Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Roze Kate (1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van Roze Kate
Afbeelding van Roze KateToon afbeelding van titelpagina van Roze Kate

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.09 MB)

Scans (58.40 MB)

ebook (11.44 MB)

XML (1.66 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Roze Kate

(1893)–Nestor de Tière–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Negen en dertigste hoofdstuk
De dolk van Etna!

Weer kwam er eene schaduwe over het schoone gelaat van Etna. Zij dacht aan het gebeurde, en voor haren geest rees het beeld van eenen schoonen jongen ridder die over eene jonge vrouw gebogen zat, welke hij al zijne zorgen wijdde, en die hij uit het water gered had.

Eensklaps naderde van den kant van het elzenboschje eene oude vrouw.

Etna bemerkte haar eerst toen zij vlak naast haar stond.

Een hevige schrik beving het jonge meisje en hare trekken werden doodsbleek.

[pagina 211]
[p. 211]

- Gezondene der hel, riep Etna sidderend, wat verstout u mij tot hier te vervolgen?

De aangesprokene bleef koel, en onverschillig sprak zij:

- Zuster Mariëtte, wilt ge bij ons terugkomen?

Het verledene zal vergeten en vergeven zijn.

- Ellendelinge, antwoordde Etna, hoe durft ge mij nog dergelijk voorstel doen, na hetgeen in de spelonk is voorgevallen? Ga heen, en dat ik u nooit meer op mijnen weg ontmoete!

- Zuster Mariette, uwe opgewondenheid, noch uwe gramschap zullen mij beletten u te waarschuwen terwijl het nog tijd is.

- Verlaat het gezelschap en den omgang der bohemers, van Zitzka vooral, of er zullen groote jammeren over u komen!

- Ga heen! riep Etna, ga heen!

- Ik zal niet heengaan, vóór ik u overtuigd hebbe dat uw belang en uwe veiligheid, ja, uw leven eischen dat gij mijne raadgevingen niet in den wind slaat, hernam de oude.

Volg mij dus.

- Nooit!

- Ik herhaal u dat het verledene zal vergeten zijn....

- Genoeg! riep Etna, laat mij alleen.

- ...... doch dat, zoo gij weigeren blijft, het vonnis over u zal geveld worden en dat gij als offer der Bronzen Vrouw vallen zult.

- Uwe bedreigingen zijn ijdel, sprak Etna nu op kalmer toon, ik vrees ze niet. Indien het niet was om den eed getrouw te blijven, dien ik gezworen heb, zou ik aan Zitzka de geheimen uwer helsche sekte ontsluieren en hem met uwe misdadige handelingen bekend maken. Ik zou hem de gelegenheid geven u allen te verdelgen en uwe slachtoffers op verschrikkelijke wijze te wreken; ik zou......

- Ah! grinnikte de oude vrouw Etna onstuimig in de reden vallend, gij zoudt, maar gij kunt niet! Uw eed bindt u!

Eene uitdrukking van helsche vreugde lag over 't gelaat der oude.

- Wees op uwe hoede, sprak Etna, want al heb ik den eed gedaan te zwijgen, toch is het u niet gegeven mij straffeloos te bedreigen of te beleedigen.

De oude vrouw keek onheilspellend rond. Toen zij overtuigd was dat niemand in de nabijheid was, haalde zij plotselings van onder haar kleed eenen dolk te voorschijn, en dezen voor de oogen van Etna zwaaiend, siste ze:

[pagina 212]
[p. 212]

- En nu, zoo gij op deze plaats niet wilt vermoord worden, zult ge mij op staanden voet volgen.

- Nooit! riep Etna.

De oude wierp zich nu vooruit, gereed om haar in volle borst te treffen.

Snel als de bliksem echter was Etna terzijde geweken en nu trok zij uit haar keurslijf insgelijks eenen kleinen dolk, die in eene blinkende schede stak. Zij verwittigde de oude vrouw dat zij haar leven duur verkoopen zou, en maande haar eene laatste maal aan heen te gaan.

De oude echter hoorde niet meer.

Als eene helsche furie sprong zij op haar slachtoffer. Etna ontweek nogmaals den stoot en daar het haar eigen leven gold stelde zij zich te weer.

Op een oogwenk verdween haren kleinen dolk in de zijde harer woedende aanvalster.

Zonder een kreet, zonder eene struiptrekking rolde deze voor de voeten van Etna juist op het oogenblik dat Ernest van Colmar terug ter plaatste kwam.

- O! riep Etna wanhopig, beoordeel mij niet slecht.

Zie het wapen welk deze vrouw nog in de hand houdt. Ik moest mij verdedigen, zoo niet ware ik zelf vermoord geworden.

- Helaas! helaas! zuchtte van Colmar, uw noodlot dwong u tot zelfverdediging.

Doch eene droeve waarheid is het dat vergoten bloed nieuwe rampen baart.

Laat ons echter dit smartelijk voorval vergeten en er zelfs het spoor van doen verdwijnen. Dit zeggende, nam hij het lijk op en liet het in de rivier glijden.

- En nu, Etna, ging de jonge ridder op ernstigen toon voort zeg mij op welke wijze ik u kan ten dienste staan. Binnen een paar dagen verlaat ik Brussel om naar Oostenrijk terug te reizen.

- O, zoo ik durfde, antwoordde Etna, zou ik u om eene groote gunst verzoeken.

- Spreek vrij en vrank; ik beloofde aan uwe zuster u onder mijne hoede te nemen: die belofte zal ik houden.

- Ik dank u voor die edele gevoelens. Mijn inzicht is het mij insgelijks naar Weenen te begeven, vergezeld van Linda en Beatrix, de twee dienstmeisjes mij door Satanaïs afgestaan, en ik wilde vragen onder uw geleide te mogen reizen.

[pagina 213]
[p. 213]

- Binnen zes dagen zal ik mij bij zonsopgang buiten de Namensche poort bevinden. Daar zal ik u wachten en dadelijk zullen wij ons op reis begeven.

- Afgesproken, heer ridder, antwoordde Etna en, na Ernest van Colmar gegroet te hebben maakte zij zich gereed tot afscheid.

Eensklaps scheen zij zich echter nog iets te herinneren, en levendig keerde zij zich tot Ernest van Colmar.

- Wie is het jonge meisje dat gij gered hebt, en dat u hare dankbaarheid in zulke roerende woorden betuigde?

- Zij is de aangenomene dochter van welstellende, doch nederige landlieden, die in de nabijheid van het kasteel van Oudburg eene eenvoudige hoeve bewonen.

Zij heeft, naar ik meen, eene gewichtige zending te vervullen, doch waarin deze bestaat, noch hoe het meisje juist heden hier kwam, of hoe zij in 't water geraakte, is voor mij een geheim. 't Zou mij nochtans aangenaam zijn te weten dat gij haar vrijgeleide wildet verschaffen, waarheen zij zich ook begeve.

- 't Zal geschieden zooals gij verlangt, antwoordde Etna en verwijderde zich.

- Hij is in mijne macht, hij is in mijne macht, murmelde ze, en verdween daarna in het elzenboschje.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken