Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
LXIIII, Psalmen end ander ghesangen, diemen in de Duytsche Ghemeynte te Londen was ghebruyckende (1561)

Informatie terzijde

Titelpagina van LXIIII, Psalmen end ander ghesangen, diemen in de Duytsche Ghemeynte te Londen was ghebruyckende
Afbeelding van LXIIII, Psalmen end ander ghesangen, diemen in de Duytsche Ghemeynte te Londen was ghebruyckendeToon afbeelding van titelpagina van LXIIII, Psalmen end ander ghesangen, diemen in de Duytsche Ghemeynte te Londen was ghebruyckende

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.52 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

LXIIII, Psalmen end ander ghesangen, diemen in de Duytsche Ghemeynte te Londen was ghebruyckende

(1561)–Jan Utenhove–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 56r]
[p. 56r]

Register deser Psalmen.

 § Ghetal der Psalmen

A.

Ach Heer hoe zijn sy so.Fol.3.iij.
Als een hert haeckt na.Fol.9.xlij.
Aen Babylons waterstroomenFol.45Cxxxvij.

D.

Doe bystand Heer, want.Fol.4.xij.
D’hemels aen allen kant.Fol.6.xix.
D’aertrijck koemt toe den.Fol.8.xxiiij.
Den dwaes die spreeckt daer.Fol 16.liij.
De Heydens zijn O Heere.Fol.17.lxviij.
Dijn Aertrijck Heer ghenade.Fol.25.lxxxv.
Danckt God midts dat.Fol.35.Cxviij.
Doe nu de Heere ons weder.Fol.39.Cxxvj.
Danckt den Heere midts dat.Fol.44.Cxxxvj.

G.

God is ons een toeulucht.Fol.13.xlvj.
God der Goden Heer.Fol.14.L.
God is recht goet den.Fol.18.lxxiij.
God is ghestaen inder.Fol.22.lxxxij.
Gheloouet systu Iesu Christ.Fol.54. 

H.

Hoe lang vergheetstu.Fol.5.xiij.
Hoe lieflick zijn dijns Tempels.Fol.24.lxxxiiij.
Heer du bist ons ghewesen.Fol.26xc.
Het zijn ia salich alle die.Fol.50.Cxix.
Heft op dijn hert opent. Fol.51. 

I.

In dynen thoorn wilt.Fol.4.vj.
Ick riep met mijn stem tot.Fol. 21.lxxvij.
Iuychet den Heere alle ghy.Fol.30C.
Ick lieue den Heere, &c.Fol.34.Cxvj.
Ick ben verblijt als sy.Fol.37.Cxxij.
Ick wil wt gantscher herten.Fol.45.Cxxxviij.

L.

Loeft den Heere ghy die zijn.Fol.33.Cxiij.
Loeft den Heere ghy Heydens.Fol.35Cxvij.
Loeft den Heeren O ziele.Fol.48.Cxlvj.
Loeft den Heeren want het is.Fol.49.Cxlvij.

M.

Mijn God voedt my in.Fol.6.xxiij.
My koemt te voren een rede.Fol.12.xlv.
Mijn ziele loeft den Heere.Fol.31.Ciij.
[pagina 56v]
[p. 56v]
Mijn ooghen hef ick tot dy.Fol.43.Cxxxij.
Met myner stem tot den Heere.Fol.46.Cxlij.
Mijn Heer mijn God.Fol.48.Cxlv.

N.

Niet ons niet ons O.Fol.33.Cxv.
Nu laetstu dynen knecht.Fol.51. 

O.

O Heer wie sal in d’hutte.Fol.5.xv.
O wel salich wiens boosheytFol.8.xxxij.
O God mijnder ghenadich.Fol.15.lj.
Ons’ God wil ons ghenadichFol.17.lxvij.
O Heer neycht tot my dijn.Fol.25.lxxxvj.
O Heer en God der sonden.Fol.29.xciiij.
O Heer wilt mijn ghebet.Fol.47.Cxliij.
Onse Uader die in de Hem.Fol.53. 
O God die du onse vader.Fol.53. 

R.

Richt my Heer en grijpt.Fol.10.xliij.

S.

Salich is hy die tot den.Fol.2.j.
Swijcht doch niet O Heer O.Fol.23.lxxxiij.
Salich is de man die daer leeft.Fol.32.Cxij.
So wie hier haer betrouwen.Fol.38.Cxxv.
Salich is hy bedeghen.Fol.41.Cxxviij.
Sy hebben my dickmael.Fol.41.Cxxix.
Siet hoe vrolick en goet.Fol.43.Cxxxiij.
Siet, prijst den Heere, midts.Fol.44.Cxxxiiij.

U.

Uan goetheyt end gherech.Fol.30.Cj.
Uader onser in HemelrijckFol.52. 

W.

Waerom ist volck oproerich.Fol.2.ij.
Wy hebben Heer ghehoort met.Fol.10.xliiij.
Waerom roemdy du machtige.Fol.16.lij.
Wy sullen dy vast louen Heer.Fol.20.lxxv.
Wie zijn vertreck neemt tot.Fol.28.xcj.
Wanneer ick was in teghens.Fol.36.Cxx.
Wanneer my koemt.Fol.37.Cxxj.
Waer God ons niet gheble.Fol.38.Cxxiiij.
Waer God niet self dat huys.Fol.40.Cxxvij.
Wt dieper noot schrey ick tot.Fol.42.Cxxx.
Wy gheloouen in eenen God.Fol.52. 

Eynde des Registers.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken