Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1 (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.34 MB)

Scans (27.73 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Editeurs

Herman vander Linden

W.L. de Vreese



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1

(1906)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Ga naar margenoot+ Van alden geslechten van over zee, ende waer af datsi quamen. v.

 
Twee gebroeder die hieten aldus:
 
Saladijn ende Sapha[di]nus,
 
Die edel waren ende rike sere,
240[regelnummer]
Ende boven al sarrasinen here,
[pagina 21]
[p. 21]
 
Ende daer al dat geslechte af quamGa naar margenoot+
 
Ende al dat heerscap, alsiet vernam,
 
Dat oyt sint geregneert heeft;
 
Na dat ons die waerheit geeft
245[regelnummer]
So regneerd oec nu ter stont.Ga naar voetnoot245
 
Saladijn, ic doet u cont,Ga naar margenoot+
 
Had .ix. sonen ende here groet,Ga naar voetnoot247
 
Eer hi selve quam ter doet.
 
Ende Saphadijn die levede langer,Ga naar voetnoot249
250[regelnummer]
Alne was hi niet so tanger
 
Alse sijn broeder was Saladijn.Ga naar margenoot+
 
Ende na die doet des broeder sijn
 
So doetdi alle sine kinder saen,Ga naar voetnoot253
 
Sonder enen, die hadde ontfaenGa naar voetnoot254-258
255[regelnummer]
Die soudaen van Ycone,
 
Ende Moradijn so hiet die gone,Ga naar margenoot+
 
Ende dien onthilt hi [jeghen] Saphadine
 
Dat hine niet ter doet ne pine.Ga naar voetnoot258-261
 
Caliphus hadden bevolen heme
260[regelnummer]
Ga naar margenoot+ Dat hijs harde wel waer neme,
[pagina 22]
[p. 22]
 
Alse hi oec dede in alre tijt.Ga naar margenoot+
 
Caliphus, dat wel seker sijt,
 
Es te secgen min no mere
 
Dan haer paus ende haer here,
265[regelnummer]
Ende dien die sarrasine algader
 
Eren, gelijc wi onsen vaderGa naar margenoot+
 
Den paus eren ende onderhorech sijn.
 
Gelijc so doen sijt hem in scijn
 
Ende houdene over haren paus met,
270[regelnummer]
Gelije dat gedraget haer wet.
 
Ende Baldach es oec die hofstedeGa naar margenoot+Ga naar voetnoot271
 
Van alden sarrasinen mede,
 
Gelijc dat Rome es dat hoft
 
Van al kerstenheide, dies geloft.
275[regelnummer]
Ende in Baldach, die rike stat,
 
Es Caliphus stoel gesat,Ga naar margenoot+
 
Ende daer staet Mamet, haer afgod.Ga naar voetnoot277
 
Gelijc dat sente Peters gebodGa naar voetnoot278-286
 
Van Rome der stede ward uut gesent,
280[regelnummer]
Ende al kerstenhede es bekent,
 
In dier gelike so es MametGa naar margenoot+
 
In Baldach die stat geset
[pagina 23]
[p. 23]
 
Ende houtmen van hem sijn geboden,
 
Alse van haren oversten goden.
285[regelnummer]
Ende daer besochtene menech man
 
Die waent dat daer gewin leit an.Ga naar margenoot+
[tekstkritische noot]C. 5, opschrift. waer in het hs. voluit. 237 Sapha[di]nus De emendatie is gerechtvaardigd door Saphadijn in vss. 249 en 257, en door Vinc.: nomen primogeniti salahadinus et nomen alterius saphadinus. Verg. ook C.J.M. van Gelder-van de Water in Tijdschr. voor Nederl. Taal- en Letterk. 12, 154. 240 sarrasinen in het hs. voluit.

margenoot+
[Vinc. B. xxxii, c. 54, vervolg.]
[tekstkritische noot]256 Moradijn Bij Vincentius: Noradinus. Daar ook in vss. 326 en 329 Moradinus staat, en de fout allicht van Velthem zelf afkomstig is, schijnt het niet geraden de lezing van het hs. te veranderen. 257 [jeghen] saladine Vinc.: quem manu tenuit ... contra saphadinum. Verg. Verdam, Mnl. Woordenb. op jegen, vooral de bet. 7).
margenoot+
(5)
voetnoot245
regneerd, d.i. regneert + ⋆t.
margenoot+
(10)
voetnoot247
Vinc. eenvoudig: ix. filios genuit.
voetnoot249
Saphadijn = Melik el-Adhel, of Malec el-A'del = Seïf ed-Dîn of ‘het zwaard van den godsdienst’, broeder van Saladijn, vorst van Cairo in 1201.
margenoot+
(15)
voetnoot253
sine kinder, nl. de kinderen zijns broeders Saladijn. Vinc.: omnesque fratrueles suos interfici feeit.
voetnoot254-258
Men lette er op dat die in vs. 254 accusatief is. Vinc.: preter unum nomine noradinum halapie soldanum. Quem manu tenuit soldanus yeonii contra saphadinum. Deze plaats is ontleend aan Jac. de Vitry, die zegt (op. cit., p. 1125): praeter unum, qui vocatur Naradinus, qui tenet terram illam videlicet Halapiam, cum omnibus confinibus suis, civitatibus, villis, castris et aliis munitionibus, quae sunt plures ducentis. - Noradin of Naradin = Melik el-Afdhal of Malee el-Afdel (of el-Afdal) = Nour ed-Din Ali, zoon van Saladijn.
margenoot+
(20)
voetnoot258-261
zijn een uitbreiding van slechts enkele woorden bij Vincentius: quantum permisit caliphus eorum. Velthem heeft caliphus blijkbaar voor een eigennaam aangezien: zie ook vs. 276 enz.
margenoot+
bl. 2 b.
[tekstkritische noot]264 Het tweede haer in het hs. voluit. 265 sarrasine in het hs. voluit. 268 doen verbeterd uit doet 271 es in cursieve hand boven den regel geschreven tusschen baldach en oec in. - hofstede Het schijnt niet noodig dit te veranderen in hooftstede (zie Verdam, Mnl. Woordenb. op *Hofstat en op Hovetstede, Aanm.): voor -s(t) is de t van hooft weggevallen, of er is, zoo men wil, assimilatie (verg. hoofsonde uit hooftsonde); wat hof- betreft, men bedenke dat in dit hs. lange klinkers vaak door één letterteeken worden voorgesteld (zie daarover de inleiding); zie b.v. hoft en geloft in vs. 273 en 274 enz. 272 sarrasinen in het hs. voluit. 277 afgod hs.: af god 278 sente in het hs. voluit.
margenoot+
(25)
margenoot+
(30)
margenoot+
(35)
voetnoot271
Vinc.: Itaque baldach est caput paganorum sicut roma caput nostrum. Er wordt natuurlijk mede bedoeld Bagdad. In de kronick van Willem van Tyr wordt de vorm Baldac gebruikt (Recueil des histor. des Croisades, éd. Acad. des Inscriptions, II, 2o p., pp. 903, 1135. - Jac. de Vitry, op. cit., blz. 1125: Baudas.
margenoot+
(40)
voetnoot277
Vinc.: Ibi colitur machometus et a propinquis et a remotis.
voetnoot278-286
niet bij Vinc.
margenoot+
(45)
[tekstkritische noot]286 die uit diē: het afkortingstecken boven de e is uitgekrast. 291 thuus in het hs. voluit. 301 naer in het hs. voluit. 302 sarrasijn in het hs. voluit.
margenoot+
(50)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken