Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie [alleen brontekst] (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie [alleen brontekst]
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie [alleen brontekst]Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie [alleen brontekst]

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.93 MB)

XML (1.18 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

A. van Loey

W.L. de Vreese



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie [alleen brontekst]

(1906)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Die prologhe.]

 
Die Vader, die al hevet gemaect
 
Dat in die werelt slaept ende waect,
 
Ende dat lijf ende vorme hevet ontfaen;
 
Die Sone, diet oec, sonder waen,
5[regelnummer]
Al hevet gecocht, groet ende clene,
 
Dattie Vader maecte gemene,
 
Ende daer omme oec gaf sijn lijf;
 
Die heylige Geest, die sonder blijf
 
Al volinde ende al voldede
10[regelnummer]
Dattie Vader entie Sone mede
 
Hadden begonnen onder hen:
 
Dus wrachte hare drier sen
 
Al eens in ere geweldicheden
 
Ende oec in ere drivoudicheden,
15[regelnummer]
Alse inden Vader ende in den Sone,
 
Ende inden heyligen Geest, die scone
 
Hem can voegen mettesen tween;
 
Hets recht, want si drie aleen
[pagina 1,7]
[p. 1,7]
 
Oyt waren ende bliven selen.
20[regelnummer]
Desen drien willic bevelen
 
Mine ziele ende minen sen:
 
Want ic dies wel bedacht ben.
 
Dat ic sonder hem mach niet.
 
Nu merct wel ende ane siet,
25[regelnummer]
Ende hebbet bi u wel u gedochte,
 
Hoe yemen yet gedoen mochte
 
Jegen den Vader, hine dade meest
 
Jegen den Sone enten heyligen Geest:
 
Want u wel georkent es,
30[regelnummer]
Dat dese drie, sijt seker des,
 
Een persoen wesen moet.
 
Ic, die int gelove goet
 
Ben ende vaste mi houde daer ane,
 
Bidde desen persoen ende mane,
35[regelnummer]
Dat hi mijn herte also verlichte,
 
Dat ic te poente dit gedichte
 
Gemake ende dit volbringen moete.
 
Des biddic u, Maria soete,
 
Met Jhesum uwen sone goet;
40[regelnummer]
Want hebbic uwer beider spoet,
 
Sone es mijn dichten niet te swaer,
 
Want u troest nemt mi den vaer,
 
Dat ic mi ontsie te min.
 
Nu hort hier dat begin,
[pagina 1,8]
[p. 1,8]
45[regelnummer]
Waer af dat ic dichten sal.
 
Gehort hebdi, groet ende smal,
 
Hoe die werelt al haer dinge
 
Gehandelt hevet sonderlinge,
 
Tote op keyser Vrederics doet;
50[regelnummer]
Ende daer na quamen inder noet
 
Menfroet ende oec Coenraet.
 
Overmids haer quade daet.
 
Dit staet inde vierde pertie,
 
Van coninc Lodewijc, die goede, de vrie,
55[regelnummer]
Die den Spiegel maken dede.
 
Daer af hebdi gehord oec mede
 
Hoe hi starf vor Thinius int here.
 
Tot desen tiden, tot tesen here,
 
Hebdi [die] jeesten al gehord
60[regelnummer]
In vier pertien bringen vord:
 
Salic u hier vord berichten
 
Tot onsen tiden, ende dichten
 
Alle die dinge, groet ende smal,
 
Die gesciet sijn overal.
[pagina 1,9]
[p. 1,9]
65[regelnummer]
Ende desen boec willic heten
 
Die vifte pertie, ut gespleten
 
Allen den andren van selsenheden
 
Ende van goeder nuttelijcheden,
 
Die in .lx. jaren sijn gesciet.
70[regelnummer]
Dat vore was en es al niet
 
Jegen twonder dat gesciet es
 
Binnen deser tijt, des sijt gewes,
 
Sint dat Willem van Hollant
 
Dat keyserike nam in hant;
75[regelnummer]
Want op hem willic beginnen
 
In Marien [namen] der coninginnen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken