Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verloren stroom (1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verloren stroom
Afbeelding van Verloren stroomToon afbeelding van titelpagina van Verloren stroom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.52 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verloren stroom

(1920)–Hilarion Thans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 149]
[p. 149]

3.

Na een voordracht uit Omheinde Hoven.
 
Als een die droomt den vreemden waan
 
te zijn tweevuldig, en zijn ik
 
ziet, trouw-herschapen vóór hem staan;
 
beluistren moet, in zoeten schrik,
 
 
 
zijn eigen stem uit andren mond:
 
zóó voelde ik me, als in dróóm, te moe,
 
dien avond dat ge vóór me stond
 
en spraakt me de eigen woorden toe...
 
 
 
Een droom! en o! vervulde droom!
 
Want droeg ik deze treurnis niet:
 
dat ik maar neuren, nooit in stroom
 
van klanken, uiten kon mijn lied?
 
 
[pagina 150]
[p. 150]
 
Nu rees voltonig, wat lang lag
 
in dooden nacht van boeken schuil:
 
mijn zwijgend woord - in klaren dag
 
opvonkelende waterzuil!
 
 
 
Nu trilde een stem, die kleur en lijn,
 
die tijd en ruimte wonderbaar
 
liet tot geluid herboren zijn
 
van orgelpijp en fluit en snaar.
 
 
 
Geen weemoed sloot ik, als juweel,
 
in heimlijk schrijn van teederst woord,
 
of, zinkend, zocht uw stem het êel
 
gesteente, dat heeft geel gegloord.
 
 
 
En waar ik breeder noodkreet lei
 
op klankenstuwing als der zee,
 
dààr stuwde uw stem een noodgeschrei
 
tot wand en welving schreiden mee.
 
 
[pagina 151]
[p. 151]
 
Ik, die nooit eigen leed herdacht
 
in tranen, zonder tranen leed:
 
ging weenen, luistrend hoe ùw klacht
 
mijn vroeger klaagzang weenen deed.
 
 
 
Géén vluchtig vreugdeken was ooit
 
mijn troost op lang-vergeten dag,
 
of 't lachjen heeft mijn mond geplooid
 
dat om ùw mond te monklen lag.
 
 
 
En toen uw stem gebeden had
 
mijn beden uit dien ééngen tijd,
 
dàn heb ik, wijl ik nooit meer bad
 
zóó zieleschoon, uw ziel benijd!...
 
 
 
Maar nijd, ook vrome, is stille pijn,
 
waarbij de schoone droom verzwond:
 
dat uw ziel mijn ziel was, en mijn
 
uw wonder-zangerige mond.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken