Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ik zag Cecilia komen (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ik zag Cecilia komen
Afbeelding van Ik zag Cecilia komenToon afbeelding van titelpagina van Ik zag Cecilia komen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.38 MB)

ebook (2.84 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ik zag Cecilia komen

(1938)–Felix Timmermans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 91]
[p. 91]

XXII

Het koperen kerkkruis leunt tegen den muur. Cecilia is gestorven. De zon schijnt op het huis.

Ik sta van achter de boomen naar het huis en naar het kruis te zien. Cecilia is gestorven.

Zij is door mij gestorven.

Mijn handen blinken van het verdriet. Het is alsof ik wegzijg in een nevel.

Als een slaapwandelaar moet ik daar binnen gekomen zijn. En ik schiet wakker, als ik zie dat de schoolmeester zijn ‘Lied van God’ staat te verbranden.

Hij verscheurt woedend, nijdig de schrijfboeken en duwt ze in de brandende kachel, waarvan hij het deksel heeft weggeschoven. Hij grommelt binnensmonds. De gloed slaat duivels in zijn gezicht. Marie staat hem bang en verdrietig te bezien.

[pagina 92]
[p. 92]

Ik ken ineens geen bedeesdheid meer en ruk een der verscheurde boeken uit zijn handen.

Hij beziet mij verbaasd, heeft een neiging om woedend te worden, maar dan valt hij als gebroken neer op een stoel met zijn hoofd in zijn handen.

- Allemaal leugens, leugens, dwaasheid, bedrog, ze hebben mij het laatste afgenomen, ze hebben mij bedrogen! Terwijl ik den lof sta te zingen, stelen ze een voor een mijn kinderen en ook dit, dit, het eenige wat ik nog bezat, mijn eenigen troost, na al die ellende, dat is te veel...

- Maar meester, probeert Marie te troosten, denk op de schoon woorden van mijnheer pastoor.

- Zwijg, roept hij uit, schoon woorden heb ik meer in mijn zak, dan mijnheer pastoor in zijn huis, wat weet hij daarvan wat een kind verliezen is?

Hij balt de vuisten tegeneen. Men ziet het bloed in de aderen van zijn slapen tikken.

Ik waag mijn hand op zijn schouders te leggen. Hij beziet mij zoo diep intreurig en toch dankbaar. Hij drukt me de hand en zijn

[pagina 93]
[p. 93]

woede verzacht. En voor zich uitziende, naar den grond, als zag hij alles in de krullen van het zand op den vloer gebeuren, vertelt hij van haren dood. Ik zie ook naar het zand alsof het daar gebeurt.

- Ze is zoo schoon gestorven... ik ben zelf den pastoor en den dokter gaan halen... het verergerde zoo plots. Na de H. Communie stegen de koortsen... ze ijlde... ze had de druiven een tijdje in haar handen... toen vroeg ze dat ik ze zou wegleggen tot later als ze terug kwam van een groote reis... Ik moest u nog veel groeten doen, want hij zal me nu nooit meer zien, zei ze...

En wat hij verder vertelt, wordt door mijn verdriet weggevaagd zooals mijn blik door mijne tranen.

En dan is er een lange, lange stilte waarin de avond binnenkruipt.

Er is nog wat zon op de geraniums van het venster. Ze gloeien als robijnen.

- Ga haar ook eens een kruiske geven... Marie ga eens mee met mijnheer.

Marie gaat mee naar boven.

Van op de trap zie ik tegen de zoldering van haar kamer een stuk zon. En in den weer-

[pagina 94]
[p. 94]

schijn daarvan ligt Cecilia in het witte bed. 't Is net of ze slaapt en een schoonen droom heeft. Rank en blank gelijk een lelie, in een aureool van hare gouden haren, met een stillen glimlach op den witten mond. Ik geef haar een kruisken met het palmtakske, dat Marie mij aanbiedt, dan geef ik haar een kruiske met mijn vingertoppen. Haar voorhoofd is koud als glas. De koude schiet door heel mijn bloed.

Cecilia is dood. Ik zie het, ik heb het gevoeld. En het is meteen alsof ik een lied om het dak hoor ruischen.

Ik bezie haar zooals men een schoon wonder beziet. Ik onderga alles ineens terug: als ze uit de kerk kwam, toen ze me naderde aan den plas met de bloemen in haar hand, den eersten zoen, den angst en die zieke huivering in den regen... en ik ween niet. Het is alsof ik een lied rond het dak hoor ruischen... Ik voel dat ik glimlach met haren glimlach... en zij is voor mij en door mij gestorven. Cecilia is dood en heel mijn hart leeft van haar.

Het is alsof zij met haren dood in mij binnengekomen is. Ik draag haar, ik bezit haar. Ze blinkt als een groote ster in heel mijn

[pagina 95]
[p. 95]

wezen. En 't is dat wat ik mijn gansche leven heb verwacht. Daar is voor mij geen toekomst meer dan met haar in mijn hart. Alle schaduwen zijn uit mijn leven geweken en de verten zijn klaar en kalm.

Maar dat ge daar voor sterven moest, Cecilia? Mijn arme heerlijke Cecilia. Cecilia met uwe schoone oogen.

- Willen we nu maar naar beneden gaan, mijnheer, zegt Marie, het is al donker geworden...

 

Ik heb meegewaakt en mee gebeden. Ik schrijf naar huis dat ik van mijn huwelijk afzie, wegens mijn ziekte en dat ik hier heel den winter zal blijven.

Wat mij eens zoo moeilijk en bovenmenschelijk scheen, is nu gemakkelijk als een steentje wegritsen.

Dat zij daarvoor eerst sterven moest?

Het schrijfboek van ‘Het lied van God’, dat ik nog heb kunnen redden, is juist dit waarin wij dien middag samen lazen: ‘Wij beluisteren zijn lied in elkanders oogen.’

 

Wanneer Cecilia de kerk wordt uitgedra-

[pagina 96]
[p. 96]

gen en de priesters het roerende ‘In paradisum’ zingen, legt de meester zijn hand op mijn schouder en fluistert: - Ten paradijze dragen haar de engelen, en aarzelend voegt hij erbij: - Geef me mijn schrijfboek terug, ik wil het opnieuw overschrijven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken