Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De navolging van Christus (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van De navolging van Christus
Afbeelding van De navolging van ChristusToon afbeelding van titelpagina van De navolging van Christus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.03 MB)

Scans (12.04 MB)

ebook (3.70 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Vertaler

Willem Kloos



Genre

non-fictie

Subgenre

traktaat
non-fictie/theologie
vertaling: Latijn/Neolatijn / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De navolging van Christus

(1908)–Thomas à Kempis–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Vijfde hoofdstuk.
(Over de waardigheid van 't Sakrament en over den Priesterstand.)

1. Al waart gij zoo zuiver als de engelen en zoo heilig als de heilige Johannes de Dooper, Gij zoudt toch nog niet waardig zijn dit Sakrament te ontvangen, noch het uit te reiken. Want niet door menschelijke verdiensten verkrijgt men het recht, Christus' Sakrament te wijden en aan te bieden, of als spijs tot zich te nemen het brood der engelen. Groot is 't geheimenis en hoog de waardigheid der priesters, want hun is gegund te geven wat zelfs de engelen niet mogen geven. Want slechts de priesters, die op plechtige wijze in de Kerk daartoe verordend zijn, bezitten de macht om Christus' bloed en lichaam te konsekreeren en rond te geven. De priester toch is de dienaar Gods, die gebruik maakt van 't woord Gods, zooals God

[pagina 246]
[p. 246]

dat heeft bevolen en ingesteld: God echter is het, Die hier voornamelijk handelt en onzichtbaar werkt, en aan Wien alles, wat Hij wil, onderdanig is, Wien alles gehoorzaamt in wat Hij heeft bevolen.

2. Gij moet dus bij het allerhoogwaardigste Sakrament meer gelooven en vertrouwen in God dan in uw eigen begrip of eenig zichtbaar teeken: en daarom moet gij met vrees en eerbied u tot dit werk begeven. Let dus wel op, en wees indachtig, Wiens dienst u is toevertrouwd, toen de Bisschop u zijn handen oplegde. Ziet, gij zijt Priester geworden, en gewijd zijt gij, om het Mysterie te vieren: Zorg nu ook, dat gij, als de tijd daar is, getrouw en vroomlijk God het offer opdraagt, en u-zelf vlekkeloos toont te zijn. Gij hebt uw last niet lichter gemaakt, neen, door een nauweren band zijt gij nu aan de tucht gekluisterd, en gehouden zijt gij er aan, om een hoogeren graad van heiligheid te bereiken. Een priester moet versierd zijn met alle deugden en anderen moet hij het voorbeeld van een goed leven geven. Zijn omgang moet niet zijn met de kinderen der wereld, die breede wegen bewandelen, maar met de engelen in den hemel en met de volmaakte menschen, die op de wereld zijn.

2. De Priester, als hij gekleed is in 't gewijde gewaad, vervult de rol van Christus, door voor zichzelf en alle andere menschen nederig smeekend te bidden tot God. Vóór zich en achter zich heeft hij het teeken des Kruizes, om altijd indachtig te kunnen blijven aan Jezus' lijden. Vóór zich draagt hij het Kruis, om Jezus' voetstappen te kunnen zien, en begeerte te voelen om Hem ijverig te volgen. Van achteren is hij met het Kruis geteekend om alle kwaad, dat hem van anderen te beurt valt, om Gods wil geduldig te dragen. Vóór zich draagt hij het Kruis om zijn eigen zonden te kunnen bejammeren, achter zich, om ook de

[pagina 247]
[p. 247]

zonden, door anderen begaan, met medelijden te kunnen beweenen, en opdat hij zich bewust zij, dat hij midden tusschen God en den zondaar geplaatst is, en hij niet aflate van te bidden en de heilige middelen te verstrekken, totdat hij genade en barmhartigheid heeft kunnen afsmeeken. Wanneer zóó de priester de Mis bedient, eert hij God, en maakt hij de engelen blijde, hij bouwt de Kerk op, komt den levenden te hulp, geeft den afgestorvenen rust, en maakt hij zichzelf alle goede dingen deelachtig.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken