Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2 (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.57 MB)

Scans (22.94 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

W.L. de Vreese



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2

(1931)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 198]
[p. 198]

Hoe die verradenesse quam .xl[i]v.

 
Dit maken ons die Hollanders cont,
2990[regelnummer]
Dat op .i. Sent Jans avont,Ga naar voetnoot2990
 
Die grave Florens had genomen
 
Enen dach, daer souden comen
 
Die here van Sulen entie sine,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot2993
 
Entie here van Amestel, in scineGa naar voetnoot2994
2995[regelnummer]
Waren onderlinge in veeden.
 
Dit wilde die grave paysen ende vreden,Ga naar voetnoot2996
 
Ende dede daer oec so vele toe,
 
Dattie pays ginc vorwerd alsoeGa naar margenoot+
 
Dattie grave gaf .iiiic. pont
3000[regelnummer]
Den here van Hamestel, optie stont,
 
Te hulpen tsiere soenen daer.
 
Herman van Worden, over waer,Ga naar voetnoot3002
 
Ende van Velsen GeraertGa naar margenoot+Ga naar voetnoot3003
 
Waren hier mede wel bewaerd,Ga naar voetnoot3004
3005[regelnummer]
Daer dese dinge gesciede alsoe.
 
Doe dit gedaen was so ginc doe
 
Ga naar margenoot+ Die grave eten binnen Utrecht,
 
Ende doen hi geten hadde recht,Ga naar margenoot+
 
Gingen diene wilden vaen
3010[regelnummer]
Buten Utrecht heymelijc saen,
[pagina 199]
[p. 199]
 
Ende leiden hem dus lage[n] daer.
 
Bider Vecht lach ene, daer naer
 
So lager vord twee te lande.Ga naar margenoot+
 
Doen dit gedaen was quam te hande
3015[regelnummer]
Die here van Hamestel vor hem gegaen,
 
Ende bat hem, dat hi op soude staen:
 
‘Ende laet ons varen uter stat
 
B[e]tten.’ Die grave stont op na dat,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot3018
 
Ende haestem mede in die vard,
3020[regelnummer]
Ende sat op .i. teldende pard,Ga naar voetnoot3020
 
Ende reet aldus uter stede.
 
Daer volgeden hem si achte mede,
 
Van sinen cnapen also saen.Ga naar margenoot+
 
Die here van Hamestel, sonder waen,
3025[regelnummer]
Ende Herman van Worden, ende Geraerd
 
Van Velsen waren in dese uutvaerd.Ga naar voetnoot3026
 
Doen Herman dies die waerheit vernam,
 
Dat hi biden lagen quam,Ga naar margenoot+
 
Reet hi anden grave valiant
3030[regelnummer]
Die enen sparwaerd had opdie hant,
 
Ende sprac hem an al openbare:
 
‘Laet gaen, grave, den sparware.’
 
Al lachgende hi antworde gaf:Ga naar margenoot+
 
‘Herman, doet u hant af,
[pagina 200]
[p. 200]
3035[regelnummer]
Ende laet minen vogel staen.’
 
‘Grave, seit hi, gi sijt gevaen.’
 
‘Herman, seit hi, gi donct mi sot,
 
Houdi met mi aldus u spot?’Ga naar margenoot+
 
‘Nenic, grave, so geve mi God ere,
3040[regelnummer]
Gine siet Hollant nembermere.’
 
Doen stac hi dor den breidel daer
 
Sinen arm. Doe quam daer naer
 
Geraerd van Velsen, ende wilden slaenGa naar margenoot+
 
Met enen sweerde, ende doen saen;Ga naar voetnoot3044
3045[regelnummer]
Maer dat benam hem Harman.Ga naar voetnoot3045
 
Hi wildem meer pinen doen an,
 
Ende woude bat colen sinen moet.
 
Om dit benam hi hem daer die doet,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot3048
 
Dus vordine henen daer hi woude.
3050[regelnummer]
Die here van Amestel quam also houde,
 
Ende sprac of hijs en wiste niet:
 
‘Herman, wat hebdi hier bespiet?’Ga naar voetnoot3052
 
‘Here, dat ic u lange heb geseit:Ga naar margenoot+
 
Nu mogedi ende ic onse leit
3055[regelnummer]
Op hem wreken, tonsen wille.’
 
Die grave sweech doe herde stille,
 
Ga naar margenoot+ Ende werd bevaen met rouwen groet,
 
Hi pensde wel hi waer doet.Ga naar margenoot+
voetnoot2990
Sent Jans avont = 23 Juni
margenoot+
(5)
voetnoot2993
Die here van Sulen: Steven, heer van Zulen of Zuylen
voetnoot2994
...here van Amestel: Gijsbrecht IV, heer van Aemstel; in scine = openbaar; Jonckbloet, Ann., meende te moeten lezen: Entie here van Amestel in scine, [Die] waren onderlinge in veeden
voetnoot2996
paysen = bijleggen (fr. apaiser), verzoenen
margenoot+
(10)
voetnoot3002
Herman van Worden: Herman, heer van Woerden
margenoot+
(15)
voetnoot3003
...van Velsen Geraert: Gerard, heer van Velsen
voetnoot3004
hier mede wel bewaerd = hierdoor zeker van hun stuk; de verklaring van Le Long: gedekt, verseekert, is minder duidelijk; de uitdrukking: bewaert sijn met iet (zie Verdam, i.v. bewaren, 1206(14) beteekent door iets gewaarborgd zijn en heeft waarschijnlijk Velthem voorgezweefd.
margenoot+
bl. 40 a.
margenoot+
(20)
[tekstkritische noot]3011 lagen hs.: lāge. Zooals Jonckbloet., Ann., het overtuigend bewijst heeft de kopiïst het verkortingstreepje verkeerd geplaatst (cf. overigens vs. 5028) 3012 In margine: muyden (17e-eeuwsche hand) 3018 betten hs.: botten 3019 vard hs.: v'd 3020 pard hs.: pd 3026 uutvaerd hs.: wtv'd 3030 sparwaerd hs.: sparw'd 3033 antworde hs.: antw'de.
margenoot+
(25)
margenoot+
(30)
voetnoot3018
betten: Jonckbloet, Ann., heeft over betten, I. beiten (beten) een lange nota. Betten beteekent: op de valkenjacht gaan (zie Middeln. Woordenb.; ook Ca Van de Water in Tijdschr. 9e D, N.R., 1e D., bl. 83), M. Stoke heeft ten andere: ‘ghi sout ute varen met veder spele’
voetnoot3020
teldende pard = telganger
margenoot+
(35)
voetnoot3026
uutvaerd = uittocht, partij.
margenoot+
(40)
margenoot+
(45)
[tekstkritische noot]3044 sweerde hs.: sw'de.
margenoot+
(50)
margenoot+
(55)
voetnoot3044
doen: Jonckbloet, Ann., vatte doen (necare) op als ‘forma primitiva, unde noster doden’, ‘hinc derivandum putarem verbum verdoen’. Zooals Ca Van de Water (Tijdschr., 9e D., N.R., 1e D., bl. 83) doet opmerken werd deze opvatting reeds weerlegd in het Middelnederl. Woordenb. Doen is hier niets anders als de samentrekking van ‘doeden’. De beteekenis is duidelijk: Gerard van Velzen wilde den graaf onmiddellijk dooden, maar Herman van Woerden belette het hem voorloopig
voetnoot3045
benam = belette
margenoot+
(60)
voetnoot3048
benam = verloste van (zie Verdam, 883, 1b)
voetnoot3052
wat hebdi hier bespiet?: (van het w.w. bespien: het op iets toeleggen) wat is men hier van plan?
margenoot+
(65)
margenoot+
bl. 40 b.
margenoot+
(70)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken