Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Limburgse jaarkrans (onder ps. Karel Matthijs) (1955)

Informatie terzijde

Titelpagina van Limburgse jaarkrans (onder ps. Karel Matthijs)
Afbeelding van Limburgse jaarkrans (onder ps. Karel Matthijs)Toon afbeelding van titelpagina van Limburgse jaarkrans (onder ps. Karel Matthijs)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.35 MB)

Scans (11.54 MB)

ebook (4.80 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Limburgse jaarkrans (onder ps. Karel Matthijs)

(1955)–C. Thewissen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 89]
[p. 89]

Processie-seizoen

IN de processieperiode van de vroege zomerdagen was de week van Hemelvaart wel het hoogseizoen. Dan kon 't wel eens treffen dat 's Zondags de Grote Processie van Sintervaas was uitgetrokken, op Maandag, Dinsdag en Woensdag stapten we ijverig en devoot mee in de Kruisprocessie en zongen die dagen door het huis van ‘ab omni malo, te rogamus Domine’, en op Donderdag, de Hemelvaartdag hadden we ons vast plaatsje ingenomen op de Bosstraat om de jaarlijkse processie van Sint Matthijs niet te missen. De zusjes gingen in alle parochieprocessies mee als engeltje, zoals ook alle harmonies en fanfares in alle processies mee trokken. Nu hadden we in die tijd maar vier parochies, zodat dit redelijk bij te houden was, maar die vier processies hadden dan ook hun vaste plaats in de Maastrichtse huisgezinnen en er waren maar weinig moeders die de meisjes niet in deze processies alle vier lieten mee gaan in hun gestijfselde processiekleedjes, waarmee ze van voorzichtigheid en plechtigheid voorover liepen met de protserige kleine kroontjes op hun hoofd. Nu noemen we ze protserig en lang heb ik ze ook protserig gevonden op de ouwe portretjes van Stutz uit de Helmstraat, maar laat ik ze in een fonkelnieuw journaal weer precies zó aantreffen.

Iedere processie had ook iets eigens. Dat eigene zat soms in het traditionele goede of slechte weer. Met Sintervaas kon het danig koud zijn en er was thuis wel eens lang dispuut of Pa, die als broedermeester mee ging, onder zijn rokfront niet een dubbele borstrok zou aantrekken tegen ‘dee vrieë beijs’. Zijn reputatie als IJsheilige wist Sintervaas in de regel te

[pagina 90]
[p. 90]

handhaven. Heldere zon maar scherpe wind, en bij deze processie horen zowel de wolken die als witte zeilen snel tegen het blauw over het feestelijke Vrijthof dreven, als de mannen die met de zware vanen tegen de noordenwind kampten. Ik zie ze nog met hun rochet over een toog, tegen hun magere benen aangedrukt, en onder die toog nog de twee broekspijpen. Zij kregen vijf gulden voor het dragen van zo'n antiek broederschapsvaan, en er was er één bij die tien gulden op bracht, maar die was dan ook uitgerust met een massief koperen kruis. Zie ze kampen tegen de wind. De misdienaartjes hangen vergeefs aan de zware gouden koorden-en-kwasten om de vaan recht te houden. En dikwijls moesten ze het opgeven en legden de vaan maar over hun schouders zoals een Chinees soldaat zijn geweer draagt. Dát leverde hun Sintervaas. Wat waren onze weesmeisjes niet mooi in de Servaasprocessie. De pottemennekes openden de stoet met hun lange broeken en ronde hoedjes, en dan volgden de meisjes met een kraakheldere schouderdoek in punt waar de plooien nog ingestreken waren. Hun haar droegen ze met opgerolde krullen in een netje, dat als een zakje in hun hals hing. Je rook de chloor als het weeshuis vers gewassen en gesteven biddend voorbij trok, zoals je de kamferballen rook bij het passeren der broedermeesters, wier zwarte jassen alleen voor die dag uit de kast kwamen. Met veel ontzag keken we ook naar het borstbeeld van Sintervaas met waggelende kop en mijter en met de schele ogen. U hoeft dit niet oneerbiedig te vinden, want onze stadspatroon was scheel, net zo goed als dat hij honderd jaar geworden is, een Armeniër van geboorte was en rechtstreeks familie van Onzelievenheer zelf. Sintervaasprocessie heeft ook de mooiste ‘hemel’, een

[pagina 91]
[p. 91]
pronkstuk van goud en fluweel, van krullen en slierten, van bolwangige engeltjes en de dieren der evangelisten. Dit stuk mag U werkelijk wel eens goed bekijken. Wij konden het in ieder geval uittekenen,

illustratie

zo vaak hadden wij er in grote bewondering naar gekeken.

 

In St. Matthijsprocessie dragen nog altijd de bruine paters met hun blote voeten het zware zilveren kruis, waaraan een klein vaantje hangt. Hier gingen

[pagina 92]
[p. 92]

ook in die dagen een soort vergulde pluimen mee. Zij zijn later opgeruimd, vermoedelijk als niet artistiek, maar zij wáren indrukwekkend mooi. Het waren vergulde palmbladeren op hoge vergulde stokken en zij liepen bij de hemel. Maar het mooiste wandelend pronkjuweel van Sint Matthijsprocessie dat was de ouwe deken Menten, zijn tenger Leo XIII-achtig figuur van top tot teen in het paars, zijn handschoenen vol schitterende ringen en fiere decoraties op de borst. Hij was Protonotarius Apostolicus en Eerekanunnik van Assisië. Hij had een frisse gelaatskleur en bovendien warrige witte haren, want hij was ook toneelschrijver, dichter en gewijd redenaar. In vrome eerbied keken wij naar hem op als hij deftig achter de "hemel" liep. Aan de processie van Sint Matthijs zit ook nog de herinnering aan een fondant-achtig jongetje, in een roze en lichtblauw page-costuum, een muts met pluimen en een zilveren schopje in de hand. Ik geloof dat hij een restant was van het bezoek van Kardinaal van Rossum, en toen iets had mogen aanbieden of een vers opzeggen. Jaren lang liep dat jongetje in deze processie vlak bij de troonhemel, boven ons, gewone schoolknapen ver en heilig verheven. Hij had een geheel eigen stap gekregen, telkens iets vooroverbuigend. Nu is dit jongetje een grote man en stapt nog altijd in de processie, maar nu als pastoor van een echte parochiële kudde...... Sommige mensen zeggen dat het met Sint Matthijsprocessie altijd regent, maar ik moet dat tegenspreken, want zelf ben ik eens meegegaan in een soort wit hempje met gele rand, en een koperen band die maar niet houden wilde op onze proper kaalgeknipte kletskoppen (een costumering waarin wij kardinaal van Rossum hadden toegezongen), en die keer was de markt waar we om héén trokken

[pagina 93]
[p. 93]
heet, mijnheerke, héét als een bakoven, en dáárom is de processie van St. Matthijs voor mij steeds de heetste processie gebleven van alle parochies. Ik zou U nog kunnen vertellen van de Wieker Broonk die wij altijd een tikje 'n boerenprocessie vonden in vergelijking met de andere. Maar aan de Wieker processie zit een andere zonderlinge herinnering verbonden, die van het wratje van mijn zusje. Mijn

illustratie

zusje had een klein "vrettelke" aan haar hand. Om dit kwijt te raken had ze het aangestreken aan het lijk van 'n oud vrouwtje dat bij ons boven gestorven was. Trouw bad zij de dagelijkse gebeden voor de zielerust van het wijfje en vroeg dat het gestorven mens háár vrettelke mee in het graf zou nemen, negen dagen lang bidden. Het hele huishouden wachtte in spanning of deze oeroude remedie zou helpen. En laat ons nu hard over de Maasbrug rennen
[pagina 94]
[p. 94]

om nog op tijd de Wieker Broonk te zien die al de Rechtstraat uit en in trok dwars over de Percé als daar mijn zusje op de brug uitgelaten begint te schreeuwen dat haar vrettelke weg was, helemaal weg. Wij hadden dat jaar nauwelijks geduld het einde van de processie af te wachten om dit heugelijke nieuws thuis te vertellen, en ieder jaar werd op de dag van de Wieker Broonk de geschiedenis van het vrettelke opnieuw verteld. Zo vulden de processies met hun mooie luister en muziek voor ons de schoonste dagen van het jaar. Mensen, die niet zo processieachtig waren, zeiden wel eens: ‘'t is toch altijd 't zelfde’ maar er zijn altijd dwarse mensen die boulde-Berlins met Kerstmis zouden eten en harde eieren met Nieuwjaar.

Juist die processies met hun regelmaat van ieder jaar hetzelfde, daar ging je ook niet naar toe om te kijken, maar, ja hoe moet ik dat zeggen, daar keek je naar met de ogen van je hart of van je ziel. En dan heb ik U nog niets verteld van de processie van de vijftiende Augustus, de processie van Onze Lieve Vrouw, maar dat was dan ook ónze processie, die bij óns langs kwam, waarvoor wij het strooisel plukten, de kijk-uiten sierden, plechtig nonkes en tantes gingen inviteren om de processie te komen zien. Onze eigen processie, dáárvan zou ik U dagen lang willen vertellen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken