Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Goeroe
Toon afbeeldingen van Goeroezoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0,44 MB)

Scans (4,83 MB)

XML (0,13 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Goeroe

(1968)–Ewald Vanvugt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Uit het verborgen leven van Jezus


Vorige Volgende
[pagina 69]
[p. 69]

Boek 7
maalstroom

Bewegen, draaien, waaieren, wentelen - ruisend suizend spuizend tuimelen

Zeker maakt de zon morgen een nieuwe dag! Als het deze zon niet is, is het een andere...

Wat eerste lichtstralen op hun ruimtereis ketsen tegen een maan en komen heerlijk wat afgekoeld in de dampkring van Aarde.

Op een platte berg. In dit eenvoudig vierkant wit lemen huisje. Op de huid van een jong mannengezicht.

Vannacht zeker weer zo dronken van de ruimte de gordijnen vergeten te sluiten, snel afgereisd in slaap.

Wat is dit? Verbaasd recht op zijn mat - wat hoort Jezus? Waar vandaan komt dit bonkend lawaai? Zag hij vannacht dan een echte hoop bakstenen en betonijzer?

Jezus hoort cementmolens en hijskranen ratelen, mannen roepen, timmeren en bonken, en al die ge-

[pagina 70]
[p. 70]

luiden van overal rondom in de lege natuur bouwt men razendsnel 20-verdiepingen hoog wereldstad!

Hier op de kale berg dagen reizen ver achtervolgen de misvormertjes! Op sukkeldrafje bij raam ziet hij natuurlijk zee en ander landschap. Nergens mens, iets door mens gemaakt...

 

Terug op bed zit de jongen wat rond te staren, pas wakker zijn vergeten teruggevonden lichaam te verkennen: aan dit voertuig weer te wennen.

Opeens komt grote man in lange zwarte jurk binnen. Hallo! Goede morgen! Hallo! Kijk eens wat ik voor je heb! Oeroboros is een van de grootste mannen ooit gezien op Aarde.

Nee! Nee! Even draait Jezus' hoofd weg. Niemand weet waarom hij bang is van het onbekende want bang van zichzelf om in het onbekende onderzoeken alle houvast te verliezen... en weg te suizen in donker diepe ruimte...

Na kort gevecht zich bij de zwakheden van anderen aangepast, begint men die snel ook zelf te verdedigen en te eisen dat iedereen zich bij jou neer legt! Of niet soms!!?

Bijna niemand beseft iets van wat leven is. De meesten drijven aan heel tijdelijke luchtspiegels door inktzwarte golven en wanen zich stevig verankerd aan gezin en roepnaam! En vastgeklampt aan iets belachelijks als woonplaats of arbeid! Wat daaruit voorkomt?

Kijk hier! In de zwarte mannenhand ligt een ei van

[pagina 71]
[p. 71]

goud. Even blaast hij ertegen en poetst het op zijn mouw. Snel begint het goud te gloeien!

 
De blik van de jongen hecht aan vuur,
 
vuur hecht aan wat het voedt,
 
het voedsel van het vuur is een jonge man.

Zijn zwarte jurk ruisend gaat Oeroboros richting deur. Zo maar ergens in de lucht hangt uit zijn hand de gloeiende steenkool! Terwijl Jezus steeds erin kijkt beweegt het pure balletje vuur tot voor zijn ogen, zo ver vóor zijn voorhoofd als zijn neus lang is.

In dit lichteind verdwijnpunt kijkt de jongen!

Kracht uit de man's handen doet het jonge mannenlichaam ook een handbreed boven de rieten slaapmat vrij in de ruimte zweven.

Jezus kijkt in zijn kern! Weg is Oeroboros.

Hoeveel heftiger pompt bloed door dit hart, suist in deze oren tot dit lichaam ontploft?

Het draaien van aarde door heelal suist in mijn hoofd...

 
Zonder pauze ontvouwen
 
kaleidoskopen van geluid beeld.
 
Prachtige patronen waaieren uit achter ogen die
 
om éen punt draaien.
 
In inktzwart flitsen alle kleuren zonnetjes in & uit
 
chaos & patroon elk licht hart van zonnestelsel
 
of vuurvlieg in dichte wolk
 
even waardeloos belangrijkst
 
dezelfde krachtige uitstraling bewarend
 
vormen neon gezichten van rottend vlees
[pagina 72]
[p. 72]
 
rimpelen in water weg
 
drukke verkeersstraat stromen auto's
 
massa's mensen allemaal net even
 
dezelfde gezichten
 
kijken naar de komeet:
 
zien niets dan komkommers...
 
Sterren,
 
flierdunne in elkaar vloeiende lagen kleuren,
 
een abrupte uiteenspatting van ontelbare witte puntjes,
 
druipende regen van vloeibare kleuren...

Dit steeds veranderend patroon hier vol gaten en hiaten, is vooral stuwend naar prachtig gelukzalig dankbare glimlach.

 
Perfekte kristallen stollen & verdampen
 
Mannequins tonen kleding 1920
 
worden cartoons.
 
Vuur. Slang. Tempel.
 
In enorme vleeshallen lig jij! Propje vlees
 
opgerold te kloppen
 
en sterft.

Jezus sterft, en blijft ademhalen.

Plotseling heb ik zo'n wurgende angst! Wie daartoe de macht heeft, redt!

 
De jongen kan zichzelf niet redden...
 
Want niemand vertelt hem wat hij zoekt...
 
Help! Zo bang! Wie gooit me een lijn toe?
 
Dik strand kiezelstenen onder waterval
[pagina 73]
[p. 73]
 
zo dicht rondom persen bergen mensen
 
overal steken hun nagels
 
vlees van mijn beenderen plukken en eten
 
verdrink ik in hun & mijn golven bloed!
 
De jongen bezoekt de donkerste spelonken
 
vol haat, angst, pijn & verdriet.
 
Met uiterste inspanning opent de jongen zijn ogen!
 
Help! Die plant een bos van gif druipende slangen
 
dansend klaar om mij...
 
Die rots staat op uit de aarde
 
een gluiperig bebaarde moordmaniak...
 
Die muur scheurt.
 
Het dak beweegt.
 
Fles zal ontploffen.
 
Met angst elke vorm als levensgevaar uitgelegd
 
besluit haat elk onbekend uit te roeien.
 
Lucht komt stikken.
 
Bergen sluiten in.
 
Zee zuigt woedend.
 
Ravijnen splijten overal.
 
Deze duizelende angst overvalt even nu sterk beseffend
 
hoe snel rot het eigen lijk? Zo simpel zeker zul jij
 
binnenkort dood zijn...
 
Jezus ziet zijn bros skelet!
 
Elk steentje, takje en planeetje
 
in giftig leven.
 
Deze wriemelende uilebal vol tandraderen,
[pagina 74]
[p. 74]
 
wortels en vliegtuigen draait alleen om jou fijn
 
te malen!
 
Jezus eenzaam in de hel!
 
Leeuwen met ossekoppen & vleugels
 
bevechten in de lucht wolken rode inktvissen
 
met vuur lansen en geweren tot alle indianen...

Recht tegenover de jongen op de witgekalkte muur boven de vuurplaats hangt een kluwen minstens 22 muizen. Hun verschillende pakjes geven duidelijk hun funkties aan: die in dat witte jasje is de dokter! Die met dat petje de postbode! Die hoge witte muts de kok! Die een nieuwsgierige buurvrouw net aan de schoonmaak met stofdoekje op!

De muizen groepen rond een vrouwmuis. Een paar houden haar achterpoten open. Uit haar buik trekt de dokter voorzichtig een babymuisje, snel schoongelikt doorschijnend roze. Langs de behulpzame handen van de hele gemeenschap wordt de pasgeborene doorgegeven naar de vuurplaats, terwijl even hoger de volgende kleine alweer wordt geboren...

Halfweg plat tegen de muur hangt een zalmkleurige schol met aan 5 wervels nek een aapjes doodshoofd. Steeds als een pasgeboren diertje langskomt, steekt snel de dood zijn kop uit en verschrikt de oude muizen. De meeste baby's verdwijnen meteen achter de malende doodskaken! Meestal wint hij! Alleen als de muizen even nog razendsneller dan het monster kan vreten kleintjes laten langsgaan, blijft éen leven...

[pagina 75]
[p. 75]
 
De meeste baby's...
 
Wat een schouwspel! Aanvaarden...
 
Door rotte appel groeien zaden in wortels
 
boomstam springt volwassen uit de grond met
 
wuivend gebladerte
 
en vouwt zich op tot jong vijgje.
 
Nog even blijft de jongen zich afleiden in
 
vormen buiten.
 
Hart staat stil.
 
Longen barsten.
 
Lichaam ziek: vlees rot aan been en de zachte
 
buikholte stroomt leeg...
 
Jezus vliegt onveilig door het heelal!
 
Licht brandt pijn.
 
Reuk vergiftigt.

Nu de jongen zijn armen om zijn hoofd slaat, breekt zijn eigen kracht zijn botten: zijn hoofdlos van romp rolt. Toppunt van ellende!

Half lam uitgeput sleept het skelet zich over de vloer van dit simpel wit huisje. De jonge man snikt jank & lach.

Buiten schijnt helder felle ochtendzon. Uitgestrekt wolkloze blauwe hemel.

Blauwe levenszee. In de vroege morgen kalm ruisende bomen. De rotsen lijken weer vloeibaar te stromen, maar zijn al lang gestold. Dit huisje heeft stevig dak en dikke muren, alle voorwerpen erin zijn in rust al vaak bekeken en vertrouwd geraakt.

Snel wordt het snikken van de jongen steeds meer schaterlach.

[pagina 76]
[p. 76]

Hahahahahahahaha! Dit drinkglas gevaarlijk dreigen? Belachelijk voorwerpje, stomme stof in mensenverhoudingen geperst! Hah! Niet te geloven! Dit bestaat allemaal!

Verwonderd veel lachend is Jezus lang bezig als een kind de eenvoudigste vindingen opnieuw te beleven:

 
Water uit kruik in schaal gieten
 
water en zand maken modder
 
van modder maakt Jezus 5 duiven, klapt in
 
zijn handen
 
vliegt 1 naar elke windstreek en 1 naar het
 
hart van de aarde.

Nu de man in het huisje op de heerlijke berg zo kalm wordt dat hij het haar op zijn hoofd en de nagels aan zijn handen en voeten voelt groeien, is alles zoals op andere dagen nu doortrokken met schitterende lichtjes steeds in beweging. Uit elk voorwerp sprankelen stralen. Die plant is een prachtige plant!

 
Aan die plant gelijk bestaat geen andere vorm!
 
Die plant is eigen ruimte naar wens!
 
Die plant weerspiegelt alles!

De hele dag door het huisje scharrelend vindt de jongen tegen de avond een gouden ei. Even heel diep nadenken brengt hem bij het bezoek van de zwarte man deze ochtend, en de suizende start van de beweging door de draaikolk. Nu daar weer buiten in de wereld van mond, slokdarm en maag...

...komt even later Oeroboros een stevig maal koken. Vuur vanzelf gedoofd, opnieuw aansteken en de man zegt, Jezus! Wat moet jij vandaag in zon en

[pagina 77]
[p. 77]

stof hebben gekropen! Je hele huid hangt om je lichaam aan flarden, voorbij zonden of leeftijd!

Nog is de jongen opgewonden. Ja! Vandaag was ik bij de kracht die bestond

 
voordat Aarde en Zon bestonden!
 
Stroom legt alle mensen in hetzelfde verband
 
elke tel met elkaar
 
verbonden afhankelijk van dezelfde dampkring.

Jezus spreekt over zijn angst terwijl al die beelden uit zijn hoofd wegwentelden. De andere man vertelt over

 
De Rimpelende Koe

Terwijl de koe een beetje staat te dromen en met haar uier klotst, doet het bestaan van zwermen vliegen haar niets. Maar opeens huivert zij, en rimpelt haar huid in siddering. Even bestaat de koe met haar hele bewustzijn alleen in de vliegen. Waar aandacht op is gericht bestaat. De rest vergeten vormen onzichtbaar veel andere invloeden.

Wie zich voelt bedreigd (door de nieuwe dood) en dan voor het eerst een vogel ziet, voelt zich bedreigd door de vogel. En in zijn geheugen graaft hij naar namen van onbekend zelden ontmoet gevaar als in slibberig slijm geklede padden, kwallen, ratten, slangen en vleermuizen.

Afgronden, valkuilen en gevangenissen.

Alle aandacht in die ene dreiging wordt alles uitgelegd tot elk korreltje zand klaar ligt om jou de doodssmak te laten maken,

elk pluisje zaad zweeft om jou te verstikken...

[pagina 78]
[p. 78]

Wat moet ik met die maalstroom beelden van alle overige ervaringen in mij?

Bekijk alles goed! Dit ben jij!

Alles wat inging komt later uit. Doe wat je wil. Alles goed wat je tijdens je volgende dood - nu - niet angstig bedreigd schrikachtig schichtig versplintert. Dit geheugen is niet ingericht om alles te weten van al die jaren en vorige levens...

 
Soms een lach tussen kastanjebomen,
 
glimmend koper,
 
een stuk rauw vlees...
 
 
 
Soms de geur van deeg,
 
een natte mond kust klaar,
 
die vallende ster vliegt waarheen,
 
herfstschaduw van takken & vingers op witte muur...
 
 
 
Meestal 2 kijkende ogen...
 
 
 
Waar eerder? In welk leven?
 
woonde ik in een lichaam
 
waar zintuigen rond deze vormen
 
ditzelfde samenspel maakten?
 
 
 
Ik ben niet speciaal iemand.
 
Ik besta altijd. Nergens kom ik vandaan.
 
Nergens ga ik heen.
 
Ik maakte de vormen om door hun ogen
 
te genieten van de verwondering
 
om mijzelf te zien.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken