Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tegen het vergeten. Degenstoten en sabelhouwen (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tegen het vergeten. Degenstoten en sabelhouwen
Afbeelding van Tegen het vergeten. Degenstoten en sabelhouwenToon afbeelding van titelpagina van Tegen het vergeten. Degenstoten en sabelhouwen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.34 MB)

ebook (3.13 MB)

XML (0.58 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tegen het vergeten. Degenstoten en sabelhouwen

(1997)–Bart Tromp–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 40]
[p. 40]

Avondje Herman Kahn

Op 7 juli 1983 overleed de Amerikaanse futuroloog Herman Kahn. Hij was 62 jaar oud en had kort tevoren van zijn doctoren te horen gekregen dat zijn gezondheidstoestand ‘uitmuntend’ was. Het is te goedkoop om uit deze afloop conclusies te trekken over de waarde van toekomstvoorspellingen. Dit is in vrijwel alle kranten die de dood van Kahn meldden, gedaan - op zichzelf een teken dat het denken dat hij vertegenwoordigde enigszins in diskrediet is geraakt.

Bij zijn enige bezoek aan Nederland, in maart 1968, lag dat anders. De reputatie van Herman Kahn bevond zich toen wereldwijd op een hoogtepunt. Die reputatie had hij zich in de voorafgaande tien jaar vooral verworven door zijn grote werken over de mogelijkheid, wenselijkheid en vermoedelijke werkelijkheid van nucleaire oorlogen. De trilogie Thinking about the Unthinkable, On Thermonuclear War en On Escalation maakten hem tot de Clausewitz van het atoomtijdperk. Anderen, minder welwillend, noemden hem de Dzjenghis Kahn van de twintigste eeuw. Want de zwaarlijvige strateeg had de onaangename gewoonte om vragen te gaan stellen waarop elk antwoord wel ondenkbaar moest zijn. Wie een met nucleaire wapens gevoerde oorlog onmogelijk noemde, omdat, bijvoorbeeld, de Verenigde Staten daarbij zestig miljoen mensen zouden verliezen, werd door Kahn onthaald op de vraag: hoeveel doden zoudt u wél aanvaardbaar achten? Veertig miljoen? Dertig miljoen? Twintig miljoen? Enzovoort.

Kahn stond in de jaren zestig model voor een nieuw type geleerden, een snel groeiende groep van harde onderzoekers, die met behulp van vèr ontwikkelde modellen even onaangedaan uitrekenden of het de moeite loonde de Amerikaanse bovenwatervloot in stand te houden, als uitzochten hoeveel miljoen doden in een nucleaire oorlog een berekend risico voor de overwinning konden zijn. Dr Strangelove was zijn filmische afsplitsing. (Tot op zekere hoogte, want van enige eerdere associatie met het nazisme was bij Kahn geen sprake.) Een tijdlang hebben zulke geleerden een zekere invloed gehad op de Amerikaanse defensiepolitiek. Vooral onder minister McNamara

[pagina 41]
[p. 41]

(1961-1967), die zelf na de Tweede Wereldoorlog lid was geweest van de commissie van onderzoek die tot de slotsom kwam, dat de massale geallieerde bombardementen op Duitsland de eigen oorlogsinspanning meer schade hadden toegebracht dan de vijand. In de chaos van de Amerikaanse oorlog in Vietnam verdween zowel de invloed van de nieuwe denkers als de hoop dat hun objectieve analyses het smalle denken van politici op een hoger plan zouden kunnen brengen. Tegen het eind van de jaren zestig was ook Herman Kahn overgeschakeld naar een ander veld en begon hij zich te specialiseren in toekomstvoorspellingen. Zijn specialisme daarin was het combineren van indrukwekkende reeksen harde gegevens met bijna poëtisch te noemen luchtfietserij. Het jaar 2000, dat hij samen met Anthony Wiener publiceerde, werd, als ik het mij goed herinner, ook in Nederland een bestseller.

Dat boek was al gepubliceerd toen Kahn zijn bliksembezoek aan Nederland op 14 maart 1968 afsloot met een vier uur durende seance ten huize van de Groningse polemoloog professor Röling. Het werd een avondje om nooit te vergeten. Als een zware pad zat de grote denker in zijn fauteuil uiteengevloeid. (Mevrouw Röling liet de stoel nadien opnieuw stofferen.) Zijn gewicht van driehonderd pond was hem aan te zien; zijn legendarische iq van tweehonderd punten niet. Vrijwel niemand anders kwam die avond aan het woord. Een terloopse vraag aan het begin deed Kahn uitbarsten in een indrukwekkende verdediging van de Amerikaanse inmenging in de Vietnamese burgeroorlog. Salvo's feiten, verbanden en conclusies vlogen de aanwezigen - polemologen, journalisten, en een uiterst links geachte student in de sociologie die om die reden een spreekverbod was opgelegd - om de oren. Het werd snel duidelijk dat Kahn over een brein beschikte waarop ibm jaloers kon zijn. Pas na een uur kon Röling in het midden brengen dat, hoe dan ook, de Amerikaanse militaire bemoeienis met Vietnam stupide en immoreel was. Daar ging de harde man van wetenschap graag op in. Of de oorlog stupide was, daar viel over te praten. (Hij zelf vond van wel.) Maar een begrip als ‘immoreel’, daar kon hij niets mee; kenmerkend achtte hij het gebruik ervan voor Europeanen die buiten de politieke werkelijkheid stonden en daarvoor ook geen verantwoordelijkheid droegen.

Toen volgde een komisch intermezzo, omdat onverwacht de schrijver Harry Mulisch binnentrad, net terug, leek het wel, uit Cuba en nog voor hij goed en wel gezeten was, Kahn scherp de les lezend over de Amerikaanse politiek ten aanzien van het daar heersende regime. Dit duurde niet lang. Kahn snoof verachtelijk en zei: ‘Ik zal u exact acht redenen geven waarom u het totaal bij het verkeerde eind

[pagina 42]
[p. 42]

hebt.’ Na een uur was hij aan de vijfde toe, maar Mulisch zat toen al lang met de mond vol tanden. Kahn sloot af: ‘In de afgelopen acht jaar hebben de Cubanen acht revoluties in Zuid-Amerika op touw gezet. Die zijn allemaal mislukt.’

Daarna begon de prettige sfeer enigszins te verdwijnen. De kloof tussen Amerika en Europa groeide per minuut. De enige uitzonderingen werden geleverd door H.J.A. Hofland, toen redacteur van het Algemeen Handelsblad, die instemmend knikkend Kahns woorden opdronk als een ouderling Gods woord, en W.L. Brugsma, toen hoofdredacteur van de Haagse Post, die Kahn in Groningen presenteerde als ware hij, Brugsma, de temmer en de meesterdenker een zeer zeldzame en buitengewoon behendige beer. ‘Voor het eerst een werkelijke pragmaticus ontmoet,’ schreef Brugsma die week juichend in zijn weekblad.

De sympathieke zwaargewicht was toen al naar Saigon doorgereisd om te redden wat daar te redden viel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken