Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De navolging van Christus (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van De navolging van Christus
Afbeelding van De navolging van ChristusToon afbeelding van titelpagina van De navolging van Christus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.03 MB)

Scans (12.04 MB)

ebook (3.70 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Vertaler

Willem Kloos



Genre

non-fictie

Subgenre

traktaat
non-fictie/theologie
vertaling: Latijn/Neolatijn / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De navolging van Christus

(1908)–Thomas à Kempis–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 104]
[p. 104]

Elfde hoofdstuk.
(Dat het kruis van Christus zoo weinig ware liefhebbers heeft).

1. Jezus heeft thans velen, die naar het koninkrijk der Hemelen verlangen, maar weinigen die ook dragers van Zijn kruis willen zijn. Velen heeft hij die vertroosting willen krijgen, maar weinigen die gekweld willen worden. Velen heeft Hij, die met Hem aan tafel willen aanzitten, maar weinigen, die zich iets ontzeggen kunnen. Allen willen met Hem in vroolijkheid leven, maar weinigen zijn er, die voor Hem iets uit willen staan. Velen volgen Jezus tot aan de breking des broods, maar weinigen tot waar de kelk des tijdens moet geledigd worden. Velen vereeren Zijne wonderwerken, maar weinigen willen den smaad van Zijn kruis ondergaan. Velen hebben Jezus lief, zoolang geen tegenspoed hen treft. Velen prijzen en zegenen Hem, zoolang zij eenigerlei troost van Hem ontvangen, maar als Jezus zich verborgen houdt, en hen een-beetje-maar alleen laat, beginnen zij te klagen of vervallen zij tot de grootste wanhoop.

2. Wie Jezus echter liefhebben om Jezus' wil en niet om eenige vertroosting die zij zelf van Hem krijgen kunnen die zegenen Hem, zoowel wanneer zij in angst en droefenis zitten, als wanneer zij ten opperste gezegend zijn. 5n al zou Hij hun nimmer troost willen geven. Dan prijzen zij Hem toch ten allen tijde en zeggen hem altijd dank.

3. O, wat vermag niet de zuivere liefde tot Jezus, onvermengd als die is met eigenliefde of gedachte aan eigen geluk! Zijn zij niet loonslaven te noemen, de menschen, die altijd naar vertroostingen vragen? Blijken zij niet zichzelf méér lief te hebben dan Christus, daar zij altijd denken om hun eigen gemak en voor-

[pagina 105]
[p. 105]

deel? Waar vindt men hem, die God zou willen dienen zonder belooning?

4. Zelden vindt men iemand die zóó geestelijk is, dat hij alles van zich afgelegd zou hebben. Ja, waar vindt men den mensch, die waarlijk arm van geest zou zijn, en van al het aardsche ontbloot? Want diens belooning ligt ver vooruit, in de laatste toekomst. Al zou een mensch al zijn geld en have weggegeven hebben, dan beteekent dat nog niets. En al had hij zich berouwd en groote boete gedaan, dan zou dat nog maar weinig zijn. En al had hij alle kunst en wetenschap geleerd, dan laat de belooning toch nog op zich wachten. En al bezat hij alle deugd en een over vurige godsvrucht, dan zou hem toch nog veel ontbreken, nl. dat eene wat hij het allermeeste noodig heeft. Wat is dat dan? Dat hij alles verlatende, ook zichzelf verlate en geheel en al afstand doe van zichzelf, en niets voor zich achterhoude van zijn liefde voor bijzondere menschen. En als hij alles gedaan heeft wat hij weet dat gedaan moet worden, dan moet hij zich toch voelen alsof hij niets heeft gedaan.

5. Hij moet niets van groote waarde achten, waarvan men zou kunnen zeggen, dat het groote waarde heeft: neen, hij moet bekennen, dat hij in waarheid een nuttelooze knecht is, zooals de Waarheid zegt: Al hadt gij alles gedaan wat u opgedragen werd, blijft dan toch nog zeggen: Wij zijn onnutte knechten. Want dan zal hij in-waarheid arm en naakt van geest mogen zijn, en met den Profeet zal hij kunnen zeggen: Arm ben ik en ellendig. Niemand echter is rijker, machtiger en vrijer, dan hij die in staat is, zichzelf en alle dingen te verlaten, en zich neer te zetten bij en te berusten in het allergeringste en minste wat er is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken