Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Heidelbergse catechismus (1563)

Informatie terzijde

Titelpagina van Heidelbergse catechismus
Afbeelding van Heidelbergse catechismusToon afbeelding van titelpagina van Heidelbergse catechismus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.43 MB)

Scans (10.09 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Heidelbergse catechismus

(1563)–Caspar Olevianus, Zacharias Ursinus–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Christelicke onderrichtinghe, ghelijck die in kercken ende scholen der cheur vorstelicken Paltz, ghedreuen oft gheleert wort


Vorige Volgende

Dat eerste deel,

Van des Menschen ellende.

Vraghe.

VWaer wt bekendt ghy dyn ellende?

Antwoorde.

Wt de Wet GodsGa naar margenoote.

Vraghe.

Wat eyscht dan de Godlicke Wet van ons?

Antwoorde.

Dat leert ons Christus in eene summa, Matth. int 22. Ghy sult lief hebben Godt dynen Heere, van gantscher herten, van gantscher zielen, van gantschen ghemoede, ende allen krachten. Dit is dat voorneemste ende dat grootste gebot. Ende dat ander is den seluen ghelijck: Ghy sult dynen naesten lief hebben als v seluen. In dese twee gheboden, hanght de gantsche Wet, ende de Propheten.

Vraghe.

Kanstu dat alles volkomelicken houden?

Antwoorde.

[Folio 6r]
[fol. 6r]

NeenGa naar margenoota: Want ick ben van natueren geneyget God ende mynen naesten te hatenGa naar margenootb.

Vraghe.

Heeft dan God den mensche also boos ende verkeert gheschapen?

Antwoorde.

NeenGa naar margenoota: maer God heeft den mensche goet, ende na zijn euenbeelt gheschapenGa naar margenootb, dat is, in warachtige gerechticheyt ende heylicheyt, op dat hy God synen Schepper recht soude erkennen, ende van herten lief hebben, ende in eewige salicheyt met hem leuen, om hem te louen ende te prijsenGa naar margenootc.

Vraghe.

Waer wt koemt dan sulcke verdoruen aert des menschen?

Antwoorde.

Wt den val ende onghehoorsaemheyt onser eersten Ouderen, Adams ende Euen int ParadijsGa naar margenootd, daer onse Natuere also vergift oft verdoruen is geworden, dat wy alle in sonden ontfanghen ende gheboren wordenGa naar margenoote.

Vraghe.

Zijn wy dan also seer verdoruen, dat wy gantsch ende gheheel onbequaem zijn tot eenigen goeden, ende geneycht tot allen boosen?

Antwoorde.

Ja:Ga naar margenoota Ten zy dan, dat wy door den Gheest Gods wedergeboren wordenGa naar margenootb.

[Folio 6v]
[fol. 6v]

Vraghe.

Doet dan God den menschen niet onrecht, dat hy in syne Wet van hem eyschet, dat hy niet doen en kan?

Antwoorde.

Neen:Ga naar margenootc Want God heeft den mensche also gheschapen, dat hy het konde doen: maer de mensche heeft hem ende alle syne Nacomelingen, wt aenstoken oft ingheuen des Duyuels, door moetwillighe onghehoorsaemheyt, der seluer gauen berooft.

Vraghe.

Wil God sulcken onghehoorsaemheyt ende afual onghestraft laten henen gaen?

Antwoorde.

Gheensins:Ga naar margenootd maer hy toornet schrickelick, beyde ouer aengheboren ende wercklicke sonden, ende wilse wt rechtueerdigen oordeel tijdtlick ende eewich straffen, ghelijck hy ghesproken heeft: Veruloeckt sy een yeghelick, die niet en blijft in allen dat ghene, dat gheschreuen staet in dat boeck des Wets, dat hy het doe.Ga naar margenoota

Vraghe.

Is dan God oock niet bermhertich?

Antwoorde.

God is wel bermhertichGa naar margenootb, maer hy is oock rechtueerdichGa naar margenootc, daeromme ey-

[Folio 7r]
[fol. 7r]

schet syne rechtueerdicheyt, dat de sonde, welcke tegen de alderhoochste Maiesteyt Gods bedreuen is, oock met de hoochste, dat is, de eewighe straffe, aen lijf ende ziele ghestraft worde.

margenoote
Romen. 3.

margenoota
Rom. 3.
1. Joan. 1.
margenootb
Rom. 8.
Ephes. 1. 2.

margenoota
Genesis 1.
margenootb
Genesis 1.
margenootc
2. Cor. 3.
Coloss 3.
Ephes. 4.

margenootd
Genesis 3
Rom. 5.
margenoote
Psalm. 51.

margenoota
Joan. 3.
Job 14 ende 15.
Esaie 53.
margenootb
Joan. 3.

margenootc
Ephe. 4.

margenootd
Rom. 5.
Heb. 9.
margenoota
Deut. 27.
Galat. 3.

margenootb
Exodi 34.
margenootc
Exod 20.
Psalm. 5.
2. Cor. 6.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken