Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Roze Kate (1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van Roze Kate
Afbeelding van Roze KateToon afbeelding van titelpagina van Roze Kate

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.09 MB)

Scans (58.40 MB)

ebook (11.44 MB)

XML (1.66 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Roze Kate

(1893)–Nestor de Tière–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 912]
[p. 912]

Vier-en-zeventigste-hoofdstuk
De Bezoekers

Een kwart uurs verliep.

Toen werd de deur der cel andermaal geopend en Neeltje Wimpelo trad terug binnen.

- Volg mij, zei hij bij de deur staanblijvend, en zich naar een persoon omwendend, die achter hem in den gang scheen te staan, ik wil u het gevang eens laten afzien.

Nieuwsgierig heeft Everard het hoofd opgeheven, en kijkt nu om naar den vreemden bezoeker.

Vreemd inderdaad schijnt hij hem, dezen ouden als veekoopman gekleeden bezoeker, welke naar allen schijn, ziek of ten minste sterk vermoeid schijnt.

[pagina 913]
[p. 913]

De breedgeranden hoed met slappe, afhangende boorden bedekt hem het gelaat zoodat Everard hem aanvankelijk niet herkent.

De binnentredende leunt met beide handen op eenen stok en blijft naast de deur staan.

- Ik gun u een kwartier, zegt Neeltje Wimpelo, geene seconde langer.

Ik zet mijn plaats en misschien mijn vel in de waagschaal. Maak het dus zoo kort mogelijk.

- Ja, man, knikt Jan Meerlo, terwijl hij benauwd rondblikt.

- Ja, Ja, fluistert hem Neeltje toe die al zijn doen heeft gadegeslagen, geen nood dat iemand hieruit gerake, he?

Een vliegje eens hier in, blijft er in: geen zonnestraal dringt tot hier.

Onthoud wat ik u zei; ik laat u.

Neeltje Wimpelo verliet de cel en grendelde de deur achter zich.

Everard had het kortstondig tooneel tusschen Neeltje en Jan Meerlo met zwijgende verbaasdheid gadegeslagen.

Immers, in dien ouden gebrekkelijken man, herkende hij Jan Meerlo den forsigen boer niet.

De stem was nochtans wel zijne stem.

Waarvan dit plotselings verval?

Zoodra Neeltje's voetstappen in den somberen gang niet meer weerklonken en de bezoeker zich dus overtuigd had dat hij niet meer bespied kon worden, verliet hij eensklaps zijne ziekelijke houding, zette den stok nevens de deur, richtte zijne gestalte gansch omhoog, nam zich den hoed af en keek daarna den gevangene eene wijl aan.

- Everard.... sprak hij zachtjes.

Everard keek hem vragend aan.

- Everard, ik ben het.

- Meerlo!

- Arme jongen.

- Gij hier, Meerlo!?

- Zooals gij ziet. Ja. Door mijne houding heb ik mij voor iedereen weten onkennelijk te maken.

Aan Neeltje Wimpelo alleen, die mij een braaf goed mensch schijnt, heb ik mijn naam gezegd.

- Ik dank u dat gij mij hebt willen bezoeken, zei Everard geroerd.

[pagina 914]
[p. 914]

- Iets zegt mij dat gij onschuldig zijt.

- Ik ben het.

- Ja, Ja, ik geloof, ik ben overtuigd dat gij het zijt.

Arme, arme jongen!

- Waarom zijt gij hier, Jan Meerlo? Wie zond u?

- Eer ik spreke Everard, eerst bid ik u om vergiffenis!

Wat heb ik u te vergeven? riep Everard verrast.

- Veel... veel... alles... zuchtte Jan Meerlo.

- Ik begrijp u niet.

- Ja, wel, ja; Ik ben de oorzaak van alles wat gebeurd is.

- Gij!?

- Ja, ja, ik.

- Bedaar, Jan Meerlo, gij hebt u niets te verwijten.

- Ik was het, riep de steeds meer en meer ontroerde Jan Meerlo, die uwe moeder tot trouwen aanzette.

- Dat was uw recht.

- Neen, dat was mijn recht niet, vermits de gansche familie tegen mij opstond.

- Gij overdrijft.

- Ik overdrijf niet.

- Ja, toch.

- Herinnert gij u nog hoe uw oom, de oude Cornelis Dirix is te werk gegaan?

- Hij hielt aan 't goed, hij meende dat hij voor 't beste handelde.

- 't Kan zijn...... maar...... maar......

- Wat dan Jan Meerlo?

- Als de moordenaar nu iemand was die.... die.... nog allemand verdacht.

- Wie? Wie meent gij, riep Everard opgewonden.

- Wie weet.... Uw oom Cornelis misschien..... Weet ik het ooit dan zal ik hem vreeselijk straffen...

- Hij, hij is het niet, antwoordde Eeverard, weer bedaard wordend....

- Hij is het niet! Gij weet dus wie het is? riep Jan Meerlo getroffen. Gij weet het en gij hebt niet gesproken!

Gij spreekt nog niet.

- Wie zou mij geloofd hebben?

- Kondet gij uw vermoeden dan niet bewijzen?

[pagina 915]
[p. 915]

- Geen bloot vermoeden was het, maar zekerheid.

- Welnu dan, Everard, ik bezweer u, spreek, zeg de waarheid.

Everard schudde weemoedig het hoofd.

- Het is eene besliste zaak, zei hij. Daarbij, ik wil boeten voor anderen, en door mijne dood hunne schuld afkoopen.

- Maar dat is overdrevene grootmoedigheid!

Het is waanzin, riep Jan Meerlo. Dat mag niet gebeuren.

- En toch zal het zóó zijn, hernam Everard.

Overigens, is de zoon Gods niet gestorvem tot boetedoening voor gansch het menschdom?

- O, ik weet wie het is! Ik weet het!

Everard keek Jan Meerlo verrast aan.

- Ja, ging deze voort, een licht is voor mij opgegaan: Jacob, Simon!

- Neen! neen! riep Everard, gij vergist u!

Gij zijt mis! Die zijn het niet.

Jan Meerlo wankelt op zijne boenen. Eene hevige ontroering heeft zich meester gemaakt van hem en doet al zijne ledematen rillen.

- Martelaar! Martelaar, zucht hij, gij zijt het slachtoffer van de afgrijselijkste gerechterlijke dwaling.

- Het noodlot, zucht Everard, het kan niet veranderd worden.

- Wie ook de moordenaar weze, sprak Jan Meerlo voor Everard neerknielend, ik herhaal dat ik het ben die de aanleidende oorzaak der misdaad was. Ik ben de schuld van alles: Everard, ik smeek er u om, schenk mij vergiffenis.

- Ik zeg u, Jan Meerlo, dat ik u niets te vergeven heb. Het doet mij echter goed aan 't harte te zien dat gij begaan zijt met mijn rampzaligen toestand.

Sta op, en kom op mijn hart.

Jan Meerlo richtte zich op, en legde weenend de armend rond Everard 's hals.

Hij laat vrijen loop aan de tranen die hem als twee beken over de wangen loopen en Everard deed alle moeite om hem tot bedaren te brengen.

Och ja, 't is waar, knikte Jan Meerlo eindelijk, de tijd verloopt....

Everard, mijn jongen, schrikkelijk zijn de folteringen die u wachten!

- Ja!

[pagina 916]
[p. 916]

- Welnu, eene ingeving des hemels: ik kom, zoo ging hij op fluisterenden toon voort, om u van deze folteringen te redden.

- Het is onnoodig mij eene hoop voor te spi egelen die ik weet niet te kunnen verwezenlijkt worden.

- Ik zeg u dat het mogelijk is.

- Wie hier eens wordt gekerkerd, zegge vaarwel aan alle hoop.

Geen mensch kan mij hier nog helpen?

- Geen mensch kan u helpen, zegt gij.

Welnu, ik breng hulp en bespaar u de folteringen.

- Ik begrijp u niet.

- Ziehier.

Dit zeggende had Jan Meerlo een klein fleschje uit den zak getrokken, en duwde hij dit Everard in de hand.

- Wat is dat? vroeg Everard verwonderd.

- Neem en drink, zei de bezoeker.

- En.....

- Gij valt dood en zijt van de folteringen verlost.

- Meerlo! riep Everard, vol blijdschap het bevrijdend vergif aanstarend.

- Zoo gauw ik weg ben, zeide Jan Meerlo, drink het uit en... alles is gedaan.

Nu viel eene lange poos van stilzwijgen en Everard's gelaat verdonkerde van lieverlede meer en meer. Terwijl Jan Meerlo hem vast bleef staan aankijken.

- Meerlo.... begon Everard.

- Welnu?

- Dat kan niet.

- Niet?

- Neen!

- Waarom?

- Ik vrees de folteringen niet.

- Onzin! Geloof mij, neem de drank in.

- Neen, zei Everard beslist.

- Wilt gij u dan in de handen der beulen overleveren als gij het middel bij de hand hebt om die schande te ontgaan?

- Ik wil lijden, hoe meer hoe beter. Ik wil door mijn lijden bij God en bij moeder vergiffenis bekomen voor hen, die heur, mijne moeder, hebben gedood!

[pagina 917]
[p. 917]

- Maar gij weet niet wat gij zegt! De beul gaat u onmenschelijk folteren.

- Neem het fleschje terug, Jan Meerlo, zei Everard.

- Bedenk u toch!

- Neen, 't is gansch bedacht. Ik wil geen schuldige daad plegen door mij zelf te kort te doen.

- Men gaat uwe hand afkappen.

- In Gods naam.

- Men gaat u radbraken.

- Het bewustzijn mijner onschuld zal mij ondersteunen.

- Neem het vergift, raad ik u.

- Meerlo, ik dank u voor uw goed hert, doch ik alleen heb te beslissen over mijn lot. Dring dus verder niet aan.

't Is mijne zaak. Ik wil, door lafheid, niemand het recht geven te denken dat ik schuldig ben, en vooral wil ik niet, dat zij, die ik lief heb, zij, Roze Kate, zulks in de ‘verste verte’ kunne denken...

Dààr.... néém, terug ik wil het!

- Men gaat uwe hand afkappen....

- Ik weet het.

- U de verschrikkelijkste tormenten doen ondergaan.

- Ik weet het, neem terug, neem terug, drong Everard aan.

Welnu het zij zoo, doch ik wil niet van hier gaan zonder eene laatste maal te hebben beproefd u aan uw verschrikkelijk lot te onttrekken.

Weet dan dat de beulen reeds gereed staan.

Dat de bijlen gescherpt.... de koorden gevet zijn....

- Ik weet het, sprak Everard hoofschuddend, doch alles wat gij mij zeggen kunt is nutteloos.... Mijn besluit is genomen.... het staat onwrikbaar vast....

- Everard.... trachtte Meerlo nog te onderbreken, doch de ongelukkige jongeling onderbrak hem onmiddellijk.

- Ik dank u, Meerlo, zoo sprak hij, voor uw goed hert. Ik alleen echter heb te beslissen.

- Doe wat ge wilt, zei Meerlo toornig.

- Ik wil niet, door lafheid, iemand het recht geven te denken dat ik schuldig ben, en vooral wil ik niet dat zij, die ik lief heb, meer dan allen, meer dan mij zelven, zij Roze Kate, dat zij zou in de verste verte kunnen onderstellen dat er een zweem van verdenking tegen mij kan worden intgebracht.

[pagina 918]
[p. 918]

Daar - neem terug: ik wil het!....

- Welnu, het gebeure dan zooals gij het wilt, sprak Jan Meerlo toornig het fleschje andermaal terugnemend.

Wat u vervult, is dwaze opofferingszucht, blinde drift, fanatismus.

Everard luisterde zwijgend naar den uitval van Jan Meerlo.

Deze ging voort:

- Voor anderen, uit overdrevene liefde, uit zinnelooze grootmoedigheid, voor anderen, zeg ik, wilt ge lijden, u laten martelen, uw bloed vergieten.

O, schrikkelijk vermoeden! riep Jan Meerlo, meer en meer in gloed gerakend door zijne eigene woorden, misschien, misschien..... wilt gij de bloedzonde afkoopen uwer broeders!....

- Meerlo, zwijg, zwijg, schreeuwde Everard!

- Ja, ik zwijg, riep Meerlo, ik zal u laten om hals brengen als een lam..... Ik zal u laten vermoorden, pijnigen, bespotten en verachten door God en alleman, dat alles ter liefde van hem, van haar.....

Vaarwel, vaarwel schreeuwde Meerlo! zich plotselings omkeerend en, zonder nog een blik op Everard te werpen vloog hij naar de deur.

Had Neeltje Wimpelo vergeten die deur te sluiten?

Was het toeval?

Was het eene andere speling van het noodlot?

In alle geval, daar was de redding; de vlucht was mogelijk.

Everard, spoedig, riep Jan Meerlo zich even ras omkeerend als hij was heengegaan, ik wil u redden, zonder dat gij u zelven te kort doet.

Vlucht, vlucht!

Everard keek hem droef in 't gelaat.

- Spoedig, geef hier uwe boeien, dat ik ze los rukke... binnen vijf minuten is het te laat... Neeltje Wimpelo gaat terug komen, spoedig.. spoedig...

- Jan Meerlo, gij zijt een braaf man, en ge meent het wel, met mij: uit gansch mijn hart, uit gansch mijne ziel dank en zegen ik u!

Hoerah! eindelijk! en, met koortsige haast begon, hij zich van zijne handboeien te bevrijden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken