Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De pastoor uit de bloeyenden wijngaerdt (ca. 1930-1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van De pastoor uit de bloeyenden wijngaerdt
Afbeelding van De pastoor uit de bloeyenden wijngaerdtToon afbeelding van titelpagina van De pastoor uit de bloeyenden wijngaerdt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.42 MB)

Scans (7.86 MB)

ebook (3.78 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De pastoor uit de bloeyenden wijngaerdt

(ca. 1930-1940)–Felix Timmermans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 90]
[p. 90]

XIII.

Met kommer naait de pastoor de uren aan elkander. Zijn gedachten hangen steeds voorover en zien in een donkeren vijver.

Het is stil in de pastorij voortaan. Er ligt als een onzichtbaar fluweel over de witte en blauwe

illustratie

vloersteenen, dat de vreugdige voetstappen verzwijgt.

Er zwijgt iets over de trapleuning, over de schilderijen en de glazen bokalen, waar Heiligen onder staan; er plakt een stilte over het behangselpapier.

Het koper der kandelaren, de plooien der batisten gordijntjes, de fuchsias op de vensterrichels, en al de andere dingen die het aanschijn aan een huis geven, vertellen niet meer. Zij hebben hunne gezellige filosofie verloren.

Alles wacht en luistert.

De zon komt voor niet haar gouden vierkanten op vloer en wanden teekenen.

Het hart van die er wonen proeft er niet meer aan.

[pagina 91]
[p. 91]

Het mag ook regenen en mistig zijn; 't is allemaal eender.

Er zit geen olie meer in 't gemoed. Er is een licht uitgedoofd.

Zelfs in de keuken bij de ijverig-ruwe Sophie, waar de pannen en potten anders uitdagend lawijd maken onder hare roode, dikke handen, is er als een persikwaas van stilte, rond de voorwerpen en de doening gegroeid.

En de kelder, de kelder der wijnen, waar het vroeger zong en murmelde van flesschen en mystieke woorden, zwijgt als bloed in een dood lichaam.

De pastoor ziet veel naar de lucht, en Leontientje naar den kam der heuvelen. De pastoor zijn beste en helderste gedachten zijn steeds, dat Leontientjes liefde van zelf wel slijten zal.

Maar dat peinst hij niet lang; hij heeft maar naar Leontientje te zien, die ginder tegen dien appelaar staat, en met de handen boven het hoofd verlangend uitziet naar de kapel der Vijf Wondekens.

‘Heel heur minnend hart heeft zaad geschoten lijk bij een ongeneesbare ziekte,’ peinst hij schuddekoppend.

Hij ziet Leontientje alle dagen in den morgen met bloemen, naar de kapel klimmen.

Doch een troost is het voor hem, te weten dat ze Isidoor toch niet nemen zal, niet nemen durft zonder hij geloovig is. Daarvoor is ze te zeer doorsuikerd van vroomheid. Dat is voor den pastoor al een groote gerustheid. ‘Maar daarmee is de liefde nog niet weg,’ peinst hij langmoedig.

[pagina 92]
[p. 92]

‘En ach zij is zoo gevoelig als een zeepbel, als er maar niets aan miskomt, als ze maar gezond blijft!’ Denkt hij daaraan, dan hangt zijn hoofd op zijne borst.

Daarom durft hij niet brutaal optreden, en alle hoop en verlangen ineens afsnijden. En hij laat haar gaan naar 't kapelleken, hij laat haar uitzien naar de heuvelen; hij zegt niets als ze uren naar de goudvisschen in den vijver staart, lijk Isidoor deed, dien avond met dien maneschijn; hij weerspreekt haar niet als ze veel van Isidoors gevoelige woorden in hare spraak brengt.

Hij hoopt maar één ding: ‘het zal wel slijten,’ en hij hoopt ook, maar kan er heel vaagjes aan gelooven, dat Isidoor zou kunnen bekeerd worden.

En voor die twee dingen bidt hij heelder uren, op den bidstoel in zijn groote slaapkamer, en in de kerk vóór den gelen, gekruisten Lievenheer.

En in de pastorij staat alles stil en luistert.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken