Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Roze Kate (1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van Roze Kate
Afbeelding van Roze KateToon afbeelding van titelpagina van Roze Kate

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.09 MB)

Scans (58.40 MB)

ebook (11.44 MB)

XML (1.66 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Roze Kate

(1893)–Nestor de Tière–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 626]
[p. 626]

Een-en-dertigste hoofdstuk.
Een bondgenoot

Goeden morgen, Roze, zei Walkiers; reeds zoo vroeg te been?

- God! Walkiers, wat deedt ge mij schrikken!

- Ik? u doen schrikken, Roze, en waarom?

Roze Kate antwoordde niet en wilde Walkiers voorbij.

- Roze Kate, sprak de brave Walkiers nu met ontroering, hebt gij geen vertrouwen meer in mij?

- Waarom die vraag, Walkiers? gij weet wel dat ik u steeds eene oprechte vriendschap toedroeg en dat ik de uwe hoog op prijs stel.

- Als dat zóó is, en ik geloof u, antwoordde Walkiers, zult ge mij dan zeggen van waar gij thans komt?

- Ja. als gij er op staat dat te weten, zal ik het u zeggen Walkiers; want gij ook hebt Everard lief.....

[pagina 627]
[p. 627]

- 't Was dus voor hem dat gij dezen nacht de hoeve verliet, riep Walkiers, die zich nu plotselings het geheimzinnig gekraak der deuren herinnerde. Hoe gevaarlijk voor een jong meisje, bij ontij, door de bosschen te dwalen!

- Gij schijnt meer van den tocht te weten dat gij u laat aanzien, hernam Roze. Gij zult dan ook wel weten dat ik niet gansch alleen was.

- Al is Heintje Haas een wakker ventje, hernam Walkiers, die tevreden was aan Roze Kate te laten hooren dat hij inderdaad meer wist van hare nachtelijke wandeling dan zij vermoedde, toch ware hij maar een zwakke beschermer in tijd van nood.

- Ha, gij wist dus werkelijk dat ik met Heintje Haas naar 't gevang gegaan ben?.....

- Neen, Roze Kate, dat heb ik wel verondersteld, maar met zekerheid wist ik het niet. Doch, laten wij hier bij de straat niet blijven staan praten.

't Zou opzien baren; want, 't zal niet lang meer aanloopen of de buren zijn op de been.

Ga naar de stalling; ik zal 't erf ondertusschen eens rond gaan om te zien of er geen nieuwsgierige ooren in den omtrek zijn; ik kom dadelijk bij u.

Roze Kate deed zooals haar verzocht werd. Zij ging over het neerhof, legde den doek af die hare schouders bedekte en deed ook hare schoenen uit en verwisselde ze met een paar klompen die in het rek, achter den bornput, stonden.

De voordeur stond open, doch het bleek wel dat nog niemand der bewoners op was.

Althans, niets verroerde. Roze Kate was gelukkig op de hoeve terug!

Niemand, buiten Walkiers, had dus hare afwezigheid bemerkt en dat gaf haar hoop en moed in!

't Was dan ook met een bijna opgeruimd gemoed dat zij naar de stalling ging om Walkiers te wachten.

Eenige oogenblikken later verscheen de trouwe knecht.

- Ik geloof dat wij gerust mogen zijn, zei hij: al het volk is nog te bed.

Hij zag niet, en Roze Kate ook niet, dat er een vaalkleurig gelaat tegen een der zoldervensters gedrukt stond, en dat een paar glurende oogen op hem en op het meisje gevestigd waren.

Walkiers leunde tegen de staldeur en keerde de woning den rug toe.

[pagina 628]
[p. 628]

Roze Kate had op een melkstoel plaats genomen.

- Hebt gij Everard gezien? vroeg Walkiers, die haast had nieuws van zijnen ongelukkigen jongen meester te vernemen.

- Ja, zei Roze, gezien en gesproken.

- Meisje, riep Walkiers, hoe hebt gij het aan boord gelegd om tot in het gevang te geraken?

- Ik zei u reeds dat ik gisteren morgen, vóór de gerechtszitting, een woordeken gesproken had met een der gerechtsdienaars.

- Ja, met dat snakerige Heintje Wimpelo, den fluitspeler.

- Een brave man, Walkiers.

- Ja, als hij iets voor Everard gedaan heeft, riep Walkiers opgetogen, dan is het de beste man van heel de wereld!

- Ik had van hem gehoord dat hij, dezen nacht, bij de poort van 't Paviljoen te Tervueren de wacht zou zijn. Zonder hem iets te zeggen van mijn plan, hoorde ik hem uit over de eigenlijke ligging der wachtkamer en of hij daarin alleen zou zijn. Hij gaf mij zonder argwaan al de gevraagde inlichtingen en zoo vernam ik ook dat niemand anders dan de dikke Fransen met hem van dienst zou wezen.

Mijn besluit stond nu dadelijk vast.

Ik zou Everard bezoeken! kost wat kost zou ik Heinke Wimpelo overhalen!

Toen allen dus te bed gegaan waren, stond ik op, kleedde mij aan en verliet de smishoeve zonder door iemand gezien of gehoord te zijn geworden.

- Gezien neen, maar gehoord wel! zei Walkiers; want ik ben beneden gekomen om te zien wat er gaande was. Gij waart toen reeds weg; want de grendel was van de voordeur geschoven. Daar de honden niet gebast hebben, vermoedde ik dadelijk dat het in elk geval geen vreemden waren die het gerucht veroorzaakt hadden, en ik ging naar de kelderkamer terug. Maar vertel nu eens verder, Roze Kate: ik brand van ongeduld!

Het dakvenster werd op dit oogenblik even opgelicht.

Walkiers noch Roze Kate zagen het.

- Ik liep, zoo hard ik loopen kon, ging het meisje voort, door het Zonieënbosch naar Tervueren. Honderd maal ben ik gestruikeld en gevallen. Aan wortels en bramen heb ik mijne voeten bezeerd. Doch, ik liep maar steeds verder, zonder aan iets anders te denken dan aan Everard!...........

[pagina 629]
[p. 629]

Ik kom bij de poort van 't Paviljoen, vind de brug, het vensterken met de tralier, alles zooals Heintje Wimpelo het mij uitgelegd had.

't Viel ook alles precies uit zooals ik van te voren overlegd en gehoopt had.

Heintje opende mij de poort en liet mij binnen.

Maar nu was het de zaak den gevangenbewaker over te halen mij in het gevang te brengen.

Weet ge wel Walkiers waaraan Heintje Wimpelo zich blootstelde met mij bij Everard te brengen?

Zelfs gepijnigd en gevonnisd te worden, riep Roze Kate met geestdrift.

- En toch heeft hij het gedaan? vroeg Walkiers.

- Ja, zei Roze.

- Een wakkere ziel, een brave kerel, zei Walkiers.

Het gelaat tegen het raam daarboven grijnsde spottend.

- Hij bracht mij, door afschuwelijke gangen, in het nog afschuwelijker hok waarin Everard zit opgesloten. O Walkiers! wist gij in welken ellendigen toestand ik hem heb wêergezien!

- Hebben ze hem gefolterd? hijgde Walkiers.

- Afschuwelijk, afschuwelijk!

- De lafaards!

- Everard nochtans heeft den moed niet verloren. Hij deed zijn best om zijne verschrikkelijke smarten voor mij verborgen te houden, doch ik zag het aan de uitdrukking zijner half gebrokene oogen hoe vreeselijk zijn lijden is.

- Wat ellendelingen! riep Walkiers andermaal, de vuisten ballend.

- En weten, dat hij onschuldig is.

- Ja, ja, ja! hij is onschuldig! riep Walkiers meer en meer opgewonden; 't is onmenschelijk een onschuldige gevangen te houden en te folteren!

- Everard zegt de moordenaars te kennen, hernam Roze Kate.

- En ik ken die ook, schreeuwde Walkiers zoo luide, dat het hoofd daarboven tegen het zoldervenster zich plotseling terugtrok.

- Gij, Walkiers? wie zijn het dan?

- Wie ze zijn? sprak Walkiers zijne stem smorend, wie anders dan............

Hij boog zich naar Roze Kate, en fluisterde haar de namen

[pagina 630]
[p. 630]

van Simon en Jacob in 't oor.

- Hebt gij bewijzen? vroeg Roze Kate.

- Bewijzen, neen, althans niet zulke bewijzen als het gerecht verlangt; maar wie ze kent, die twee woestaards, die heeft geen oogenblik getwijfeld aan hunne plichtigheid in het afgrijselijk schelmstuk.

- Ja, zuchtte Roze Kate, dusdanig is ook mijne overtuiging; doch als bewijs, is die overtuiging zonder waarde. Het gerecht wil stellige feiten.

- Maar heeft het die dan tegen Everard?

- Zijn verzet tegen het huwelijk en zijne tegenwoordigheid in de kamer onzer ongelukkige moeder Cornelia kort na het plegen van het wanbedrijf, zei Roze Kate, worden tegen hem aangevoerd.

- Maar als hij weet wie de plichtigen zijn, als hij bewijzen tegen heeft, waarom spreekt hij dan niet? vroeg Walkiers.

- Wellicht omdat hij zijne eigene broeders niet verraden wil! Altijd te goed, te edelmoedig, riep Roze Kate.

Daarboven, achter het raam, was weer het vale gelaat zichtbaar.

- Zijn het zijne broeders nog, de muiters die hun eigen moeder om hals konden brengen! Neen, neen, Everard moet spreken: blijven zwijgen ware eene misdaad plegen, niet jegens zich zelven alleen, maar jegens de waarheid, jegens de rechtvaardigheid. Een onschuldige moet voor geen booswicht boeten.

- Al wilde hij nu zeggen wat hij van de moord weet, hernam Roze Kate, zoo zou hem dit toch maar tot weinig dienen.

- Waarom?

- Omdat het gerecht niet licht eene prooi lost die het eens gevat heeft.

- Schoon gerecht!

- Ze hebben Everard gevangen genomen zonder bewijzen; Ze hebben hem in een akelig hok geworpen, ondanks zijne voortdurende bevestiging van onschuld. Ondanks de getuigenissen van al de deftige bevolking van Auderghem, ondanks de verklaring van onzen achtingswaardigen en vereerden herder, hebben zij hem voor de rechtbank gesleurd, hebben zij hem gepijnigd, gefolterd, gemarteld op helsche wijze!

- Bloedhonden!

- Hoe wilt ge dan dat zij thans, op eene enkele verklaring

[pagina 631]
[p. 631]

van Everard, hun ongelijk zouden erkennen en hem in vrijheid stellen?

- Doemnis, morde Walkier, maar dan is Everard verloren!

- Reddeloos verloren ja, indien wij zijne onschuld niet bewijzen kunnen.

- Maar hoe? hoe?

- Misschien vind ik een middel, antwoorde Roze Kate op deze vraag, en zij deed zulks op een zóó beslisten toon, dat men overtuigd zijn moest dat zij een plan had.

- Welnu beproeven wij het dan samen.

- Ik zal later uwe hulp noodig hebben, voorloopig moet ik alleen mijn plan beproeven.

- Maar zal het dan niet te laat zijn?

- Misschien zouden wij er niet in gelukken Everard's onschuld te bewijzen in den korten tijd die ons misschien slechts gegund is; want zij kunnen Everard alle dagen op nieuw onderhooren, hem vonnissen, hem halsrechten.

- Welnu! Gij ziet dus wel dat er onmiddellijk gehandeld worden moet, riep Walkiers.

- Daaraan heb ik ook gedacht en wij moeten derhalve eerst beproeven Everard aan hunne handen te onttrekken.

- Nu begrijp ik u hoegenaamd niet meer, zei Walkiers. Everard aan hunne handen onttrekken? Hoe zult gij dat in het werk stellen zoo gij er niet in gelukt zijne onschuld aan te toonen?

- Everard moet ontvluchten, sprak Roze Kate beslist.

- Een gedacht! Ja, hij moet ontvluchten, riep Walkiers.

- Wilt ge mij daarin helpen? vroeg Roze Kate, dan kunt ge Everard en mij eenen onschatbaren dienst bewijzen.

- Ik ben uw man, zei Walkiers, en, indien ik eenige dier beulen moest de hersens inslaan, zal mijn genoegen dubbel zijn.

- Zoo ver zal het, hoop ik, niet hoeven te komen, hernam Roze Kate. Ik zal overdenken en overleggen hoe alles moet in zijn werk gaan. Kom dezen namiddag bij Heinke barbier. Zorg echter niet gezien te worden. Ik zal de schapen naar dien kant uitdrijven en ongemerkt langs den hofkant binnen gaan, we zullen daar afspreken wat moet gebeuren.

- Hier is mijne hand, Roze Kate. Ik ben uw man!

[pagina 632]
[p. 632]

- Het vale gelaat verdween van achter het dakvenster.

Roze Kate ging in huis en begon als naar gewoonte het morgenwerk.

Walkiers ging naar den stal om de paarden te voederen.

Toen al de huisgenooten een uur later aan de ontbijttafel zaten, gistte niemand wat dramatische gebeurtenissen in den afgeloopen nacht waren voorgevallen, noch welke plannen beraamd werden.

Niemand?

En het vale gelaat von het zoldervenster?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken