Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Devote oeffeninghe op de vijf lettere van de soete ende alderheylichste namen Iesus ende Maria (1628)

Informatie terzijde

Titelpagina van Devote oeffeninghe op de vijf lettere van de soete ende alderheylichste namen Iesus ende Maria
Afbeelding van Devote oeffeninghe op de vijf lettere van de soete ende alderheylichste namen Iesus ende MariaToon afbeelding van titelpagina van Devote oeffeninghe op de vijf lettere van de soete ende alderheylichste namen Iesus ende Maria

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.28 MB)

Scans (30.08 MB)

XML (0.52 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Devote oeffeninghe op de vijf lettere van de soete ende alderheylichste namen Iesus ende Maria

(1628)–Augustinus van Teylingen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 87]
[p. 87]

Ghebedt voor de biechte.

Alder goedertierensten Heere Iesu Christe, eenighe hope der salicheydt mijnder ziele, ontfangt mijne Biechte (bidde ick u) gheeft my berouw mijns herten, ende gheeft tranen mijne ooghen, om te beschreyen dach ende nacht alle mijne versuymenissen, met ootloedigheydt ende oprechticheyt mijnder herte. Heere zijt ghy op my vergramt, wien sal ick soecken tot mijnen hulper? wie sal ontfermen over mijne boos heden? Heere ghedenckt mijnder, die den Publicaen tot penitentie gheroepen hebt, ende Petrum schreyende hebt ontfanghen. Mijn Heere, mijnen Godt, ontfanght mijne gebeden. Goeden Iesu, Salichmaecker der wereldts, die u selven inde doodt des cruys hebt voor my gege

[pagina 88]
[p. 88]

ven, aensiet my arm sondaer, uwen naem aenroepende. Al hebbe ick gedaen waerom ghy my soudt moghen verdoemen, ghy en hebt niet verloren, waer door ghy my kony salich maecken. Ghy dan die mijnen Salichmaecker zijt, spaert my, ende zijt bermhertich mijne sondighe ziele. Ontbindt hare banden, geneest hare wonden. Heere Iesu, u begeere ick, u soecke ick, u wil ick, verthoont my u aenschijn, en ick sal behouden zijn. Seyndt my o aldergoedertierenste Heere, u licht ende u waerheydt in mijne ziele, op dat die my vertoonen alle mijne sonden die ick moet biechten, ende helpt my met een droevich herte die verklaeren. Dit bid ick u o goeden Iesu, die leeft ende regneert met Godt den Vader, ende den H. Gheest, Godt in allen eeuwen der eeuwen, Amen.

[pagina 89]
[p. 89]

Een Formulier van Contritie ofte volkomen berou der sonden, ende van Liefde tot Godt boven al: Diemen noemt Twee Sleutels des Hemels, om datmen door dese hem selven steldt in staet van gratie, ende bequaem om in te gaen tot in’t Rijck der Hemelen.

Ick ken en ‘tis my uyt gantscher herten leet, o mijnen God, Schepper, verlosser ende Salichmaecker, dat ick tegens u ghesondicht hebbe: dit rout mijn dat ick u Goddelijcke goetheydt door sonden vergramme. Siet, ick maecke van nu een opsedt liever alle quaet te lijden, ja de doodt te sterven, dan uwe hooge Goddelijcke Majesteydt met eenighe dootsonden willens ende wetens te vertoornen. Ick wil mijne sonden, ghelijck ick schuldich ben, met uwe gratie biechten ende beteren, ende soecken voortaen u, mijnen Heere ende Godt te behaghen, die d’alder-op

[pagina 90]
[p. 90]

perste goetheyt ende volmaecktheyt zijt, dien ick uyt gantscher herte beminne om u eygen selve, ende boven al: want ghy zijt die fonteyne van alles goets, onser aller salicheydt, die mijne liefde, ende de liefde van alle creaturen uytnementlijck verdient hebt, ende verdient. Ick vergeve t’uwer liefde geern alle quaedt ofte leedt door eenighe mensche mijn aenghedaen, ende wille alle menschen, oock mijn vyanden beminnen om u heylich exempel, die uwe sonne doet schijnen over die goeden ende quaeden, ende gebiet dat wy bidden oock voor die ghenen die ons vervolghen ende tribuleren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken