Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Toetie Roetmop (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Toetie Roetmop
Afbeelding van Toetie RoetmopToon afbeelding van titelpagina van Toetie Roetmop

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.51 MB)

Scans (79.41 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Illustrator

W.F. Heskes



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Toetie Roetmop

(1917)–Lina Tervooren–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 200]
[p. 200]

Het kleine zusje.

De meisjes werkten hard voor haar overgangsexamen, want de groote vacantie naderde.

Toetie zag er angstig tegen op. Meetkunde en algebra, daar kreeg ze vast onvoldoende voor, en geschiedenis was ook zoo moeielijk! Neen, ze zou wel niet overgaan; en hoe naar, dan aan papa te moeten schrijven, dat ze was blijven zitten! Bertha kon soms boos worden om haar gelamenteer. Als Toetie niet overging, verzekerde ze, dan moest wel minstins de halve klas blijven zitten. Ze zou wel willen, dat zij er zoo goed voor stond! Had ze dan al ooit onvoldoende voor meetkunde of algebra op haar rapport gehad? - Voor geschiedenis, den laatsten keer, een viertje - nou ja, dat was één vak en dat kon ze best weer opgehaald hebben! -

Maar Toetie had nu eenmaal geen hoogen dunk van haar eigen kundigheden, wat in elk geval deze goede zijde had, dat ze zich buitengewoon inspande in dien repetitietijd. 's-Morgens vroeg, als Bertha nog sliep soms, zat ze al met een boek, tusschen den middag werd nog gauw een les overgeleerd, 's-namiddags, na school, begon ze weer dadelijk te studeeren.

[pagina 201]
[p. 201]

Den laatsten Woensdagmiddag vóór de vacantie gingen Toetie en Bertha naar Marie Poster, om met haar samen meetkunde en algebra te repeteeren. Juist toen ze wilden aanschellen, kwamen mevrouw Schmitz en mevrouw Poster er aan, die samen boodschappen zouden gaan doen, maar even terugkeerden naar huis, omdat ze iets vergeten hadden.

Mevrouw Poster opende de deur met haar huissleutel. Toen, in de gang, hield mevrouw Schmitz de anderen even staande, terwijl ze, waarschuwend, den vinger ophief. En nu hoorden ze van uit de huiskamer Marie's stem, in lief-vleiende woordjes, waar tusschen door het aanvallige, onverstaanbare gebrabbel van het kleintje klonk.

Onhoorbaar haar voeten verzettend, liep mevrouw Schmitz de gang in en even voorzichtig volgden haar de anderen, tot bij de openstaande deur van de huiskamer.

Daar zagen ze Marie. Ze stond over het wiegje gebogen, heel haar meestal zoo norsche gezichtje vermooid, door een zachte uitdrukking van innige teederheid. - Toetie moest even glimlachen, toen ze dacht aan haar idée-fixe: Als Marie maar van het kleintje houden kon! - En ze begreep nu dat eigenaardige lachje van Marie, wanneer zij daarover sprak -

Toen Marie de anderen zag, werd ze vuurrood en stug keek ze hen aan.

[pagina 202]
[p. 202]

‘Ze was zoo lastig, dat ik niet werken kon’, zei ze, op onverschilligen toon, ‘toen moest ik wel -’

‘Zoo, was ze zoo lastig?’ zei mevrouw Schmitz droogjes.

Van mevrouw Poster's gezicht was de blij-verraste uitdrukking van zooeven alweer verdwenen.

‘Ik had Mina toch gezegd, dat ze op moest letten.’

‘Och Mina - Mina heeft zulke vuile handen’, zei Marie norsch.

Mevrouw Poster keek haar aan.

‘Ja, als jij op haar letten wilde, dat zou ik natuurlijk veel liever hebben’, zei ze langzaam.

‘O ja, waarom niet?’ zei Marie, op onverschilligen toon, maar in haar oogen lichtte even een stralendblijde uitdrukking, die de stiefmoeder veel te denken gaf.

Dien middag hadden Toetie en Bertha meer dan eens reden tot ontevredenheid. Want zóó dikwijls scheen Marie het noodig te oordeelen, naar het kleine zusje te gaan kijken, dat het werkelijk storend was voor de anderen.

‘Had Mina maar liever voor haar laten zorgen’, zei Bertha ten slotte ongeduldig.

‘Dat zou je ook niet zeggen, als je haar handen zag! Je moet niet denken, dat ze de moeite neemt om die even te wasschen, eer ze hier komt! - En met zoo'n klein kindje moet je zoo voorzichtig wezen!’

En handig verlegde Marie het kleintje even.

[pagina 203]
[p. 203]

Toen veegde ze met een schoonen doek het vochtige mondje af en bond den kleurigen, wollen bal zóó boven het mandje, dat de kleine vingertjes hem grijpen konden.

‘Kijk, daar is je bal nou - zóó kan j'm wel pakken, hè - nou heb je ten minste wat om mee te spelen, hè?’ babbelde ze, geheel zich zelf vergetend.

‘Je moet bepaald kinderjuffrouw worden’, vond Bertha.

En Toetie dacht: Nu zal het wel goed worden - nu zal alles wel goed worden voor haar -

En alles wèrd goed, nu mevrouw Poster eindelijk haar stiefdochter begon te begrijpen.

Zij kwam nu vaak bij Marie met een verzoek, betreffende het kleintje:

‘Zou jij niet even op zusje willen letten? Ik moet noodzakelijk een boodschap gaan doen en als ik weet, dat jij bij haar bent, ben ik ten minste gerust.’

Of: ‘Toe, wil jij me niet even helpen met zusje's bad? Ze wordt zoo wild - ik kan er alleen haast niet meer mee terecht.’

En een andermaal: ‘Zou jij van middag tijd hebben, om een uurtje naar het park te gaan met kleine zus? Ik kan vandaag zoo moeilijk weg.’

Marie bleek àltijd tijd te hebben voor het kleine zusje. En ze verleerde het, langzamerhand, haar

[pagina 204]
[p. 204]

genegenheid voor het kindje te verbergen. En, geheel van zelf, kwam het nu ook tot een vertrouwelijker omgang tusschen Marie en haar stiefmoeder. Er was zoo dikwijls iets te bespreken betreffende het kleintje en tante Schmitz, de lieve, stille huisgenoote, die zich tot taak gesteld had slechts voor anderen te zorgen, nu ze het geluk van haar eigen leven verloren achtte, wist telkens iets te bedenken, dat moeder en dochter dichter tot elkaar bracht.

In de vacantie liet mijnheer Poster zijn beide dochters fotografeeren. Hij wilde een afbeelding hebben van het lieve tafereeltje, dat hem den laats ten tijd zoo dikwijls getroffen had: zijn oudste meisje, met een moederlijk-zachte uitdrukking op haar gezicht, gebogen over de wieg van het kleine zusje.

De foto slaagde uitstekend. En het was moeielijk te zeggen, wie er het meest mee ingenomen was: de vader, de moeder, Marie of het kleintje, die dadelijk al, verrukt om haar eigen knapheid, wist aan te wijzen, wie groote zus was en wie kleine zus.

Eén exemplaar wilde de gelukkige vader meenemen naar zijn kantoor.

‘Dan heb ik mijn twee lievelingen altijd bij me’, zei hij vroolijk.

Marie keek hem beschroomd aan. Zij was even alleen met hem. ‘Ben ik dan ook?’

Er was iets in die aarzelende stem en in de uitdrukking van het smalle gezichtje, dat opeens den

[pagina 205]
[p. 205]

vader hevig ontroerde. Met een innige beweging trok hij het meisje naar zich toe.

‘Of jij m'n lieveling bent? Hoe kan je dàt vragen? - Jij hebt immers de óúdste rechten!’

Toen stond hij even radeloos. Want Marie was in hevig snikken los gebarsten.

‘Kindje - wat is dat nou - waarom huil je nu?’

Maar Marie lachte alweer, door haar tranen heen.

‘Omdat ik zoo idioot-dom ben geweest -’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken