Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De navolging van Christus (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van De navolging van Christus
Afbeelding van De navolging van ChristusToon afbeelding van titelpagina van De navolging van Christus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.03 MB)

Scans (12.04 MB)

ebook (3.70 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Vertaler

Willem Kloos



Genre

non-fictie

Subgenre

traktaat
non-fictie/theologie
vertaling: Latijn/Neolatijn / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De navolging van Christus

(1908)–Thomas à Kempis–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Vijfde hoofdstuk.
(Over de wonderbare uitwerking van de liefde Gods.)

1. Ik zegen U, Hemelsche Vader, Vader van mijnen Heere Jezus Christus, omdat Gij u verwaardigd hebt, mij, arme, te gedenken.

O, Vader van barmhartigheid en God van allen troost, ik zeg U dank, dat Gij mij, die allen troost onwaardig ben, toch wel eens verkwikt met Uwen troost. Ik zegen U en verheerlijk U eeuwiglijk, U met uw eeniggeborenen Zoon en den Heiligen Geest. O, mijn Heere God, Gij, mijn heilige Minnaar, als Gij in mijn hart komt, springt mijn binnenste op. Gij zijt mijn roem en de vreugde mijns harten. Gij zijt mijn hoop en mijn toevlucht in de dagen mijner kwelling.

2. Maar omdat ik nog zwak ben in de liefde en te kort schiet in goede werken, daarom is 't mij noodig, dat ik door U versterkt en getroost word: bezoek mij daarom dikwijls en onderwijs mij in Uwe heilige leeringen. Bevrijd mij van kwade hartstochten en reinig mijn hart van alle ongeregelde begeerten, opdat ik inwendig gezond en gezuiverd, geschikt om te beminnen, sterk om te dulden en standvastig om te volharden moge zijn.

3. Een groot, goed ding is de Liefde, in alle opzichten, het zware maakt zij licht en doet alles gelijkelijk wegen: elken last draagt zij, zonder het te bemerken, en het bittere maakt zij zoet en goed-van-smaak. De

[pagina 123]
[p. 123]

edele liefde tot Jezus drijft ons aan, om iets groots te bewerkstelligen, en telkens weer naar iets nog volmaakters te streven. Liefde wil bovendrijven, wil niet door het lagere neergehouden worden. Liefde wil vrij zijn en van alle wereldsche begeerte los, opdat niets haar inwendig aanschijn en Wezen in den weg sta, opdat zij niet in de war rake door eenig tijdelijk genoegen, noch door ellende en ongemak bezwijk'.

Niets is zoeter dan de Liefde, niets sterker, niets hooger, niets gaat verder, niets is aangenamer, niets volkomener, niets beter, kortom op aarde of in den hemel: want de Liefde is geboren uit God, en mag alleen in God rustig zweven over al het geschapene.

4. Liefde vliegt, loopt, is blij en vrij en wordt door niets tegengehouden. Zij geeft alles voor allen, en heeft alles in alles, want, in het allerhoogste Eéne, zetelt zij rustig over en boven alles, in dat ééne waaruit alles goeds voortvloeit en komt. Liefde ziet niet of er iets gegeven wordt, maar, boven dat alles uit, keert zij zich toch henen naar den gever. Liefde kent dikwijls geen maat, maar boven alle mate is zij vurig. Liefde voelt geen last, en telt geen inspanning: zij wil meer dan zij kan: zij denkt niet aan onmogelijkheid, omdat zg van meening is, dat zij alles kan en mag. Zij is dus goed voor alles en vervult alles, en komt de uitvoering te hulp, daar waar de liefdelooze aflaat en bezwijkt.

5. De liefde waakt en, zelfs slapende, slaapt zij niet. Vermoeid zijnde, is zij toch niet vermoeid, door dwang wordt zij niet bedwongen, en al verschrikt men haar, wordt zij toch niet in de war gebracht: maar als een levende vlam en een brandende fakkel, breekt zij uit, en gaat ongehinderd door alles heen. Zoo iemand liefheeft, weet hij wat deze stem roept, want als een geschreeuw in de ooren Gods is de brandende begeerte

[pagina 124]
[p. 124]

der ziel, wanneer zij spreekt: Mijn God, Gij zijt mijn Liefde: Gij zijt geheel de Mijne, en ik geheel de uwe.

6. Verruim mij in Uw liefde, opdat ik, in den binnensten grond van mijn hart, leer proeven, hoe zoet het is, te beminnen en in de liefde als vloeibaar gemaakt te worden en te zwemmen. Laat mij, vastgehouden door de Liefde, uitrijzen boven mijzelf, in wonder-baar-gloeienden ijver, stilzwijgend. Neen, laat mij het hooglied der Liefde zingen, laat mij volgen mijn Geliefde hoog in de hoogte, laat mijn ziel bezwijken, te niet gedaan worden, terwijl zij U prijst, terwijl zij jubelt van liefde. Moge ik U meer liefhebben dan mijzelf, en mijzelf alleen om U, en allen in U, die u waarlijk liefhebben, zooals het gebiedt de wet der Liefde, die uit U te voorschijn licht.

7. De Liefde is snel, vroom, blij en aangenaam, sterk, geduldig, getrouw, voorzichtig, lankmoedig, mannelijk, en zij zoekt zichzelf nooit. Want waar iemand zichzelf zoekt, valt hij af van de Liefde. De liefde is behoedzaam, nederig en recht-uit, niet week, niet lichtvaardig, en zij richt zich niet op ijdele dingen: matig, kuisch, standvastig, rustig en in elk opzicht goed bewaakt. De liefde is onderworpen en gehoorzaam aan wie boven haar staan, maar op zichzelf ziet zij neer als iets laags, aan God wijdt zij zich toe, God is zij dankbaar, altijd op Hem vertrouwende en hopende, al zij ook God niet vriendelijk voor haar: immers zonder smart kan de liefde niet zijn.

8. Wie niet bereid is, om alles te lijden, en in alles den wil te doen van Hem, dien hij liefheeft, die verdient het niet, een Minnaar te heeten. Want wie liefheeft, moet al het bittere en harde om den wille van wien hij liefheeft, gaarne aannemen, en mag zich niet van hem afwenden, hoe ook alles hem daartoe drijft.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken