Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Karel en Elegast (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Karel en Elegast
Afbeelding van Karel en ElegastToon afbeelding van titelpagina van Karel en Elegast

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.51 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

ridderroman
hertaling


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Karel en Elegast

(1921)–Felix Timmermans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 19]
[p. 19]

III.

TEGEN den avond als den gloeienden oven der ondergaande zon de westelijke zijde der heuvelen overjuichte, en met brute glorie den trotschen burcht daarboven besmeedde als met platen rood-glansend metaal, en op de roerende, snelle wateren van den Rhijn een gulden gloed deed dansen en schittertintelen, wat volgens die van Ingelheim het geheimzinnig, verloren goud der nevelingen was, dat bij avondval uit het Rhijnbed naar de oppervlakte glansde, - tegen dien tijd blaasde den torenwachter luide op den galmenden koehoorn en wierd daarmee 's Koning nadering aangezeid.

Iedereen liep 't dorp, zaal en halle uit om goed de grooten vorst van het westenrijk te aanschouwen: op 't kasteel klonken er bevelen van overste tot onderdaan en iedereen wist dadelijk zijn plaats en zijn

[pagina 20]
[p. 20]

stand naar voorgeschreven orde in te nemen; maar zij die niet onder die bevelen stonden, klommen nieuwsgierig en haastig naar de geweldige hoogte der muren, naar de tinnen, in de ramen of kijkgaten der torens; 't wemelde daarboven van witte huiven, waaiende sluiers en pinnemutsen.

Die uit 't dorp drongen zich een plaats in de straat, en wie er daar geen vond, nestelde zich in de takken der boomen, of op de nokken der strooien hutten. Al wat hoog en bereikbaar was en toeliet de grooten koning te zien, wierd opgeklauterd en ingenomen.

En ginder in het schittertintelend goud van den breeden Rhijn, die tusschen donkere, steksche heuvelen omspoelde, kwamen lijk reuzige vogels de Koninklijke snekken aangevaren.

Hunnen voorsteven was een dreigenden drakenskop, den buik van 't schip als den buik van den draak, was met helle kleuren bestreept; de zellen gezwollen, en rythmisch voortgedreven door het op en neer gaan van de vele roeispanen, als de

[pagina 21]
[p. 21]

stap van veel dunne pooten, waarmede de vreemde wezens over het water kropen.

Maar het schip des Konings dat in 't midden dreef, was grooter dan de anderen en als gekneed uit de gouden tinteling die op het water bibberde.

Heel het schip, van af den woesten drakenkop, tot aan het staartvormige roer was met koper beslagen en straalde als een drijvende zon.

Het geel zeil met den zwarten dubbelen arend, stond gespannen in den wind als een overdadige buik. In de mast fonkelden de armen van een kruis.

Hier lijk op d'andere schepen was het ééne bewegende schittering van schilden, helmen en halsbergen en schubbejakken, een flikkering van zwaarden, en bosschen van rechte bliksemenden speerpunten. Tusschen al dit geschitter door blonk als uitgezocht fruit de kleurige weelde der kostelijke Byzantijnschmodige gewaden.

En onder een gebersten-vijgenroode Baldakijn, zat op een met ivoor belegde houten zetel de groote Koning die al de landen ten

[pagina 22]
[p. 22]

westen onder zijne macht hield. Hij zat daar kalm en grootsch met zijnen witten baard die de wind op zijne borst beroerde. Hij zat daar recht en fier en vol eerbiedwaardigheid.

Hij was anders dan de anderen, niet door de kleeren, want die waren maar simpel; laarzen, een kreemwit overkleed met bejuweelden band in de lenden, en een pinnemuts van sabelbont op het witte hoofd - niet omdat hij zijn groot en glanzend zwaard vasthield, noch om den met ivoor belegden zetel, maar hij was anders dan de anderen door zijn aanschijn en het plechtig voorkomen van zijn groot-opene, donkerblauwe oogen, het gladde, hooge voorhoofd, den edelen neus, zijn kalme, beheerschte gebaren, zijn geweldigen lichaamsbouw en zijn voorname houding.

Een mensch van macht en plicht, geboren om te heerschen.

Hij praatte met zijn edellingen en Bisschoppen die rond hem waren; hij gaf raad en besluitselen en luisterde achtzaam naar diegenen die tot hem het woord voerden.

[pagina 23]
[p. 23]

Wat hij zei was overwogen en nagedacht en dingen waaraan hij twijfelde zei hij liever niet.

Geen van diegenen die rond hem waren zou zijn plaats hebben kunnen innemen om het rijk te bestieren. Zij waren daar stevig van bewust, en daarom behandelden ze hem met eerbied en met waakzame zorgen.

Zij waren uit Frankrijk gekomen met hem aan hun hoofd, naar Aken, en vandaar met de snekken vaarden ze nu naar Ingelheim om er morgen hof te houden. De Koning had ook als altijd zijn trouw paard medegenomen. Nevens de Koning stond een groote eikenkist met koperen sloten benageld; daarbinnen lag benevens de heilige Keizerskroon waarmede hij te Rome was gekroond, de zware mantel die stijf stond van het goud dat er aan was, de gouden bal met het kruisken op den top, en zijne geliefde wapenrusting.

Wat daar in lag was meer van waarde dan de twintig sterkste burchten van den Rhijn, meer dan vele gouwen en landstreken.

[pagina 24]
[p. 24]

Morgen zou de Koning die dingen aandoen en zich in al zijn heerlijke luister aan zijn onderdanen toonen.

 

Toen ginder de rechte burcht zichtbaar wierd, glorieus optorenend in 't gouden schijnsel der zon, begonnen de krijgslieden op de andere snekken met hunne speren op de holle, galmende schilden te slaan, en in de horens te blazen dat het een geluid gaf dat er de heuvelen schenen van te daveren.

En daarboven op en om de burcht wuifden handen en mutsen - gouden vonken in de zon - juichtkreten vlogen in de lucht, ossenhorens en bazuinen schalden, schilden dreunden en raasden, vlaggen wimpelden en wenkten als juichende armen. En in het tintelend, stralenknetsend goud van den Rhijn dansten de schepen, als levendige dieren naar den voet van de plotselinge kasteel-hoogte van Ingelheim.

 

De Koning klom tusschen hagen van juichende menschen met veerkracht en vastheid in zijn gangen den platten weg op,

[pagina 25]
[p. 25]

die lijk een groote S van den lagen grond naar de poorte van 't kasteel wandelde. Een teere page in 't fluweel blauw met effengekamde haren, in den hals recht afgesneden, droeg het heilige zwaard ‘Joyeuse’ plechtig als een kruis; een een sterkere, een man lijk een boom leed aan zijn hooggehouden hand Teuconder het paard des Konings, een hengst, die een wonder was van paardenschoonheid en heelemaal wit als verschgebloeide hagedoren. Achter deze volgden de pairs, hovelingen, eenige Bisschoppen, wijzen en raadgevers.

Na zij al lang in de slotpoort verdwenen waren klonk er van uit het kasteel nog groot gejuich; maar na de koning zich in zijn binnenkameren had begeven viel de stilte als dekkende vleugels over 't kasteel.

Eenieder, edele en soldenier begaf zich ter rustte, want alleman was moe van de reis en 't was morgen vroeg dag.

Ook in 't dorp wierden de avondlichten 't een na 't ander uitgedoofd; er klonk nog als iets weemoedigs een traag-gezongen lied, een os loeide en toen viel ineens de stilte

[pagina 26]
[p. 26]

breed en vredig over 't dorp en 't kasteel en heel de wijde streke.

Alleen het geluid van den Rhijn bleef in de stilte staan als een devoot geprevel.

De sterren trilden in den hemel, en omhongen het zwarte, stille kasteel als met een luisterrijken mantel, en onverwachts schoof de volle maan van achter de donkere bosschen omhoog, als een rijpe, roode vrucht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken