Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het vogeljaar (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het vogeljaar
Afbeelding van Het vogeljaarToon afbeelding van titelpagina van Het vogeljaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.23 MB)

XML (0.89 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

plaatwerk / prentenboek
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het vogeljaar

(1904)–Jac. P. Thijsse–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Nederlandsche vogels in hun leven geschetst


Vorige Volgende
[pagina 311]
[p. 311]

De grauwe klauwier.

Doorndraaier, Vinkenbijter, Roode Wurger, Negendooder zijn erkende volksnamen voor dit vogeltje, dat ook al naar den aard en de stemming zijner beoordeelaars betiteld is met de uitdrukkingen: Kaïn, Judas, Moordenaar, Wreedaard, Verrader en dergelijke. Intusschen is hij noch beter, noch slechter dan de andere vogels, die leven van dierlijk voedsel. Een nachtegaal, die een worm eet, een zanglijster, die een slak bewerkt, een kauwtje, dat zich nuttig maakt door het eten van meikevers, zijn even wreed, en doen hun slachtoffers even afgrijselijke martelingen ondergaan, als de klauwier, die zijn torretjes op een doorn prikt.

Maar dat prikken heeft het hem gedaan. Iedereen heeft wel eens een prentje gezien van een voorraadschuur van de klauwier, en iedereen heeft wel eens in jeugdige onnoozelheid een levend insect ‘opgeprikt’ of zien opprikken, en daarbij de treurige ervaring opgedaan, dat zoo'n arm dier dan uren lang met zijn pooten kan rondspartelen, eer er voor goed een eind aan zijn lijden komt. En daarom is dan de klauwier een wreedaard.

Intusschen hebt ge hoogstwaarschijnlijk nog nooit zoo'n voorraadschuur gevonden, en in al de jaren, dat ik op onze vogels let, heb ik er nog maar drie aangetroffen, en die waren dan nog maar uiterst schraaltjes voorzien. Maar als de menschen

[pagina 312]
[p. 312]
boeken maken en levensgewoonten beschrijven, dan dikken zij alles wat sterk aan, de teekenaar doet er het zijne toe door met ongebreidelde fantasie een gedoornde takkenbos te teekenen, waarop hij, zich niet eens houdend aan de traditioneele negen,

illustratie
De Grauwe Klauwier.


een heele insectenverzameling opprikt met voor de variatie een muis en wat kale jonge vogeltjes er tusschen.

Nu zijn al die dingen wel waargenomen, maar vrij zelden, en nooit zoo'n massa bij elkaar. De aardigste vondst, waar ik van weet, is wel de door Heimans in Limburg aangetroffen insecten, opgeprikt op de stekels van een ijzerdraad-versperring. (Levende Natuur VIII, blz. 178.) Indien gij eens iets van dezen aard vindt, zult ge mij zeer verplichten met een nauwkeurig

[pagina 313]
[p. 313]

bericht, en meer nog met de toezending van de heele voorraadschuur zelf. Nog beter is het, als ge die meteen opzendt naar Artis, want daar behooren eigenlijk alle aardige wetenswaardigheden terecht te komen, opdat een talrijk en leergierig publiek daar zijn kennis verrijken kan.

Maar nu hebben we de voorraadschuur al verkocht en den arbeider nog niet eens gevonden. Ge kunt die klauwieren overal vinden, waar doornstruiken groeien: in en langs de duinen, waar ze zich 't meest ophouden in de meidoorns en duindoorns, terwijl ze in 't Oosten van ons land meer in de sleedoorns huizen. Nergens heb ik ze zoo veel en zoo goed gezien als in den Achterhoek, vooral in de overheerlijke wilde sleedoornhagen langs den grindweg van Terborg naar Zeddam. Die Geldersche sleedoornhagen zijn ware schatkamers.

Wanneer ge nu uw klauwier wilt vinden, dan is 't het beste, dat ge in Juni of Juli wat gaat liggen aan den rand van een kreupelbosch of van eiken hakhout (daar staan altijd doorns genoeg doorheen), en dat ge dan de toppen der struiken goed in 't oog houdt. Ge moet niet alleen letten op de heesters in uw onmiddellijke nabijheid, maar den blik vrij laten zwerven honderden meters ver, want het komt er alleen op aan, om een vogel te ontdekken, die lang op 't topje van een der allerhoogste twijgen zit.

Het duurt niet lang, of ge krijgt hem in de gaten. Het zou een vliegenvangertje kunnen zijn, want die zit ook graag hoog en rechtop, maar deze vogel is toch grooter en nu we wat naderbij geslopen zijn, zien we, dat hij niet effen grijs, maar zeer prachtig gekleurd is: zwart voorhoofd, blauwen schedel, een breede, zwarte streep in de oogstreek, kastanjebruinen rug, glanzig rozeroode borst en flanken, vleugels en staart zwart. 't Is een van onze mooiste zangvogels, jammer alleen, dat de omgebogen snavelpunt als een Kaïnsteeken herinnert aan zijn reputatie van moordenaar.

Doch laat ons daar niet aan denken. Hoor, hij zingt! Zijn

[pagina 314]
[p. 314]


illustratie
Foto R. Tepe.
Wijfje van de Grauwe Klauwier.


[pagina 315]
[p. 315]

snavel beweegt nauwelijks, maar ge kunt de veertjes van de keel op en neer zien gaan. Het is weer een ingetogen liedje, alleen voor eigen pleizier, een geoefend oor herkent er brokjes lied in van allerhande zangvogels. De booze wereld heeft dit nabootsingslied van de klauwier opgevat als een poging, die de vogel zou aanwenden, om de kleine zangvogeltjes in zijn nabijheid te lokken, om ze dan verraderlijk te overvallen en te dooden.

De zucht tot nabootsing is echter een zoo gewoon verschijnsel in de vogelwereld, dat wij in dat geval niet het minste recht hebben, om aan een bijzonder boos opzet te denken. Ik heb hem wel wulpen hooren imiteeren en nu zal toch niemand gelooven, dat onze vriend een slachtoffer zal trachten te maken van een vogel, die vijf en twintig maal zoo zwaar is als hijzelf. Ik heb in 't drukst van den tijd, in den tijd dat de jongen gevoerd moesten worden, de klauwieren ontmoet te midden van talrijke gezinnen grasmusschen, tuinfluiters, fitisjes, die met gelijk doel door de sleedoornhagen rondzwierven, en van den beruchten moordenaar niet den minsten overlast ondervonden. En als ik ergens lees, dat een klauwier een zwarte lijster heeft doodgehakt, dan weet ik nog zoo zeker niet, of hier geen wettige zelfverdediging in 't spel was. Enkele malen heb ik kleine vogeltjes ontevreden hooren doen over de aanwezigheid van een klauwier, maar dat bewijst op zichzelf nog niet veel.

Ik wil den klauwier niet witwasschen, doch wel den nadruk er op leggen, dat naar mijn ervaring de beschuldigingen tegen hem ingebracht, zeer overdreven en daardoor onwaar zijn.

Het nest van den klauwier vindt ge 's winters gemakkelijk genoeg en dan verwondert ge u erover, hoe het 's zomers aan uw onderzoek ontsnappen kon, want het ligt vrij laag in de doornstruiken, maar juist op plaatsen, waar deze zich het sterkst vertakken. Ik heb er ook wel gevonden in die onbetaalbare nestenstruik, de vlier. 't Is een mooi nest, dat wel doet denken aan een vinkennest, bekleed met mos aan de buitenzijde, met

[pagina 316]
[p. 316]


illustratie
Foto R. Tepe.
Mannetje van de Grauwe Klauwier.


[pagina 317]
[p. 317]

pluis en haren aan den buitenkant. Het is niet al te groot en wordt door de woelige jongen aardig gehavend. De mooie vrij groote eieren kunnen allerlei tinten hebben, ge vindt ze zoowel zeegroen als rozerood, met donkerder vlekken, die meestal om het dikke einde een krans vormen.

Bij lang voortgezette nauwkeurige waarneming kunt ge misschien helpen uitmaken, of dit kleurverschil der eieren een kwestie is van leeftijd, dan wel een gevolg van individueele eigenschappen. Aan leege eierdoppen kun je zoo iets niet uitmaken; ge weet nu wel, wat ik verder bedoel.

In de zomervacantie is moeder klauwier met haar jongen een zeer gewone verschijning in het lage hout. Zij is heel anders gekleurd dan 't mannetje: licht-bruin met vele donkere gegolfde dwarsstrepen, en zoo zien de jongen er ook uit. Ze maken heel wat geraas, als ze door de dorens trekken, ze marcheeren maar trouw achter moeder aan en als deze bij 't vangen van een dikke rups of kever niet dadelijk een hongerig bekje aan haar zijde vindt, dan spietst zij de prooi op een doorn en die wordt er door de nakomelingen dan wel afgehaald.

Nog even een kleine bijzonderheid. Als een klauwier op zijn lievelingsplekje hoog in de takken zit, dan neemt hij soms zonderlinge houdingen aan. Hij kijkt graag over zijn schouder, zoodat ge dan net als op een Egyptische teekening de romp gewoon en den kop ‘en profil’ te zien krijgt. Bovendien kan hij zijn staart kwispelen, in een horizontaal vlak heen en weer bewegen, en dat doet hij soms heel langzaam. Zoo kunt ge hem te zien krijgen met zijn kop dwars en zijn staart scheef, een caricatuurachtige houding, zulk een mooien vogel beslist onwaardig.

 

Zeldzamer dan de vorige soort, maar in leefwijze weinig van hem verschillend, is de roodkop klauwier, die aan zijn mooie kleuren gemakkelijk te herkennen is: kop en nek mooi roodbruin, rug, vleugels en staart zwart met witte zoomen en

[pagina 318]
[p. 318]


illustratie
Foto R. Tepe.
Jonge klauwieren.


[pagina 319]
[p. 319]

vlekken, onderzijde wit, voorhoofd zwart met opzij witte vlekjes. Het wijfje is minder schel geteekend, waar 't mannetje zwart is heeft zij bruin.

 

Nog zeldzamer broedt bij ons de klapekster, die geheel zwart met wit lijkt, doch kop en rug zijn eigenlijk heel mooi grijs. Zijn nest is alleen gevonden beoosten de Vecht en bezuiden de Maas. In den trektijd vertoonen ze zich door 't heele land; ook 's winters.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken