt met de raad van commissarissen over een voortgangsrapportage. Voor ik wegga wil ik dat die dingen ook echt geëffectueerd zijn.

Verder zijn er de Hoogovens. Voor 30 september moet, in het kader van de steuncodex, het herstructureringsplan naar Brussel. Daar gaat ruwweg een miljard van de Staat inzitten en dat vergt nog veel overleg met de Europese commissarissen Andriessen, Davignon en Ortoli, met Fons natuurlijk, met de raad van bestuur en de vakbonden, en met de vaste kamercommissie.

Deze maand moet ook het textielplan naar de Kamer. We hebben een kaderregeling ontworpen voor de textiel, en een vergelijkbare voor confectie. Daar zal nog menig hartig woordje over worden gesproken, want men zal het te weinig vinden. De middelen zijn evenwel beperkt en bovendien zou een ruimere regeling teveel bedrijven die in de kern ongezond zijn, nog een tijdje in leven houden. Dat is politiek misschien aantrekkelijk, maar uiteindelijk kortzichtig.

Vanavond hebben we afscheid genomen van de oude fractie. Het is rot voor de mensen die hun baan hebben opgezegd in de verwachting ten minste vier jaar in de politiek te kunnen werken. Niet alleen hebben ze zo gauw geen nieuwe werkkring, er wordt hen ook idealisme uit handen geslagen. Rot is het ook voor de medewerksters en medewerkers die we vorig jaar hebben aangetrokken voor de toen sterk vergrote fractie. Zij komen ook op de keien te staan. De bewindslieden zullen proberen of ze voor hen iets kunnen vinden op de departementen.

LJ hield een optimistisch getinte toespraak, vijf medewerkers zongen ‘tussen de schuifdeuren’ een aardig lied over de fractieleden, Aad Nuis had een fractiereglement op rijm gezet. Maar onder deze vrolijkheid was een grafstemming en ik heb daar aan het eind van de avond onverbloemd over gesproken. Laten we eerlijk zijn, het is allemaal afschuwelijk.

Vrijdag 17 september

Erwin en ik hebben ons niet laten beëdigen in de Tweede Kamer. Reden: de fractie is daar te klein voor geworden. Stel dat er drie bewindslieden in die fractie zitten, plus LJ die moet onderhandelen, dan zijn er nog twee leden over die het werk moeten doen. Be-

[pagina 247]
[p. 247]

windslieden kunnen niet deelnemen aan het kamerwerk, en als de formatie lang duurt sta je er van te kijken wat er allemaal toch nog behandeld wordt. De gewoonte dat bewindslieden de eerste drie maanden van een formatie hun ministerschap combineren met het kamerlidmaatschap heeft weinig bezwaren bij grote fracties, maar is volstrekt onbruikbaar bij kleine. De pers heeft daar geen begrip voor. Het ene hoofdartikel na het andere kuiert over de voor de hand liggende paden. Het enige echte argument tégen onze beslissing, nl. dat we formeel geen stem hebben in het beoordelen van de formatie, hoor je nauwelijks.

De pers trapt trouwens lelijk na, een beetje tot m'n verbazing. Ik bedoel: dat ze de moeite nog nemen.

Mijn reis naar Indonesië, gepland voor begin october, gaat niet door. Wat moeten ze daar met een politicus zonder politieke toekomst? Dries vroeg of hij de post van commissaris van de Koningin van Drenthe voor me zou bewaren tot het nieuwe kabinet er is. Ik heb nee gezegd.

Dinsdag 21 september

Prinsjesdag 1982. Het demissionaire interimkabinet heeft zijn begroting ingediend. Vrijwel alles was al bekend. Toch is de kritiek natuurlijk hevig. Helaas is hij in die zin niet opbouwend, dat niemand weet hoe het beter zou kunnen. De ene helft van Nederland verwijt ons dat we te veel ombuigen en daardoor werkgelegenheid om zeep helpen - wat waar is. Maar deze woordvoerders en scribenten weten niet te melden hoe je het op hol geslagen begrotingstekort beteugelt. De andere helft van Nederland roept verontwaardigd dat het begrotingstekort niet daalt en dat het kabinet dus niets doet voor herstel op langere termijn. Eigenlijk ook waar, zij het iets minder. Want we hebben althans een matigingsbeleid ingezet, en dat is voor het eerst sinds de oorlog.

Natuurlijk wordt er meer en meer over de dertiger jaren gesproken. De naam Colijn is niet van de lucht. Weinigen beseffen dat de effecten vergelijkbaar zijn met toen, maar dat de oorzaken aanmerkelijk verschillen. Welk kabinet er ook komt, ik denk niet dat de door ons opgestelde begroting in essentie gewijzigd zal worden. Er zijn geen oplossingen. In de komende jaren zullen er veel dingen gewoon gaan worden die op dit moment ondenkbaar lijken. De jeugdlonen bijv. zullen waarschijnlijk drastisch moeten dalen. Wat

[pagina 248]
[p. 248]

nu nog werk heet zal al gauw stage genoemd worden, als excuus om minder loon te hoeven betalen. Dit soort dingen kunnen alleen door de PvdA aanvaardbaar worden gemaakt. Als wij iets in die richting zeggen is het meteen rechts en Colijnsiaans.

Vandaag zien we weer eens een aardig staaltje daarvan in de Volkskrant. Den Uyl heeft gisteren bij de informateur niet uitgesloten dat zijn partij zal meewerken aan voorbereidende procedures die nodig zijn om plaatsing van kruisraketten eventueel mogelijk te maken. Dat is natuurlijk de gotspe van de eeuw, na de verkiezingscampagne die de PvdA heeft gevoerd. Maar goed, in de politiek schijnt alles toegestaan te zijn. Veel onthullender is de manier waarop de Volkskrant dit bericht brengt. Zeer positief getint, als een wijze opening naar het cda. Ik maak me sterk dat als wij zo iets hadden gedaan deze zelfde krant dit zelfs al in de wijze van berichtgeving honend had gebracht. Overigens is de PvdA zelf zuiverder op de graat dan de Vk, want in een persbericht wordt vandaag al weer gas teruggenomen.

Vanavond ben ik afgereisd naar Brussel, waar ik morgen moet spreken voor het Vlaams Economisch Verbond. Een allerhartelijkste ontvangst door voorzitter Lode Campo, zijn vrouw Rosette en de andere bestuursleden. Veel Nederlanders voelen zich boven de Vlamingen verheven, terwijl wij in menig opzicht lomperikken zijn in vergelijking met dit poëtische volk.

Donderdag 23 september

Vrijwel iedere week krijg ik een brief van Jan-Fokko Jansen van Tuikwerd uit Delfzijl, een landbouwkundig ingenieur, ex-landbouwattaché, ex-boer, en in zijn eigen recht filosoof, erudiet en Groninger. Hij heeft altijd iets interessants te melden en hij geeft dikwijls vrijmoedig commentaar op de wijze waarop ik mij heb gepresenteerd in de media. Vandaag stuurde hij me, nog mijmerend over onze verkiezingsnederlaag, een gedicht van Omar Khayam, wat ook mij al lang heel dierbaar is.

 
One moment in annihilation's waste,
 
One moment, of the well of life to taste -
 
The stars are setting and the caravan
 
starts for the dawn of nothing -
 
Oh, make haste!
[pagina 249]
[p. 249]

Het past ook goed bij mijn stemming, die is bepaald door de crematie van Joop van Ginkel vanmiddag, een partijgenoot van uit de begintijd, die altijd de moed had tegen de mode in te gaan en te zeggen en schrijven wat hij goed, waar en geargumenteerd achtte. Joop is zondag uit het raam van zijn huis gevallen toen hij de verf van een kozijn afkrabde. Wat moet dit Ankie en de twee jonge kinderen zinloos lijken. De plechtigheid was aangrijpend, gelukkig was er veel en oprecht verdriet. Maarten Engwirda heeft trefzeker, beheerst en persoonlijk, de gevoelens vertolkt van D'66 over deze waardevolle partijgenoot.

Intussen informeert Jos van Kemenade voort. Vanavond heb ik even een stuk ingezien dat hij aan Den Uyl, Lubbers en LJ heeft overhandigd. Ik was stomverbaasd. Hij wil het financieringstekort terugdringen, de collectieve lastendruk stabiliseren, de koopkracht zo goed mogelijk op peil houden, de overheidstarieven niet laten stijgen, de lasten voor het bedrijfsleven verlichten, alle koppelingsen trendmechanismen laten bestaan en nog zo het een en ander. Het kan hem toch niet zijn ontgaan dat ons dilemma is dat deze dingen niet allemaal tegelijk kunnen? Als bron van betaling wil hij o.a. extra aardgas verkopen. Zou hij niet weten dat je geen kubieke meter meer kwijt kunt, nadat de Galan én Halberstadt die truuk al hebben toegepast en ik vervolgens nog 8 mld m3 extra heb ingezet t.b.v. de elektriciteitstarieven? Wat mij betreft another moment in annihilation's waste.

Zondag 26 september

De telefoon gaat. Een heer zegt met sombere stem: ‘En Jan Terlouw zal doodgaan’. Hij verbreekt de verbinding. Er bestaan geen mededelingen met een hoger waarheidsgehalte. Interessant blijft de vraag wat iemand beweegt om zo'n memento mori uit te zenden.

Maandag 27 september

Vanmiddag om drie uur moest ik in Eindhoven het World Trade Centre of Electronics openen, en om halfvijf zat er in de Ridderzaal een gezelschap te wachten om mij Willem Tieleman (die weg gaat als dg Energie) de versierselen te zien opspelden die horen bij het ridderschap in de orde van de Nederlandse Leeuw. Dat laatste wilde ik beslist zelf doen, want er zijn berichten in de pers geweest die

[pagina 250]
[p. 250]

suggereerden dat Willem en ik het niet konden vinden samen. Inderdaad verschillen we over een aantal punten van opvatting, maar zeker de laatste tijd is de samenwerking goed geweest. Hoe dan ook, het is niet eenvoudig om in drie kwartier van Eindhoven op het Binnenhof te komen, daar kwam een vliegtuigje aan te pas en drie bereden agenten die me van Zestienhoven naar Den Haag brachten. Dat laatste gaat dan met een snelheid van 190 km/uur door het spitsuur. Over de vluchtstrook, door rood licht. Laagvliegen, zegt Roel, die ervan geniet, evenals de agenten. Ik houd de hele weg m'n hart vast dat we een fietser op de bumper meenemen, of dat zo'n motorrijder onderuit gaat en wij er overheen racen.

Donderdag 30 september

Het is een week van plichtplegingen, diners, recepties en toespraken. Gisteren afscheid van Has Bakker, directeur van de sep, die met pensioen gaat. Een man vol rust, wijsheid en deskundigheid. Ook al ben ik het in de loop van de jaren nogal eens oneens met hem geweest over energievraagstukken, ik heb altijd veel waardering gehad voor zijn persoon. Het Commandeurschap in de orde van Oranje Nassau staat hem goed.

Vanochtend heb ik de vice-president van Brazilië, dr. Aureliano Chavez de Mendonca, van Schiphol gehaald. Er zou, ter ere van Has Bakker, een seminarium over energievraagstukken worden gehouden, waar Chavez aan zou deelnemen. Het seminarium gaat niet door, de uitnodiging voor de vice-president wel. Vanavond ter gelegenheid daarvan een diner, in slot Doddendaal te Ewijk. Diners kunnen een nuttige functie hebben, maar het tijdsbeslag is soms een ramp. Ik heb nu al meermalen meegemaakt dat zo'n etentje meer dan vijf uur duurt, bijv. van halfacht tot kwart voor één. Ik denk dat niemand dat leuk vindt, maar het gebeurt toch. Het is ronduit belachelijk. Waarom kan er niet een halfuur geborreld worden en hooguit twee uur gegeten? Iedereen zou daar blij mee zijn, en het kost minder geld. Als je na zo'n uur of vier om je heen kijkt, zie je hoe de aanwezigen met de moed der wanhoop de conversatie gaande houden, hoe velen achter hun hand zitten te geeuwen, hoe grauw de gezichten worden, hoe de rimpels door de lagen make-up breken. Maandagmiddag bied ik meneer Chavez een lunch aan. Dat gaat in anderhalf uur. En 's avonds is er een contra-diner bij de Braziliaanse ambassadeur. Je blijft aan de gang. Dáár, heb ik al aange-

[pagina 251]
[p. 251]

kondigd, kan ik hoogstens tot halftien blijven. Ik heb wel wat anders te doen dan eten.

Vrijdag 1 october

Nog steeds schrijf ik october met een c. Ik ben er dus niet progressiever op geworden in het afgelopen jaar.

Jos van Kemenade is intussen mislukt. Geheel volgens plan. Het cda gooit het vooral op de voorgestelde oplossing voor het kruisrakettenprobleem. Jos wilde (overigens net als verleden jaar) een kabinetscrisis inbouwen, wat een staatsrechtelijk monstrum is. Veel wezenlijker is natuurlijk dat er op sociaal-economisch gebied niks werd opgelost in zijn voorstellen. Maar dat ligt bij het cda gevoelig. Er is ook nog een cnv, en in de fractie zitten oud vakbondsleden.

Intussen is het wel mot tussen cda en vvd. Nijpels heeft een te grote mond gehad en nu wil het cda niet dat het een ‘walk over’ wordt. Fons voorspelde vanmorgen en marge van de mr zelfs dat het wel 1 januari zou worden. Dat lijkt me sterk overdreven, maar in twee weken zal het niet gepiept zijn. Ook Til liep hevig te mopperen. Persoonlijke belangen gaan ook een rol spelen. De Telegraaf filosofeerde in de krant van vanmorgen over de mannetjes. Fons zou alleen nog door Dries gedekt worden. Til moest eigenlijk weg, maar zou worden gered omdat ze een vrouw is. Het cda zou uitgekeken zijn op Job de Ruiter. Verbeeldde ik me dat men een beetje bleek zat te kijken? Ik zat voor, want Dries is bij de vn. Dat geeft de gelegenheid iedereen goed te observeren. Je moet toch opletten. Ik voel mezelf heerlijk onthecht. Ergens in de nabije toekomst is een streep, waarachter ik niet kan kijken. Donker ziet het er niet uit, eerder zo licht dat ik niets kan onderscheiden. Straks stap ik over die streep. Mijn huid tintelt van spanning over wat ik daar zal vinden. Ik kan er nu niet over denken. Ik heb alleen een vage notie van iets lichamelijks: minder eten en drinken, magerder worden, niet meer roken, me bewegen, frisse lucht inademen. Als Willem Scholten, die vandaag tot informateur is benoemd, een beetje opschiet, zal ik het gauw te weten komen.

Maandag 4 october

Gisteravond belde LJ me waarachtig op om m'n advies te vragen

[pagina 252]
[p. 252]

over de manier waarop hij Scholten tegemoet zou treden. Sinds ik op 9 september heb besloten geen fractievoorzitter te worden heb ik nooit meer iets van LJ gehoord. Het doet me wel denken aan de bonje die ik met hem heb gehad over communicatie, in de tijden van spanning in het Catshuis, toen hij wilde dat ik hem van uur tot uur op de hoogte hield. Hoe dan ook, hij belde. Mijn advies had de volgende inhoud. Er is eigenlijk geen enkele objectieve reden waarom D'66 niet zou meedoen aan een cda/vvd-combinatie. Het land moet geregeerd worden, en de congresresolutie sluit de mogelijkheid niet uit. Ik kan er evenwel begrip voor hebben dat de fractie toch besluit niét deel te nemen. Het beste is dan om aan Scholten en aan de pers de echte reden te geven. De partij kan het niet aan, we hebben enorm verloren, het povere restant zou nog het gevaar lopen te splijten. Als LJ, die niet houdt van een nederige rol, dit niet kan opbrengen, dan zijn er andere wegen om van de formatie af te komen. We zouden bijv. twee ministers en twee staatssecretarissen kunnen eisen, op grond van het argument dat er met één minister slecht valt te werken. (Overigens ben ik er niet eens 100% zeker van dat we die niet zouden krijgen, want zowel cda als vvd willen er ons graag bij hebben.) Het best is natuurlijk om wel aan de programmatische onderhandelingen te beginnen en af te haken als we het niet eens kunnen worden. Ik ben er overigens evenmin zeker van dat zich een breekpunt zou voordoen.

Vanmiddag, op het departement, belde LJ me opnieuw. ‘Het is kapot,’ zei hij met een grafstem. ‘Scholten heeft de streek uitgehaald om me te vragen of ik bereid was tot positief, constructief overleg. Ik wenste eerst een aantal procedurele punten door te nemen, maar dat weigerde hij.’

Ik zei: ‘Je hebt zijn vraag met nee beantwoord?’

LJ: ‘Wat kon ik anders? Hij zette me voor het blok. Ik heb eerst met de fractie overlegd en we waren het erover eens dat Scholten zo'n vraag niet had mogen stellen.’

‘De fractie is dus niet bereid tot constructief en positief overleg?’

‘De fractie laat zich niet voor het blok zetten.’

Deze ontwikkeling was aanleiding voor me om te verzinken in weemoedig gepeins. D'66 is opgericht uit weerzin tegen partijpolitiek gekonkel. De partij stelt zich ten doel zich te richten op feiten, op problemen en hun oplossingen. In de harde praktijk zijn dit soort uitgangspunten niet zuiver te houden. Optiek speelt een rol, of je het wilt of niet. Een foto in de krant van Lubbers, Nijpels en

[pagina 253]
[p. 253]

Brinkhorst is op zichzelf niet van belang, maar het effect ervan kun je niet uitpoetsen. Ook D'66'ers zijn daar niet immuun voor. Bij programmatische onderhandelingen hadden we misschien op het punt van individualisering van de vvd onze zin gekregen, en op het punt van het sociaal-economisch beleid van het cda. Programmatisch zijn we ook bij de formatie van '81 ongeveer bij het D'66-programma uitgekomen. En wat heeft ons dat uiteindelijk gebracht? Programma's zijn belangrijk, theoretisch zelfs het belangrijkst. In werkelijkheid spelen zoveel andere factoren een rol. Men noemt dat de politieke factoren. Ze kunnen ertoe leiden dat een fractie niet kan toezeggen constructief en positief overleg te zullen voeren. Ik begrijp de beslissing van de fractie, maar het komt wel even aan bij me.

Ik sprak er later met Elida over. Het bleek dat LJ mijn opvattingen niet aan de fractie had gemeld. Oké, dat is de consequentie als je afziet van het lidmaatschap van de fractie. Evenmin had LJ gemeld dat Ruud Lubbers hem het concept van een open brief heeft voorgelegd. Op verzoek van LJ is die brief nooit verstuurd. D'66 vreest ervoor om door het cda geprezen te worden. De afstand tot de PvdA wordt er immers des te groter door. Uit de brief blijkt hoe graag het cda wil dat we meedoen aan de cda/vvd-combinatie. Een terecht verlangen. Want zonder ons zal het cda weer naar links gaan hangen, net als in het kabinet Van Agt/Wiegel, en de noodzakelijke impopulaire maatregelen lopen gevaar niet genomen te worden. Voor de PvdA is bezuinigen een tegennatuurlijke bezigheid, voor D'66 hoort het dat niet te zijn. cda en vvd zouden ons gebruiken als een schild naar links, zeker. Maar is niet belangrijker dat er gebeurt wat nodig is in deze tijd van depressie?

Dit had Ruud Lubbers willen schrijven:

Concept

Drs. R.F.M. Lubbers
Den Haag, 4 oktober 1982

Aan de fractievoorzitter van D'66

In het thans demissionaire kabinet doen bewindslieden van uw en mijn politieke groepering dat wat in het belang van het land
[pagina 254]
[p. 254]
nodig is. Die situatie heeft een ruime voorgeschiedenis te beginnen bij onze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het kabinet cda-PvdA-D'66 en voortgezet in het zomerkabinet cda-D'66.

De verkiezingen van 8 september hebben met name voor uw beweging een groot verlies opgeleverd. Begrip heb ik er dan ook voor, dat dit zich thans vertaalt in een behoedzame opstelling. Toch wil ik u middels deze brief wijzen op de rol die uw partij ook nu nog kan spelen. Ondanks uw thans getalsmatig bescheiden positie heeft u het nodige ingebracht en in te brengen.

Een en ander blijkt andermaal uit uw genuanceerde reactie op de voorstellen van de heer Van Kemenade. Op sociaal-economisch terrein blijft u weliswaar afstand nemen van teveel korte-termijn politiek en rozige visies maar tegelijk neemt u stelling tegen het thesauristisch denken. Met uw pleidooien voor een realistisch opkomen voor de zwakkeren qua inkomen én werk, werkt u door aan uw inbreng ten behoeve van de kwaliteit van de samenleving, waar u ook buiten de economie het nodige aan gedaan heeft en kunt doen.
Markant is ook uw bijdrage op het terrein van vrede en veiligheid, waar uw en mijn groepering een tot nu toe vrij eenzame strijd voeren om reëel en creatief werkzaam te zijn, met name op het gebied van de wapenbeheersing. Dit is belangrijk want ook hier beleven wij een crisis.

Er was veel te doen; er is veel te doen. Indien u zoudt besluiten niet echt mee te doen aan de informatie Scholten zal ik zulks natuurlijk respecteren. Er mag echter geen twijfel over bestaan dat ik het wel in hoge mate zou betreuren.

De polarisatie dreigt weer de kop op te steken. Het is niet goed dan toe te zien. Reden voor mij dit schrijven aan u te richten. Voor u hopelijk reden uw licht niet onder de korenmaat te zetten, maar - waar mogelijk - te vertalen in deelneming aan de coalitievorming.
[pagina 255]
[p. 255]

Woensdag 6 october

De hoeveelheid werk wordt steeds minder. Dat komt maar zeer gedeeltelijk door onze demissionaire status. De reden is veeleer dat ik over de meeste problemen die ik vorig jaar aantrof beslissingen heb genomen. rsv blijft nog een lastige zaak. Op 1 oct. had ik een rapport zullen krijgen met een sterkte/zwakte analyse. Het is nog niet klaar. Regeringswaarnemer Jozef Molkenboer heeft zijn handen vol met rsv. Het is niet eenvoudig om te weten te komen hoe de vork nu precies aan de steel steekt. Kretzers, de nieuwe president-commissaris, heeft me plechtig beloofd dat de raad van commissarissen zijn verantwoordelijkheid niet zal schuwen, en ook bestuurlijk orde op zaken zal stellen. Ik hoop dat we ontvlechting van het bedrijf, met een aanzienlijk verlies aan arbeidsplaatsen, kunnen vermijden. Veel hangt af van het kolengraafproject in de VS. Veel hangt ook af van doeltreffende leiding. Een faillissement volgend jaar is nog steeds niet uitgesloten, tenzij mijn ambtsopvolger het onjuiste besluit zou nemen om tegen de klippen op te blijven steunen met overheidsgeld.

Vanmiddag een lunchtoespraak voor de Amerikaanse Kamer van Koophandel (Amcham), daarna een gesprek met het bestuur van de sean (Stichting Energie Apparaten Nederland). We beginnen het aardig eens te worden. Ik ben er een tegenstander van dat de sean een soort Nehem wordt voor de energie-apparatuur. Ik voel er veel meer voor dat sean projecten localiseert, erover adviseert, kortom meer op de lijn gaat zitten van het jongste industriebeleid en minder op die van het sectorbeleid. Ik geloof in het stimuleren van projecten, en van bepaalde bedrijven en bedrijfstakken die kansrijk zijn, meer dan in breed opgezette herstructureringsprogramma's. Met het sean-bestuur heb ik afgesproken dat ze best een inventarisatie mogen maken van het gebied, als ze dat wenselijk achten voor hun oriëntatie. Maar ik wil daar geen beleidsconclusies aan verbinden.

Vanavond heb ik lang zitten praten met Hein Deysselbloem, mijn belastingconsulent. Hij is D'66'er van het eerste uur, en hij is altijd voorstander geweest van samenwerking met de PvdA. Intussen constateert ook hij dat de kloof tussen samenleving en politiek erg groot is geworden. Iemand die in 1981 een inkomen had van ƒ49 000 en in '82 ƒ8000 méér verdiende, betaalt van die 8000 een bedrag van ƒ2400 aan extra premies. Daar komt dan nog een fiks bedrag aan extra inkomstenbelasting bij. Volgens Hein is de bereid-

[pagina 256]
[p. 256]

heid om dit op te brengen bij de mensen zó klein geworden, dat ook eertijds deugdzame lieden alle mogelijkheden aangrijpen om te ontduiken.

De politiek schijnt van dit soort dingen weinig te begrijpen. Huiseigenaren weigeren kamers te verhuren, ondanks de enorme kamer-nood, omdat ze zo'n huurder misschien nooit meer kwijtraken. Hij is té goed beschermd. Werkgevers kijken wel drie keer uit voor ze een nieuwe arbeidsplaats scheppen. Ze doen het liever met een uitzendkracht, want die gaat weer weg als het nodig is. De bescherming die de economisch zwakkeren genieten keert zich tegen hen. Ik denk ook vaak dat de manier waarop we met drugverslaafden omgaan in het nadeel van die verslaafden is. Zachte geneesmeesters... The permissive society is een luxe waar we nog niet aan toe zijn, die we niet kunnen hanteren. ‘Gewone’ mensen weten dat allang, de laatsten die er achter komen zijn wij politici. Ria, die ons op az van koffie voorziet, zei een halfjaar geleden tegen Joop den Uyl: ‘Meneer Den Uyl, vroeger stemde ik altijd op u, maar u begrijpt niets meer van wat er in de oude wijken wordt gedacht.’ Joop schrok ervan; we mogen het ons trouwens allemaal aantrekken. De zetel voor de Centrum Partij bewijst hoe nodig het is dat we ons iets van Ria's woorden aantrekken.

Het stemt een beetje treurig om vast te moeten stellen dat de realiteit je dwingt om van lieverlee wat te verrechtsen. Je kunt alleen links zijn op gebieden waar je geen verstand van hebt. Idealisme maakt gelukkiger dan realisme. ‘Teleurgestelde idealisten worden cynici,’ zei LJ. ‘Teleurgestelde pragmatici worden flegmatici,’ vulde ik hem aan.

Donderdag 7 october

Vanmorgen moest ik in Amsterdam een conferentie openen over biotechnologie, georganiseerd door een van de beste weekbladen ter wereld, The Economist. Na mijn toespraakje bleef ik nog even zitten om het begin te horen van de lezing van prof. Rabin van het University College in Londen. Ik ben het volle uur gebleven, hoewel mijn agenda brandde in mijn binnenzak. Het is fascinerend om te horen wat er de laatste vijftien jaar is gebeurd op het gebied van de biotechnologie. De ontwikkelingen daar zijn vergelijkbaar met wat er voor de Tweede Wereldoorlog plaatsvond in de atoomfysica. Glucose en fructose bevatten precies dezelfde hoeveelheid en

[pagina 257]
[p. 257]

soort van atomen, alleen de rangschikking verschilt. Fructose is 1,5 maal zo zoet als glucose. Met enzymtechnologie kan de ene stof in de andere worden omgezet. De mogelijkheden moeten ongelooflijk groot zijn. Filosofisch interessant is dat het genetische materiaal in alle organismen hetzelfde is. Juffrouw Laps vond het hoogst beledigend te horen dat ze een zoogdier was. Wat zou ze ervan hebben gevonden als ze had gehoord dat ook een slak, een spin, en een brandnetel vanuit hetzelfde genetische materiaal zijn voortgebracht als zij? Interessant voor theologen: alle leven op aarde komt van dezelfde stam. Het zou ongemeen boeiend zijn als we te weten konden komen of er op de planeten van andere zonnestelsels leven voorkomt en zo ja, of de genetische structuur dezelfde is. De kans dat we dat ooit zullen weten is klein, dunkt me. In het heelal zitten schaalgrenzen ingebouwd met een absoluut karakter. Misschien is dat ook maar beter. Nobelprijswinnaar Hannes Alfvén zei eens spottend: ‘Van alle planeten kennen we nauwkeurig de chemische samenstelling, op één na, nl. de planeet aarde.’

Vrijdag 8 october

Omdat we dit jaar de Bicentennial vieren zijn er duizend Amerikanen uitgenodigd om een week in Nederland door te brengen. Vandaag was de laatste dag, met een receptie in het Rijksmuseum aangeboden door de Koningin en een feestavond in de Rai. Het was allemaal prima georganiseerd. De Amerikanen waren sprakeloos van enthousiasme. Het is niet niks om een koningin de hand te mogen geven op twee meter afstand van de Nachtwacht. In de Rai was o.a. Paul van Vliet met zijn Engelse show en het was vakwerk. Ook de catering was goed. Kortom, ik was trots op ons departement, met name op Wim Dik en de evd, voor hun aandeel in het in één week opleiden van 1000 ambassadeurs voor Nederland in de Verenigde Staten.

Woensdag 13 october

We zijn bezig met het laatste bedrijf van het drama. De schrijver houdt grote schoonmaak onder zijn acteurs. Vanmorgen belde Dries: ‘Ik haak af voor alles en voor altijd.’ Hij blijft verrassend tot zijn laatste politieke minuut. Ik heb hem altijd gemogen, in ieder geval in het persoonlijke vlak. Het laatste jaar hebben we ook poli-

[pagina 258]
[p. 258]

tiek in grote harmonie gewerkt. Hij is geen zeurpiet, hij houdt van opschieten, hij is in zijn formuleringen nauwkeurig en origineel. Hij haat ruwe omgangsvormen, een onwellevend woord heb ik nooit van hem gehoord. Hij heeft geleden onder grove bejegening, natuurlijk ook omdat het zijn ijdelheid kwetste (welke politicus is niet ijdel?), maar meer nog omdat zijn culturele en religieuze zenuwstelsel er pijnlijk door werd geraakt. Op partijpolitiek gebied heb ik me vaak kwaad op hem gemaakt. Ik moet eens nalezen wat ik daarover heb geschreven tijdens de formatie van de zomer van '81. Dries is secundair. Tegenover verbale overdaad van gespreksgenoten hult hij zich in stilzwijgen. Uit dat zwijgen komt dan de volgende dag een beslissing die de tegenstanders overdondert en ergert. Hij houdt ook van acteren. Maar acteren en improviseren is niet helemaal ongevaarlijk voor iemand met een secundaire aard. Daarom zijn er op persconferenties soms dingen misgegaan. Dat heeft de politiek er tijdens het tijdperk Van Agt moeilijker op gemaakt en kleurrijker.

Nu komt Ruud Lubbers. Het is hem gegund. Hij heeft het al jaren gewild en hij heeft er de talenten, de kennis en de inzet voor. Hij zal virtuoos conflicten oplossen, met minstens vijf oplossingen per probleem. Het gevaar voor hem is gebrek aan consistentie. Spreuk voor op zijn bureau: het betere is de vijand van het goede. Iedere dag een nieuw idee jaagt een heldere beleidslijn op de vlucht.

Vrijdag 15 october

Vanavond hebben we een afscheidsdiner gehad in het Rozenrestaurant in Voorburg voor Willem Tieleman, tot voor kort dg E. De top van het departement met hun dames. Het was gezellig en onthullend. Ik noem de ambtenaren met wie ik veel heb te maken natuurlijk bij hun voornaam en zij (na enige aarzeling) mij. Aan het diner, ook tijdens een toespraakje, had ik het dus ook over Willem en Frans en Harry en wat heb je. Daardoor ontstond kennelijk enige onrust en bedremmelde vrolijkheid. Van lieverlee werd duidelijk dat de heren elkáar hoogstens bij de achternaam aanspreken (zonder meneer erbij) en dat ze niet eens alle voornamen kenden. Elkaars vrouwen zagen ze voor de eerste of tweede keer. Ik had het over ‘vrienden’, zij over ‘dames en heren’. In 1982, het is niet te geloven. Harry Leliveld, dg I, is deze stijfheid al lang een doorn in het oog. Maar de doorbraak is er. sg Frans Rutten grapte over een

[pagina 259]
[p. 259]

commissie die de kennis van voornamen zal bevorderen. Volgens mij vond iedereen de ontspannen en informele sfeer prettig. Harry bezwoer me dat ik bij mijn afscheid weer zo'n dineetje moest geven, om het onderlinge contact van de top van het departement te verbeteren. Misschien doe ik dat wel. Dan neem ik een paar kinderen mee. De onconventionele opmerkingen van Sanne kunnen heel nuttig zijn voor de toekomstige omgangsvormen in de staf. Alexandra heeft er ook een handje van om deftige heren te laten blozen. Ondanks die deftigheid zijn het waardevolle mensen. Toen ik ze als ‘vrienden’ aansprak was dat geen loze betiteling.

Dinsdag 19 october

Petroland heeft jarenlang exploratievergunningen gehad om te zoeken naar gas in de Waddenzee. De firma heeft een voorkomen van ca 20 miljard m3 gevonden bij Zuidwal, tussen Harlingen en Terschelling. Het kabinet Van Agt-I heeft echter geen vergunning gegeven om het gas uit de bodem te halen, om de Waddenzee te beschermen. Dat is een typisch politieke beslissing geweest, een compromis: de winning bij Ameland mocht wel, Zuidwal niet. Petroland is in beroep gegaan en heeft van de zomer gelijk gekregen van de Raad van State. De regering hoeft zo'n uitslag niet te volgen, maar kan ‘contrair’ gaan. Ik voel me verplicht om dat in dit geval te doen. Ameland kon ik om juridische redenen niet meer tegenhouden, Zuidwal wel, al is het niet fraai om tegen een rechtscollege als de Raad van State in te gaan. Petroland redeneert natuurlijk dat wie mag zoeken ook mag winnen, tenzij er zeer onvoorziene overwegingen tegen pleiten. In mijn ogen is het gegroeide besef dat de Waddenzee een onvervangbaar natuurgebied is zo'n overweging. Ik had de directeur van Petroland (de heer Hillen) en een jurist van het bedrijf op bezoek. Ze waren zeer verontwaardigd. Dat een kabinet zo gek is konden ze zich met maximale inschakeling van hun verbeeldingskracht nog voorstellen, maar een minister van Economische Zaken moest beter weten. Die kon toch een investering van een miljard niet laten lopen.

Het is voor een min. van ez inderdaad niet eenvoudig om zo'n ogenschijnlijk anti-economische daad te stellen. Maar een minister is er niet alleen om de belangen van zijn departement te verdedigen. Hij is er niet alleen voor optimaliseren van zijn deel van het beleid. Hij is niet alleen hoofd van zijn departement. Hij is ook politicus.

[pagina 260]
[p. 260]

Hij moet bredere belangen afwegen. De concessie Petroland is op zichzelf niet zo'n hemelschreiende aantasting van de Waddenzee; het is de cumulatie van dit soort activiteiten die gevaarlijk is. Eéns moet je nee durven zeggen. Maar het blijft eigenaardig dat je 's maandags krachtig pleit bij vice-president Checket van Mobil Oil dat hij meer in Nederland moet investeren en dinsdags bij directeur Hillen van Petroland een investering van een miljard gulden tegenhoudt.

Woensdag 20 october

Eén voor één verlaten de spelers het toneel. Vanmiddag vertelde Fons me dat hij hoogstwaarschijnlijk niet terugkomt in het volgende kabinet. Vanavond deelde LJ mee dat hij ambassadeur van de Europese Commissie wordt in Tokio. Het verbaasde me niet. Hij was er de laatste tijd niet meer echt bij met zijn hoofd. Innerlijk had hij al afscheid genomen. Tokio is een eind weg. Marius blijft in Groningen, Laurentien aarzelt nog of ze mee zal gaan. Het diplomatendilemma: hoe regelen we het met het gezin? Hoe dan ook, de eg heeft er een goede ambassadeur bij.

Vanavond heeft de fractie zich ook gebogen over het ontwerpregeerakkoord van Scholten. Geheel volgens verwachting wilde de fractie er niets van weten. Ik heb me van commentaar onthouden, alleen heb ik de fractie geadviseerd zich niet te fel op te stellen. Er moet nu al worden gedacht vanuit de manier waarop straks oppositie kan worden gevoerd. Als de fractie zich te ver verwijdert van het kabinet is zij straks irrelevant. Een kabinet besteedt alleen aandacht aan wie misschien kan worden overtuigd. Ik merk dat zelf dagelijks. In de commissie voor Economische Zaken zit o.a. de psp'er Willems. Die jongen vertelt op zichzelf best consistente verhalen, maar tussen onze opvattingen gaapt een grote kloof. Dat maakt hem voor mij irrelevant en ik luister daardoor minder aandachtig naar wat hij te berde brengt.

D'66 ziet dus definitief af van deelname aan het kabinet. Hans van Mierlo pleitte ervoor geen afstand te nemen van de kernwapenparagraaf in het regeerakkoord. Die is namelijk juist, volgens hem. Er staan natuurlijk talloze juiste constateringen in het stuk. Er zal echter nog heel wat water door de Rijn moeten stromen voor de bedoelde ombuigingen echt zijn uitgevoerd. Het cda heeft het er nu al weer moeilijk mee. Niet voor niets stelt Ruud zoveel prijs op on-

[pagina 261]
[p. 261]

ze deelname. Hij heeft de fractie-voorzitter maandag j.l. benaderd met de vraag of een extra-parlementaire variant niet tot de mogelijkheden hoorde. Dat zou inhouden dat de fractie zich niet zou verzetten als individuele D'66'ers toetraden tot het kabinet. Ik kan de fractieleden niet kwalijk nemen dat ze daar niet voor voelen. We zijn tenslotte niet nodig voor een meerderheid.

Vrijdag 22 october

De formatie loopt niet zo vlot als menigeen had gedacht. Vooral de cda-fractie wil veranderingen. Mijn vertrek is daardoor weer een weekje opgeschoven. Vreemd, voorbij dat vertrek is leegte, van de ene dag op de andere. Ik ben niet in staat er over te denken. Misschien komt dat omdat ik op het ogenblik, na een paar weken van betrekkelijke rust, weer bedolven zit onder werk. adm is opnieuw een probleem geworden, rsv is een continuing story, het staalconflict met de vs kost me niet zoveel tijd maar gooit steeds m'n agenda in de war, enzovoort. Onzin natuurlijk, dat is niet de echte reden dat ik niet voorbij de streep kan denken. Na 12 jaar politiek opeens er uit, dat is alsof je een circusartiest plotsklaps op een onbewoond eiland zet.

Maandag 25 october

Het Algemeen Dagblad brengt over zes kolommen dat Harry van de Bergh, kamerlid voor de PvdA, het kabinet een brandbrief zal schrijven over de bouw van Portugese fregatten. Nederland biedt niet genoeg compensatie-orders, Nederland geeft niet genoeg á fond perdu, Nederland deugt niet, weg met ons. Hoe publiciteitsgek kan een Nederlands kamerlid worden voor je hem opsluit? Wij zijn met Portugal in langdurige en zorgvuldige onderhandelingen om één of meer fregatten voor dat land bij rsv te laten bouwen. Vooral Wim Dik en Hans van Mierlo hebben er een hoop tijd in zitten. Ons bod is op het ogenblik dat we bij de bouw van één zo'n schip 38 miljoen dollar bijdragen, plus een zachte lening van 150 miljoen gulden. Als Van de Bergh vindt dat we meer moeten bieden, dan had hij natuurlijk eens langs kunnen komen. Dat had trouwens onze ambassade in Portugal hem ook sterk geadviseerd. Maar nee, de heer Van de Bergh moet een dagje in de krant, ook al kost dat het land dat hij als kamerlid dient tientallen miljoenen. En

[pagina 262]
[p. 262]

dan te bedenken dat zijn fractievoorzitter, Joop den Uyl, in het voorjaar met de grootste moeite door mij over de streep gehaald moest worden om in te stemmen met welke financiële ondersteuning van deze order dan ook.

De Nederlandse media zijn sterk gefixeerd op de binnenlandse politiek. Het buitenland bestaat alleen voor zover wij een bestraffend vingertje kunnen opsteken omdat men het zo verkeerd doet. Aan het Nederlandse belang wordt weinig aandacht besteed. Dat moge heel nobel zijn, een beetje bespottelijk is het ook.

Tijdens een informele bijeenkomst met de fractie vanavond hebben we gesproken over de vraag of en wanneer ik zal meedelen dat ik de politiek verlaat. En als ik wegga, wie de nieuwe politieke leider wordt. Dat wordt Maarten. Ineke heeft zich teruggetrokken. Ze heeft de indruk gekregen dat de partijtop Maarten liever heeft en ze wil geen verdeeldheid. Voor mij werd de avond sterk overheerst door wat ik van haar hoorde over de ernstige ziekte van haar man Kees. Ook zonder dat was het een vreemde bijeenkomst, vol afscheidssluiers en macabere grappen.

Ik heb nog geen zin om naar bed te gaan.

Donderdag 28 october

Het nieuwe kabinet is nu heel dichtbij gekomen. De programmatische geschilpunten zijn opgelost, informateur Scholten buigt zich alleen nog met Lubbers en Nijpels over de zetelverdeling. Over een dag of zes, schat ik, ben ik werkloos. Dat is haast niet te geloven als je ziet hoe vol mijn dagen nu nog zijn. De ochtend was bestemd voor adm, gesprekken met ondernemingsraad, vakbeweging en kamercommissie. Ik heb 6,4 miljoen overbrugging voor drie weken toegezegd. In die tijd kunnen alternatieve beleidsopties worden overgelegd, waarna het nieuwe kabinet kan beslissen. Die beslissing lijkt te zullen zijn dat adm in dezelfde omvang doorgaat, want Gijs van Aardenne heeft zich nu al in het openbaar praktisch gecommitteerd. Dat gaat het Rijk de komende jaren nog minstens 50 miljoen kosten, schat ik. Overigens ben ook ik van mening dat een groot deel van adm moet blijven. Het Noordzeekanaalgebied kan niet zonder een scheepsreparatiewerf.

De middag was voor Almere, waar ik het ondernemerscentrum Markant mocht openen. Het centrum ziet er goed uit, dit soort initiatieven zijn uit m'n hart gegrepen.

[pagina 263]
[p. 263]

Om halfzes heb ik in een fractievergadering officieel meegedeeld dat ik de politiek verlaat. De fractie heeft Maarten formeel als voorzitter gekozen. Vervolgens zijn we naar de pers gegaan. Ik heb een verklaring afgelegd, die erop neerkwam dat ik om politieke redenen wegga: ik wens de consequenties te trekken uit de grote verkiezingsnederlaag. Het had vollediger gekund. Ik ga ook weg omdat ik bij de koers die de partij vaart niet meer kan voorop gaan. Impliciet zit dat in de verklaring voor mijn vertrek. Als ik het expliciet had gemaakt zou ik D'66 onnodig schade hebben berokkend. De vertegenwoordigers van de media weten het trouwens wel. Ze vragen me immers steeds of ik niet vind dat we aan het nieuwe kabinet hadden moeten deelnemen.

Van kiezersbedrog is geen sprake, vind ik. Ik heb meer kiezers verloren dan overgehouden. Is het dan niet logisch om op te stappen? Ik had de indruk dat de dames en heren instemden met de gedachtenlijn. Helaas werd de sfeer een beetje lacherig doordat het hoofdbestuur met een veel te lange, overbodige verklaring kwam. Onze voorlichting blijft amateuristisch. Jammer dat Carla zich er niet mee heeft kunnen bemoeien. Ze heeft een voortreffelijke feeling en ze is een van de beste politieke talenten die ik ken.

Mijn relatie met de pers is slecht geworden omdat ik in een vicieuze cirkel terecht ben gekomen. Dat is ongeveer als volgt gegaan. Een aantal bladen begon slechte stukken over me te schrijven. Waarom is niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk omdat er werd rondgefluisterd dat ik niet deugde en journalisten het relevant kunnen vinden om zoiets te melden. Argumenten vind je nauwelijks in die stukken, het gaat vooral om ‘hear say’. Vervolgens wil men weten hoe ik op die kritiek reageer en men vraagt om interviews. Ik antwoord dat ik alleen over mijn beleid wil praten. Oké, over het beleid. Maar jct kan toch wel begrijpen dat er een páár vragen bij moeten over al die kritiek. Ik wijs die kritiek van de hand. Dat wordt dan toch, alle goede bedoelingen ten spijt, het aandachttrekkende gedeelte van het interview; het komt in de kop, het komt in het onderschrift van de foto. Dat zijn van die dingen waar je de journalist niet op kunt aanspreken, want ‘dat doet de redactie’.

Door de aldus opgeblazen aandacht voor je reactie wordt de kritiek vervolgens dat je niet tegen kritiek kunt. Van arren moede besluit je de pers dan maar niet meer te woord te staan, anders wordt het steeds erger. Het gevolg is dat men nu zegt dat je de pers overal de schuld van geeft. Je zit gevangen in een cirkel. Het enige wat je nog

[pagina 264]
[p. 264]

kunt doen is je beleid voeren zonder je iets van welke berichtgeving dan ook aan te trekken. In de hoop dat het weer over gaat. Het is ‘vanzelf’ begonnen, het zal ook vanzelf wel weer over gaan. Als je tijd van leven hebt.

Natuurlijk neem ik de pers wel het een en ander kwalijk, maar minder en anders dan men denkt. Er zijn heus niet veel journalisten die hun vak doelbewust misbruiken om er iemand mee te nekken. Er is wel een schreeuwend gebrek aan kwaliteit.

Het doel van een journalist hoort te zijn om de waarheid boven tafel te krijgen. Daarom vind ik het nooit erg als hij zit te ‘trekken’. Dat ligt veel meer aan de politicus dan aan de journalist. Als de politicus de heldere zin uitspreekt: ‘dat zeg ik u niet’, dan is het gauw uit met het getrek, anders staat de journalist namelijk voor gek, en daar houdt hij niet van. Gelukkig zijn heel wat media-mensen bezig met het aan het licht brengen van de waarheid. Mannen als Kees Gravendaal van de nos en Hans Prakke van de avro, om er maar eens twee te noemen, doen dat in mijn ogen voorbeeldig.

Er zijn drie punten waarover de Nederlandse journalistiek naar mijn mening eens bij zichzelf te raden zou moeten gaan. 1) Lompheid 2) Gebrek aan sportiviteit 3) Gebrek aan kwaliteit.

Ik ken geen land waar politici zo onhoffelijk worden ondervraagd als in ons land. Dat heeft niets te maken met doorvragen tot de waarheid boven tafel is. Dat kan namelijk ook op een beleefde manier. Lompheid is bij sommigen een gewoonte geworden, een handelsmerk. Ik zie er twee oorzaken voor. De eerste komt voort uit de politici, die - uit zucht om in de publiciteit te komen - de relatie met de pers zeer hebben gepopulariseerd. Natuurlijk is er niets tegen om vriendschappelijk met elkaar om te gaan, maar helder moet blijven dat iedere groep zijn eigen verantwoordelijkheid heeft. De tweede oorzaak zit 'm alweer in kwaliteit, of het gebrek daaraan. Een man als Jaap van Meekren heeft geen onheuse benadering nodig om overtuigend te zijn; die weet altijd nauwkeurig waar hij het over heeft.

Wat ik de onsportiviteit van de pers noem is niet typisch Nederlands. Die vind je overal. Ik bedoel ermee dat de pers zo zelden ongelijk erkent, en als het gebeurt is het op een miezerige manier, is het zo weinig ruiterlijk. Het is in de praktijk zeer moeilijk om de media verantwoordelijk te stellen voor wat ze zeggen en schrijven, terwijl de invloed daarvan niet gering is. Politici zijn vrijwel geheel op de media aangewezen om het publiek bekend te maken met hun

[pagina 265]
[p. 265]

doen en laten. Welnu, journalisten maken fouten. Ze zitten er soms naast. Dat is begrijpelijk en vergeeflijk, gezien de druk waaronder vaak moet worden gewerkt. Rectificaties zijn dan ook geenszins oneervol. De praktijk is dat een foutief feit wel eens wordt rechtgezet, in een klein hoekje van de krant. Een foutieve mening wordt vrijwel nooit gecorrigeerd. Dat vind ik onverantwoord. Dat het kwaad zichzelf wel straft, via kijkcijfers of abonnee-bestand, is natuurlijk puur theorie.

Door gebrek aan kwaliteit wordt de voorlichting aan het publiek onvolledig of onjuist. Dat is vervelend, maar er is nog een ander gevaar. Gebrek aan kwaliteit leidt tot groepsconcensus. Men doet aan de mode mee, men volgt de trend. Het is namelijk veilig om te zeggen en te schrijven wat velen zeggen en schrijven. Daar val je je nooit een buil aan. Hoe kundiger de journalist des te onafhankelijker. Om je een eigen oordeel te kunnen veroorloven moet je je zeker voelen. Kennis geeft zekerheid. Inzicht geeft overtuigingskracht.

Terwijl ik dit opschrijf besef ik hoe enorm de verschillen in kwaliteit zijn bij de Haagse parlementaire journalisten. Het is onmogelijk om een oordeel te hebben over ‘de pers’. Ik voelde me vanavond dan ook niet in staat om, op mijn laatste persconferentie een speciaal afscheidswoordje tegen de pers te zeggen. Daarvoor is de spreiding in mijn waardering veel te groot.

Kritiseren is makkelijk, het zelf goed doen is heel wat lastiger. Een dagboek is een dagelijkse momentopname. Je staat achter je daden van die dag, je kunt ze nog niet objectief zien. Ik moet een dezer dagen proberen eens op te schrijven waarvan ik nu, achteraf, vind dat ik het anders had moeten doen.

Na een heel stel televisie- en radiorubrieken te woord te hebben gestaan moest ik nog een diner geven in de Wittenburg, aan onze Duitse consuls en hun vrouwen. Ik heb daar wat onwerkelijk gezeten. Je praat over koetjes en kalfjes, terwijl je gedachten mijlen ver weg zijn, in het verleden en in het ‘als het nu allemaal eens anders was gelopen...’

Vrijdag 29 october

De laatste vergadering van de ministerraad. Dries eindigt met een toespraakje waarin hij het interimkabinet, in de rij van kabinetten die hij heeft meegemaakt, kenschetst als ‘een hele goeie’. Zijn slot-

[pagina 266]
[p. 266]

zin is heel waarderend en hartelijk over mij. Ik word er blij door verrast. Ik zeg een paar aardige dingen terug. De hamer valt, als een guillotine.

Zaterdag 30 october

Als tegen een berg zag ik op tegen ons partijcongres, dat vandaag in de Flint is gehouden. Ik was bang geprezen te worden voor de verkeerde dingen, ik was bang onpasselijk te worden van applaus, ik was bang het congres te zullen verlaten met een definitieve vervreemding van de partij. Maar de mens lijdt dikwijls 't meest door 't lijden dat hij vreest. Ik heb in de wandelgangen veel echte hartelijkheid ontmoet. In de zaal heeft Maarten me geprezen voor het enige waarvoor ik geprezen wil worden, namelijk voor mijn beleid als minister van Economische Zaken. Er is veel op me aan te merken geweest, vanuit de partij, als partijpoliticus. Er is heel wat te zeggen over het gebrek aan goede communicatie. Maar mijn beleid was goed. Ik ben Maarten dankbaar voor zijn fijngevoeligheid. En het applaus van de zaal, nog één keer, deed me toch wat. Ik geloof dat het echt was. Zoals de tranen aan het graf van iemand die negentig geworden is, echt kunnen zijn.

Maandag 1 november

Er is ruimte voor een interview met Elseviers Weekblad. Van Grieken en Van den Bossche hebben in de gaten dat ik een krachtiger economisch herstelbeleid heb gevoerd dan algemeen wordt gesuggereerd. Ze zijn geen meelopers. Dat praat prettig.

Vanavond een afscheidsdiner in het Catshuis, met een gemêleerd gezelschap, door Dries om uiteenlopende redenen uitgenodigd. Fons was er, en Hans van den Broek, maar ook Hedde Rijpstra, Bart le Blanc, Mevr. Ypenburg, de secretaresse van Dries, commodore Den Haan (chef van de mariniers die de gijzelaars bij de Punt hebben ontzet), en vele anderen. Dries zei tegen iedereen een persoonlijk woord, hij is daar goed in. Helaas moesten wij om protocollaire reden het eerst weg, ik had nog uren willen doorzakken.

Woensdag 3 november

Wat ik nog kan afmaken, maak ik af. Gijs zal een schoon bureau

[pagina 267]
[p. 267]

aantreffen. Alle handelingen staan nu in het teken van het afscheid. Gisteravond afscheidsdiner met de ministerraad. Vreemde sfeer. Hoe zou een sausje smaken waarin je zowel zout als suiker, stroop als azijn, paprika's als vijgen doet? Jan de Koning gaat naar Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Louw wordt weer staatssecretaris. Job de Ruiter gaat naar Defensie. Wim Deetman is de enige minister die blijft zitten waar hij zit. Piet van Zeil moet misschien fractievoorzitter worden, al is de kans niet groot. Het zal bij het cda waarschijnlijk gaan tussen Gerrit Gerritse en Bert de Vries. Hans van Mierlo vindt het vreselijk dat hij zijn departement moet verlaten. Het departement van Til en Ineke verdwijnt, Volksgezondheid gaat naar crm, Milieuhygiëne naar vro. De psp heeft er smakeloze vragen over gesteld, die Til en Ineke morgen nog moeten beantwoorden in de Kamer. We zouden geen toespraken houden, maar het gemoed van Fons stroomde over en hij getuigde van zijn vriendschap voor Dries. Een interimkabinetje verdwijnt. Er zullen in de geschiedenisboeken niet meer dan enkele alinea's aan worden gewijd. Toch zal blijken dat dit kabinet heel wat tot stand heeft gebracht. ‘Nogal een kunst,’ zegt Hans. ‘We konden niet meer vallen. Balanceren op een balk die op de grond ligt.’ Maar intussen hadden we wel verkiezingen op komst, en we hebben het geweten.

De geschiedenis zal leren dat het beleid deze veertien maanden op ez goed is geweest, daarover ben ik in mijn gemoed ten volle verzekerd, om het in cda-termen te zeggen. Op een aantal andere punten, die liggen buiten het inhoudelijke beleid, zou ik het anders hebben gedaan als ik alles van tevoren had geweten.

Ik had in ieder geval nooit mogen instemmen met Joop den Uyl op Sociale Zaken. Ik voelde in mijn botten dat er een hoop narigheid uit zou voortkomen, en toch heb ik uiteindelijk ingestemd. Natuurlijk, als ik nee was blijven zeggen waren er grote problemen ontstaan. We zouden er de schuld van hebben gekregen dat de formatie stagneerde. We hadden alternatieven moeten aandragen, maar daar hadden we onszelf al in uitgeput. Maar toch... de grootste fout van mijn politieke loopbaan. Het gaat me aan het hart dat ik met Joop in zo'n politiek antagonisme heb moeten leven; ondanks alles ben ik veel waardering blijven houden voor zijn inzet en zijn persoonlijkheid. Politiek is een publieke zaak. Ik kan en wil niet verborgen houden hoezeer ik in de formatie met Dries en later in het kabinet met Joop van mening heb verschild. Dat neemt niet weg dat ik het als een voorrecht beschouw met beide mannen zulke

[pagina 268]
[p. 268]

nauwe contacten te hebben gehad.

Ik had ook meer tijd moeten nemen voor de nieuwe, zeventien persoon sterke fractie. Die tijd had ik in het begin niet, en dus had ik er werk op ez voor moeten laten liggen. Dat is in strijd met mijn aard, die houdt van een schoon bureau. Het had toch gemoeten. Er was weinig politieke ervaring in de fractie aanwezig, en wij allen hadden weinig ervaring in het vinden van de goede verhouding tussen bewindslieden en parlement. De weinige keren dat ik in de fractie verscheen, die eerste maanden, bleek het altijd gemakkelijk de rimpels glad te strijken. De mensen waren van goede wil en bereid om mee te denken.

Nieuwspoort heb ik ook verwaarloosd. Ook hier gold het tijdgebrek, maar daarnaast heb ik teveel gedacht: let maar op m'n daden; ik zal jullie wel eens laten zien dat ik, al ben ik geen econoom van professie, deze baan kan klaren. Ik had kunnen weten dat ruimte hoogstens wordt gegund aan een nieuweling in de politiek, nooit aan iemand die net negen zetels heeft gewonnen. En dus had ik, uit de lengte of uit de breedte, tijd moeten vrijmaken voor contacten met journalisten. Daar kwam nog bij dat de afdeling externe betrekkingen van ez niet sterk is voor wat betreft de partijpolitieke invalshoek. Ik heb geprobeerd die te verbeteren, maar zoiets kost tijd en die werd ons, door de kabinetscrisis, niet gegund.

Geen spijt heb ik van wat ik heb gedaan in de ministerraad. Het was mijn eerste verantwoordelijkheid de economie en de economische structuur in ons land te versterken, en dat heb ik gedaan. Een brugfunctie tussen cda en PvdA had ik kunnen vervullen als premier, niet als minister van Economische Zaken. Ik mocht niet toegeven aan wat Joop wilde, en het kón ook niet, dat is gebleken uit het verkiezingsprogramma dat de PvdA na de crisis heeft geschreven.

Al met al had ik deze veertien maanden voor geen geld willen missen. Succes is in zekere zin saai, vernederingen zijn leerzaam. Ik ben in dit jaar meer te weten gekomen over mezelf en over de politiek dan in de negen ervóór bij elkaar.

Vanavond ben ik gaan eten met Piet en zijn secretaresse, met mijn Hanny Flint en de vrienden Miech en Frits van aep. De sfeer is op ez nooit zo informeel en ontspannen geweest als dit jaar, zeggen ze. Ik merk deze dagen dat velen het jammer vinden dat Wim en ik weggaan. Dat doet me goed.

[pagina 269]
[p. 269]

Donderdag 4 november

De studentenvereniging Leeghwater houdt vandaag een seminarium over off shore, in de grote zaal van de aula van de TH Delft. Aan mij de eer de dag met een toespraak te openen. Jan, m'n zoon, moet ook in de zaal hebben gezeten, maar ik heb hem niet ontdekt. Mijn laatste publieke toespraak als politicus. Ik vond het prettig dat het ging over de samenwerking tussen technologie en industrie, in een veelbelovende sector. Naar die samenwerking gaat mijn belangstelling uit, daar zie ik toekomst in.

Nog enkele uren doe ik stukken af, zet ik parafen, plaats ik handtekeningen. Wat ik deze weken in principe heb beslist moet nog de deur uit. Het kan maanden duren voor de nieuwe bewindsman er toe komt er naar te kijken. De laatste boeken gaan in een kartonnen doos. De heer Bunk, hoofd van het wagenpark van ez, zal wel zorgen dat ze in Amersfoort komen.

Om halfdrie is het defilé, de medewerkers met wie we het meest te maken hebben gehad komen een hand geven. Veel persoonlijke woorden, woorden van waardering en vriendschap. Daarna drink ik nog een slok met Wim en Piet. Ondertussen dicteer ik Hanny een afscheidswoord voor het personeelsblad. Om vier uur komt Gijs. Een borrel wil hij niet, liever jus d'orange, hij moet morgen tijdig beginnen, zegt hij. We tekenen de vereiste documenten. Ik licht hem even in over sean, adm, rsv en andere boeiende lettercombinaties. Het duurt niet meer dan een halfuur. Afscheid van mijn trouwe kamerbewaarder van Heck. Nog snel achter de rug van Gijs een handtekening op een brief die ik al eerder had geparafeerd. In staatsrechtelijke zin iets afgrijselijks, maar in dit soort dingen is mijn moraal weinig waard.

Ik ga weg zonder tas met stukken, wat een vreemd gevoel is. De portiers geven me een hand als ik in de deuropening sta om het gebouw te verlaten. Voor het eerst bedenk ik dat het niet helemaal is uitgesloten dat ik hier nog eens als minister terugkeer. Zó stokoud ben ik nog niet en het is altijd denkbaar dat D'66 zich herstelt. Roel is voortijdig uit het ziekenhuis teruggekomen om me de laatste dag te kunnen rijden. ‘Ik heb een koud borreltje voor u bij me, meneer,’ zegt hij. ‘Daar zult u wel trek in hebben.’ Hij zet de auto in beweging, richting Amersfoort. Het is voorbij.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over Joop den Uyl

  • over Hans Wiegel


plaatsen

  • over Den Haag


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 10 september 1982

  • 12 september 1982

  • 15 september 1982

  • 17 september 1982

  • 21 september 1982

  • 23 september 1982

  • 26 september 1982

  • 27 september 1982

  • 30 september 1982

  • 1 oktober 1982

  • 4 oktober 1982

  • 6 oktober 1982

  • 7 oktober 1982

  • 8 oktober 1982

  • 13 oktober 1982

  • 15 oktober 1982

  • 19 oktober 1982

  • 20 oktober 1982

  • 22 oktober 1982

  • 25 oktober 1982

  • 28 oktober 1982

  • 29 oktober 1982

  • 30 oktober 1982

  • 1 november 1982

  • 3 november 1982

  • 4 november 1982