Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Goeroe
Toon afbeeldingen van Goeroezoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0,44 MB)

Scans (4,83 MB)

XML (0,13 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Goeroe

(1968)–Ewald Vanvugt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Uit het verborgen leven van Jezus


Vorige Volgende
[pagina 57]
[p. 57]

Boek 6
van vrouwen & dieren

Au! Help! Zon heb medelijden!

Deze nacht was zo zwart, en nu komt uit de zee deze bal fel licht opeens dreigen mij te verschroeien! Jezus is stomdronken. Met al die vergiften in het bloed is het lichaam zwaar vergeten hoe het adem haalt.

Hier steekt een 3 uur lang lopen schiereiland uit de bergen in de deinende zee; overzienbaar breed als vijand & politie langsgaat, en met tientallen kafés en bordelen volgebouwd. Dagen reizen in de omtrek bekend omdat alle verboden opwinding dáar te koop!

Door dik los strand wankelen op elkaar steunend een vrouw en een jonge man. De vrouw zingt zacht een hoog trillend geluid precies in harmonie met haar scherpe geur. Zij is prachtig. Een vrije hand van de jongen is onder haar rokken tussen haar benen, probeert tijdens het lopen haar rauw stukje vlees natter te maken... tot haar buik gaat schroeien om te ontploffen in spiralen...

[pagina 58]
[p. 58]
 
Nu opeens die verblindende berg vuur uit
 
zee oprijst!
 
Alle donkerte oplost!
 
De ruimte zichtbaar maakt!

Een tel beseft de man vanaf die hoogte hoe blind hij rondkruipt!

Even hoort hij zijn hart ruisen in de zee...

Ook overal rondom bewegen figuren die voor een halve dag eten steeds toeslaan en verwonden! De vrouw trekt Jezus mee naar de zwakkere lichten in het nachtkafé. Door de open wand terug in de rieten ruimte zien zij meteen een grote sterke man, die naakt en bezweet en wild danst op wervelende snaarmuziek. In die ekstase buiten zinnen...

 
Soms dansen een paar minuten meisjes of
 
mannen met hem.
 
Meer voedsel. Meer drank.
 
Jezus is zo dronken!

Zintuigen en hersens dicht met alkohol leeft de jongen nauwelijks tot zijn eigen handen. Alleen omdat hij in elke toestand echt gelukkig ontspannen is, blijft de jongen rechtop!

Bestaat nu spanning over iets, komt het zeker naar buiten:

begint dronkaard met schaduwen te vechten, en met zichzelf, of stort in tot waardeloos hoopje weefsels.

Glimlachend streelt Jezus het vrouwenhoofd. 2 mensen bewegen allebei in het puntje van hun tong, vormen met hun monden de zachtste grot, en

[pagina 59]
[p. 59]

strelen elkaar helemaal rondom zo intens tot éen! In wereldstad of op het platte land, dit lichaam blijft helemaal gebouwd op in dit ander lichaam zaad uitstoten...

 
Onderdak vinden
 
voor het volgend lichaam
 
als dit is versleten.

Hoofdtaak meteen heerlijk spel tijdens welk ver is te reizen uit tijd en ruimte, zelf weer embryo en ei en broedwarmte. De vrouw zit wijdbeens op de man, hun lange rokken over hun benen en de hele stoel. Langzaam beweegt haar onderlijf, en hij probeert rustig te blijven ademhalen.

 
Verzameld in de druppel zilverzaad, vanuit
 
voorhoofdholte langzaam door gezicht, keel,
 
hart, maag, navel heel bewust,
 
door traagste dans beweging golfslag van een
 
strak meisjesbuikje om de man's voorstaart
 
langzaam, langzaam naar de kop van de lul gezogen...
 
op het warmtepunt van openbarsten,
 
langzaam, langzamer dan een zilverslak
 
trekt dit spoor door middelpunt van jouw heelal
 
zonder 1 tel te verliezen waar jij wie wat
 
niets bent:
 
in zijn top houdt de man het stralend zaad stil:
 
Spel leert snel veel meer dan taak!
 
(En tegelijk spelen alle andere mensen
 
allemaal andere spelen.)
[pagina 60]
[p. 60]

Vlak naast zich kijkt Jezus ook al uren in een verweerd gezicht met goedige ogen en zwarte snor, ook stomdronken. Wilde Man praat met die vreemde vriend, en al vaak klonken de 3 mannen samen... Bij die man sluit zich steeds een vrouw aan met op haar arm een groot zwart kind. Proost! Even buigt de vrouw op zijn schoot opzij en weer stoten de mannen volle glazen vuurwater aan. Meer drank... Klok-klok-klok.

De jongen zit rechtop. Zijn aandacht versplintert door de golvende ruimte. Alles rond zijn hoofd zwemt, suist. Weggekropen in het zware lichaam aan deze toestand gewend lacht de man om dit bestaan.

Nu de vrouw onder zijn wit linnen jurk tussen zijn blote dijen streelt, kneedt Jezus zacht in haar borsten - sluit de kring van hun voelzin. Met hun ogen dicht op elkaar geleund drijven vrouw & man tussen slapen, waken en ander bestaan.

Ook vrouwen en dieren zijn net (als alles) wat jezelf erin stopt!

Hier in het kafé is een hond die vaak is te zien met voedsel op weg naar arme dieren. Nog nooit deed het beest kwaad. Eens toen tijdens het wassen een vrouw haar baby van de rug af de rivier ingleed, sprong de dappere hond meteen in de razende stroom en redde het kind voor de waterval.

De baas van dit dier is de man met de trommels. Een die het allerkleinste aandachtig bewondert. Hij zorgt voor de hond als voor zijn zwakzinnige broer.

[pagina 61]
[p. 61]

Woef-wraf! Wraf! Ooooooooch! Opeens tumult! Drrrrdrrrdrrringh!...

Muziek stopt. Stemmen roepen! Kind huilt! Wronk! Doffe klap van zak rijst valt om. Iedereen naar het lawaai gekeerd staat op.

Langzaam op en dichterbij gewankeld ziet Jezus de man met de zwarte snor in elkaar gerold plat op de grond, zijn armen beschermend rond zijn hoofd. Snuivend staat Wilde Man gemeen naar het slachtoffer te loeren. Achter zijn groot zwart lijfde vrouw met op haar arm het kind dat zich krijsend van een bruine volle borst losmaakt.

Ook andere mensen staan dichterbij, maar niemand doet iets tegen de geweldige Oeroboros! Van die reus een kopstoot op je mond!

Niemand in je familie herkent je!

De jongen blijft verwonderd. Wat gebeurt? Die 2 mannen toch duidelijk vrienden! Slaan zij elkaar?

Wilde Man komt richting jongen, gelukkig glimlachend ja-knikken hoe goed alles gaat!

Wat gebeurt hier dan?

Man met zwarte snor richt zich van lood rechtop zijn voeten, moeizaam elke spier uitgeput overeind staat hij half gebukt te duizelen.

Het gebeurt gewoon! Kijk dan!

Wilde Man draait zich om en stoot zijn knie met al zijn kracht tegen de ander zijn kin. Blah! Een klap met een paal tegen je kaken!

Meteen gaat de ander weer onderuit. Jezus ziet het met zijn ogen!

[pagina 62]
[p. 62]

2 mannen bewegen. 1 man slaat 1 ander richting dood!

Misschien hoopt de ander dat een gevloerd mens niets méer uitlokt en alleen dood wordt achtergelaten - languit blijft hij plat op de grond.

Wilde Man stopt niet! Opeens een laars aan zijn voet schopt de slapende man in zijn buik en tegen zijn zwarte snor! Bloed sijpelt uit neus en oor in stof... Jezus heeft verdriet! Dood zo dichtbij neem liever deze zwaar bedroefde ogen dat zij niet langer zien!

Tranen over dronken jongenswangen. Hier vlak voor hem! Zijn vrienden!

Jezus kan met zijn vuisten geen wilde beermens met bloedlust stoppen. Het kind is oud genoeg om te begrijpen.

Op duidelijke aandrang van allen gaan de 2 mannen de drankhal uit. Vrouwen achtergelaten zijn overal nieuwe te paaien, naar éen om kinderen te geven en met haar gezin te verzorgen wordt niet omgekeken. (Jezus beleeft minder tijdelijke beschutting dan familie biedt. Vannacht verdronken de mannen wat de laatste westerse kleren van de jongen en zijn bruinleren koffer verkocht opbrachten.)

Nog steeds verbijsterd huiverend wankelt Jezus naast de man door het mul zand onder de felle kogel ochtendzon langs de glinsterende zee pas wakker in verspreide velden dofblauw en schittering. Ook nu geeft de man antwoord. Wild fluistert hij,

[pagina 63]
[p. 63]

ik moest het hem geven! Soms moet je het iemand geven! En geef het dan eerder dan hij aan

 
jou! Geef altijd de eerste klap keihard!
 
Nee! roept de jongen. Jij bent slecht!
 
Begrijp het! Ik ben goed & ik ben slecht.
 
Ik verniel & ik maak.
 
Met alles wat ik weet, moet ik nu steeds tegen
 
iedereen overal liefde spillen?
 
Dan leefde ik de meeste tijd in afzondering!
 
Jij bent die je bent.

Nu niet begrijpend klautert en wankelt Jezus over de rotsen tot (in een magiese flits) in het huisje bovenop de platte berg naast de zee.

 

De jongen slaapt tot de zon haar hoogste punt weer eens nadert.

Rechtop zit hij dan op de rieten mat, tevreden dat hij is weer nuchter.

In de vierkante witte ruimte is Jezus met 3 vliegen, 1 onbekend insektje, en 1 mug.

 
Vliegen zijn vrienden.
 
Ook andere insekten moet je nooit hinderen.

(Gulzige bij in glas zoete drank worstelt zonder sukses tegen spoedige dood, ben jij daar gezet als redder.)

Ook nu komen de vliegen zoals overal ter wereld graag even dichtbij de mens zitten om hun tere om door de ruimte te bewegen zo doeltreffende lichamen te tonen.

[pagina 64]
[p. 64]

of met kunsten en stunts in de lucht aandacht en bewondering af te dwingen, of met zachte landingen op 6 poten op je vlees te zitten liefde geven.

Het dreigend hinderlijk gesnerp van de stiekume mug steeds aan de achterkant van zijn hoofd verjaagt de man met wuivend handje.

Het andere insektje is te klein om te volgen. Soms landt het met zwart tikje op wit vlak.

Jezus' aandacht is in zo'n eenvoudig doeltreffend gebouwd vliegenkopje. Als 2 vliegen in de lucht samen botsing spelen, speelt de jongen met een wijsvingertop met hen. Hé! Even lekker met zijn achterpoten mijn vleugels omhoog duwen! Ik ben vol gevreten! Hier in dit huis kun je naar de bodem van de suikerpot kruipen, helemaal bedolven in het kostelijk goed! En als de mens je snapt, gebeurt niets... Duidelijk is hoe deze man van vliegen houdt - net landen weer 2 op zijn knie. Pik! in zijn wang, doet zijn hand tegen zijn gezicht klappen!

Vóor hem op de grond wentelt de half versufte mug zich om, nog kan het beestje van zijn kneuzingen op kracht komen en verder leven...

Met een snelle tik doodt Jezus de mug, en zijn eigen bloed spat uit het lichaam van het slachtoffer in 2 dikke druppels op de tegels! Plat in elkaar gekreukeld is het fragiel vliegdier een stukje spinneweb! (In een flits:

Nu zullen ook de vliegen als je hen nodig hebt wegblijven!)

Opgewonden suizen de vliegen rond het bloed om

[pagina 65]
[p. 65]

opeens midden in het sap te landen en er razendsnel van te eten: hun bek drinkt en wordt met de voorpoten volgepropt.

De man kijkt toe met dezelfde nieuwsgierige blik als waarmee hij vrienden ziet handelen: wat zij ook doen, niet makkelijk ziet de man kwaad in wie hij vertrouwt.

De vliegen weer in de lucht bewegen langzaam. Hun gezoem gaat opeens snel hoger. Hun koppen worden vierkanter. Hun vleugels gaan schuin naar achteren als bij elke luchtjager. Hun poten trekken in. Uit hun bekken groeien slagtanden uitlopend in stompe naalden.

De man ziet alles met dezelfde blik. Niets trekt hem aan - niets stoot hem af.

Rustig ademend zit Jezus oog in oog met de gedaanteverwisseling van de vliegen: 3 luchtdraken. 3 giftige diepzeevissen. 3 vliegen.

Opgewonden cirkelen de insekten steeds sneller binnen armbereik van de naakte jonge man. Plotseling duikt een beest naar zijn linkerschouder! Prikt! Au! De jongen slaat naar de plaats waar het sneldiertje is al lang weggedoken. Uit het vel sijpelt bloed. De huid zet op. Aders worden zichtbaar. Op zijn linkerschouder ziet de jongen in een flits een blauwe buil opkomen, openbarsten met groen vuil... Brandende pijn in die klomp levend vlees... Van de wond kijkt de jonge man naar de giftige luchtmonsters voor hem bij wie de slagtanden dubbel zijn gegroeid en duidelijk uitlopen in spitse

[pagina 66]
[p. 66]

angels. Hun veelkantige ogen draaien vuil schitterend. Nog steeds nieuwsgierig neemt de man de wezens op.

Zal Jezus in zijn verwondering zich weerloos laten afslachten?

Om de beestjes te vangen en in de vrije natuur weer los te laten, is nu te laat! Dreigend suizen de oorlogsbeesten weer dichterbij. Dood en verderf betekent hun snerpend gehuil! Elke tel zal een van de vliegen duiken om misschien in keel dodelijk te steken! Of op hoofd voor het leven beschadigd te ontploffen!

Pats! Klap! Tik! wil de jongen de beesten doden, maar steeds zijn zij vlugger. Duikvlucht na duikvlucht ontploft hun gif in zijn huid. In zijn nek, op zijn rug en borst, tussen zijn dijen, op zijn bovenlip - op al zijn zachte plekken pikken de plaagbeesten bijtende kraters vuile pijn...

Heftig slaat de jongen rond zich maar omdat alleen zijn tegenstanders raken, neemt zijn kracht snel af - nu al zakt hij onderuit en ligt languit op zijn rug, zachte keel en buik onbeschermd.

Wat zonneschijn valt door de deur als de voorhang opzij gaat en Wilde Man naar binnen springt. Met weinig passen bij de op zijn rug krampachtig stuiptrekkende en sidderende jongen ziet de man de wilde vliegen. Snel met wat ruwe slagen met een rieten bezem slaat hij de 3 vliegen bewusteloos of dood naar buiten. “Hoeoe! Hoeoe!” zoals vaker stoot Oeroboros wilde klanken uit.

[pagina 67]
[p. 67]

Zijn groot sterk lichaam huppelt naar Jezus die over de vloer ligt te kringelen van pijn en afschuw na wat hij meemaakte. De man raakt de jongen aan zijn arm en blijft zo lang rustig naast hem zitten kijken tot de jongen terugkijkt met van ellende vertrokken gezicht, jaren ouder nu het lichaam dit vreselijke doorstaat. Het zwarte bezweet en gerimpeld gezicht van Oeroboros kan zoveel uitdrukken! (Op éen dag alle tegenstellingen!) Nu draaien zijn wilde ogen rond als is wat ze zien niet langer te verwerken. De man grijpt opzij naar een kan melk die daar staat. Een doek met melk natgemaakt wrijft de man even de rug van de jongen en geeft dan de vochtige tot in Jezus hand. Hij vertelt hoe deze vloeistof het beste is tegen vuile wonden. Ingespannen begint de jongen zijn huid te zuiveren, en zeker verlicht het de pijn!

Met een natte doek melk blijft de naakte jonge man op alle plaatsen van zijn lichaam wrijven tot hij uitgeput in slaap valt.

Bij de kookplaats eet wilde man wat koude gekookte vissen met graat, vinnen, ingewanden en koppen, wat ui en tomaten, en huppelt het huisje uit het bos in.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken