Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het vogeljaar (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het vogeljaar
Afbeelding van Het vogeljaarToon afbeelding van titelpagina van Het vogeljaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.23 MB)

XML (0.89 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

plaatwerk / prentenboek
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het vogeljaar

(1904)–Jac. P. Thijsse–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Nederlandsche vogels in hun leven geschetst


Vorige Volgende
[pagina 306]
[p. 306]

De wielewaal.

Een dikke dertig jaar geleden woonden wij een kwartiertje buiten Woerden aan den Ouden Rijn, en daar hadden wij schooljongens een heerlijk leventje. Er was natuurlijk een boomgaard en een tuin, bosschen met bramen en wilde aardbeien en dan ook nog de rivier, vijvers en slooten, waar je met het allergebrekkigste vischtuig van de wereld nog allerlei aardige visschen en andere waterdieren kon vangen. Weilanden, graanvelden, moestuinen, klei-afgravingen, het jaagpad, een rozenhaag en een veldje, waar welriekende viooltjes groeiden onder hooge eikeboomen, verschaften ons het heele jaar rijkdom en genoegen.

Dicht bij ons huis lag een kampje, waar wij altijd speelden. Het was geen akker of weide, maar een soort van opslagplaats, waar allerlei dingen verschenen en verdwenen, zonder dat wij recht wisten, waar ze vandaan kwamen en wie ze weer weghaalden. Nu eens lagen er enorme graan- en hooischelven, dan weer stapels peppel- en wilgestammen, soms ook ladingen ‘Amsterdamsche vullis’ en ook wel hoopen oud ijzer en gebroken machinerieën of heele rijen van mooie rood- en blauw geschilderde landbouwwerktuigen. Een enkel maal toefde er een troep Zigeuners; er was altijd wat te zien en te beleven op dat kampje, al was het alleen maar onze vroolijke troep,

[pagina 307]
[p. 307]

bezig met vechten, knikkeren of slootje springen. Er lagen mooie slooten omheen en hooge peppels vormden er een geschikt gordijn.



illustratie
De Wielewaal.


Het was dan ook volkomen in den haak, dat daar op een mooien Meimorgen een heele troep onbekende vogels verscheen. Op 't kampje kon alles gebeuren. Wat een drukte! Groote gele vogels met zwarte vlerken en roode snavels vlogen heen

[pagina 308]
[p. 308]

en weer in de peppels, en zaten elkaar na tot in de hoogste toppen. De heele buurt kwam er aan te pas, de klompenmaker, de visscher, de rietdekker, de boer, en al heel gauw was er een deskundige bij, die verklaarde, dat het gele wiewouws waren, waarin hij dan ook volkomen gelijk had.

Er bestond ook niet de minste aanleiding, om het te betwijfelen, want als zoo'n gele vogel tusschen twee stoeipartijen even rustig mocht zitten tusschen de bladeren, dan riep hij helder en duidelijk: ‘gele wiewouw, gele wiewouw’. Uit een anderen boomtop antwoordde een van zijn kornuiten: ‘gele wiewouw’ en aan 't bewegen van de blaren kon je zien, dat ze zich tot elkaar voelden aangetrokken. Daar komt er een te voorschijn, geel, zwart, rood, hij wiegelt even op een takje heen en weer en schiet dan in 't schitterend zonlicht als een pijl naar zijn tegenstander, die het melodieuse wiewouw-gefluit vervangen heeft door een sarrend, krijschend kattengemauw. Nu duurt het niet lang, of ze tuimelen vechtend uit den boom, belanden op een dikken tak, zitten elkaar eventjes hijgend aan te staren en vallen dan weer aan met hun lange, rechte, roode dolksnavels.

Wat hebben we een genoegen van die wielewalen gehad! Den volgenden dag kwamen er nog meer, en nu waren er ook wijfjes bij, die de schitterend gele kleur missen, maar groenachtig zijn, met bruine lengtestreepen, zoodat je ze tusschen de groene blaren haast niet zien kunt. Nu was het vechten en roepen en schreeuwen dubbel zoo erg, en ondernemende geesten onder ons zonnen al op middelen, om die prachtige vogels te vangen. Maar na een paar dagen werd het al kalmer en kalmer, de paren hadden zich verspreid, niet een was er op het kampje gebleven, doch overal in ons wandelgebied hoorden wij den heelen zomer door den malschen roep, ofschoon wij de vogels zelve maar zelden te zien kregen.

Zoo gaat het altijd met die wielewalen. Ze komen in 't mooist van Mei, wanneer alles reeds vol in blad staat. Gedurende de eerste dagen na hun aankomst vertoonen zij zich nog al

[pagina t.o. 308]
[p. t.o. 308]


illustratie
Foto A. Burdet.          Bloemendaal, 28 Juni 1909.
WEILEWALEN.


[pagina 309]
[p. 309]

vrijmoedig, maar zoodra het broeden begint, houden ze zich meestal schuil tusschen de bladeren, alleen hoort ge overal hun heerlijken zomerroep of hun afschuwelijk kattengemauw. Slechts wanneer ge in de gelegenheid zijt, ze in de nabijheid van hun verblijfplaats te bestudeeren, kunt ge ze nog eens wat meer te zien krijgen, en misschien treft ge het dan ook, dat ge het mannetje ook nog eens echt hoort zingen, in 't geheel niet uitgelaten, maar in zichzelf gekeerd, met onduidelijke fluistergeluidjes, net of hij zit te droomen.

Eigenlijk zijn wielewalen in het geheel niet zeldzaam. Ze worden overal gehoord, waar niet te weinig boomen zijn, en ofschoon ze 't meeste houden van hoog hout, ontbreken ze toch ook niet in streken met laag geboomte. De aanwezigheid van water is iets, waar ze bij de keuze eener woonplaats vooral op letten, langs de rivieren wonen ze heel graag, en dan willen ze zich zelfs wel vergenoegen met kreupelboschjes of wilgengrienden.

Het nest is moeilijk te vinden; het hangt in de vork van twee takken, waaraan het stevig bevestigd is door haren en draden en banden, die om den tak gewonden en door het nest genaaid zijn. Dat doen ze met hun snavel, en 't is wel de moeite waard, om daar eens naar uit te zien en door een verrekijker deze zeer bijzondere bouwerij te begluren. Ik heb daarvan op Swaanswijk eens het een en ander gezien.

Als een wielewaal eenmaal een goede nestmik gevonden heeft, dan is hij daar zeer blij mee en keert jaar in jaar uit naar dezelfde plek terug. Het is dus goede tactiek, om in den winter naar wielewaalnesten uit te zien; een uitstekende bezigheid bij het schaatsenrijden, en aardig is het, om in de harde vorst voortsnellend over het gezonde zwarte ijs, het luchtig bouwsel van den zomer te ontdekken in de kale takken.

Als ze jongen hebben, krijg je ze meer te zien, en dan blijkt het, wat een goede rupsenvangers ze zijn. Ik heb er een gekend, die kwam strijk en zet de kardinaalsmutsjesmotten weghalen,

[pagina 310]
[p. 310]

die bij honderden de mooie heestertjes verpesten. Ook nemen ze heel graag, evenals de koekoek, harige rupsen, waar de andere vogels afkeerig van zijn en daarom alleen reeds moeten wij hen overal welkom heeten. Op onze foto ziet ge juist, hoe 't mannetje zijn vrouw zoo'n ruige versnapering komt aanbieden.

Naarmate de zomer vordert, komen de wielewalen nog meer te voorschijn. Zij hebben dan een bijzondere voorliefde voor kersen en wedijveren in den morgenstond met de spreeuwen, wie er 't ergst in de boomgaarden zal huishouden. De kleine kersjes van de Vogelkers (Prunus Padus) willen zij ook wel hebben, daarom is het goed, deze mooie heesters veel aan te planten, evenals de Amerikaansche Vogelkers (Prunus serotina). Daar komen ze in Augustus bij troepen tegelijk op, soms enkel ouden, ook wel enkel jongen en een andermaal een heel huisgezin. Maar in September zijn alle voor goed verdwenen en het welluidende ‘wielewaal’ dat ge bij uw herfstwandeling uit de hooge boomen hoort weergalmen, is afkomstig van een spotzieke spreeuw, die blij is, omdat hij zijn rui bijna achter den rug heeft.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken