Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2 (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.57 MB)

Scans (22.94 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

W.L. de Vreese



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2

(1931)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Vanden perlemente dattie coninc hadde jegen die Vlaminge .l.

 
Tesen perlemente, die es genomen,
 
Si vander Vlaenderside comen:
 
Die van Scori(u)s, ende Poperoden,Ga naar voetnoot3624
3625[regelnummer]
Ende Rinisse, dit sijn die boden,Ga naar voetnoot3625
 
Ende ander heren, diemen uutlas,Ga naar margenoot+
 
Gelijc dat hem bevolen was,
 
Tote .xl. man, daer boven niet.
 
Alse die here van Castel[i]oen dit siet,Ga naar voetnoot3629
3630[regelnummer]
Datsi quamen, voer hi hem jegen.
 
Sijn ors was wel na verslegenGa naar margenoot+
 
In ene beke, daert in sloech.
 
Dors scoet in tot over dboech,
 
Maer het spranc ende herquam
3635[regelnummer]
Ga naar margenoot+ Weder hoge tote opten dam.
[pagina 375]
[p. 375]
 
Mijn her Jan oec van ChaloenGa naar margenoot+Ga naar voetnoot3636
 
Quam daer oec, oms coninc doen.
 
In ene kerke, die was te broken,
 
Waser van dien payse gesproken.
3640[regelnummer]
Die here van Scori(u)s sprac vore:
 
‘Ghi heren’, seit hi, ‘wildijt horen,Ga naar margenoot+
 
Des graven kinder, die ghi wel kint,
 
Hebben ons alhier gesint,
 
Die den pays begeren sere
3645[regelnummer]
Jegen den coninc uwen here.
 
Si kinnen wel, hoe hi hem jan,Ga naar margenoot+
 
Ende dat hi es .i. machtich man,
 
Ende bidden u, dor genaden,
 
Dat ghire helpt toe geraden
3650[regelnummer]
Hoe si best sonder meer wigen
 
Haren pays mogen gecrigen,Ga naar margenoot+
 
Opdat si mogen, heb wi vernomen,
 
Te siere vrienscap hier nu comen.
 
Si willen varen over zee
3655[regelnummer]
Ende bliven daer .i. jaer vort mee
 
Ende .v. [hondert] ridders oec met hem.Ga naar margenoot+
 
Verstaet wel dat icker .i. af ben,
 
Die met hem over wille varen,
 
Tot .x. [hondert] mans sijns, twaren,
3660[regelnummer]
Vromiger Vlaminch. Ende in wraken
 
Willense oec .i. canesie makenGa naar margenoot+Ga naar voetnoot3661
[pagina 376]
[p. 376]
 
Van .xx. nonnen, ewelike,
 
Vor die stede van Cortrike,
 
Over haer ziele, diere bleven,
3665[regelnummer]
Ende over haer vrient, dier noch leven,
 
Elke minsce tot .l. ponde,
 
Dit spreke wi uter kinder monde.’
 
Alse Chastelioen hadde verstaen
 
Hoe die rede soude hene gaen:
3670[regelnummer]
‘Scronay’, seit hi, ‘dits al niet
 
Van dat te Cortrike es gesciet,Ga naar margenoot+
 
Daer ane leit ons gene macht.
 
Maer dat te Brugge es gewracht
 
Op coninc liede van Vrancrike
3675[regelnummer]
Bi nachte, ende oec mordelike.
 
Dat fayt es lelijc ende openbaerGa naar margenoot+
 
Wat dat valt int openbaer,
 
Daer die liede hem versien,
 
Daer deen oft ander moet gescien,
3680[regelnummer]
Dat ter wilder aventuren.
 
Die coninc moet in sijn tenurenGa naar margenoot+
 
Ga naar margenoot+ Vanden lande sijn gedaen
 
Ende alse scouteit weder ontfaen,
 
Behoudelike ende sinen live.’
3685[regelnummer]
‘So ware in’, sprac hi, ‘wel keytive,
 
Van Aelst, die vromege borchgrave,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot3686
 
Datmen ons dat leven gave,
 
Ende onse ogen uut dade steken,
 
Onse goet neme, onse lede breken,
3690[regelnummer]
Ende maken aldus van ons keytive,
 
So ware wi seker vanden live,Ga naar margenoot+
[pagina 377]
[p. 377]
 
Oec heb wijt liever dat wijt wagen.
 
Vare wi,’ sprae hi, ‘dit sijn sagen.’
 
Doe sprac Chalons, die bi hem stont:
3695[regelnummer]
‘Her borchgrave, wi maken u cont
 
En mach u niet hulpen dit spreken.Ga naar margenoot+
 
Die coninc sal hem willen wreken
 
Of dat hi sal die crone verliesen,
 
Ghi moet deen oft dander kiesen.’
3700[regelnummer]
Rinisse stont daer sonder vaer,
 
Ende leende daer op enen outaer.Ga naar margenoot+
 
Hi horde tale ende wedertale.
 
‘Ghi heren,’ sprac hi, ‘alte male
 
Die Vlaminge sijn over .i. gedragen,
3705[regelnummer]
Hen souden niemen dorren gewagen
 
Van desen payse, alse tere tijtGa naar margenoot+
 
Si hebben liever vele den strijt.
 
Wildi nemen dat wi u bieden,
 
Wi dankens Gode ende u lieden,
3710[regelnummer]
Oft wi aventuren onse leven,
 
Ende dat ons God wille gevenGa naar margenoot+
 
Dat sele wi nemen vriendelike.
 
Niemen en spreke behagelike,
 
Beraet u wel, al sonder scelt,
3715[regelnummer]
Hier es nu hase ende velt.’
 
Dus werd dat perlement gesceden,
 
Ende elc voer daer in siere geleden.
voetnoot3624
Scoris: Jan van Gaver, heer van Schoorisse, Lat. Scornacum, Fr. Escorney of Scornay; Poperode (zie vs. 2204)
voetnoot3625
Rinisse: Renesse (zie vs. 1745)
margenoot+
(5)
voetnoot3629
Castelioen: Châtillon, namelijk Gaucher de Châtillon (1249-1329), heer van Créey, graaf van Poreéan of Porcien, ‘coninestavel’ van Frankrijk.
margenoot+
(10)
margenoot+
bl. 54 d.
[tekstkritische noot]3652 Opdat si hs.: op datsi 3656 .v. hondert: .ve. 3659 .x. hondert: .xe.
margenoot+
(15)
voetnoot3636
Jan van Chaloen: Jan van Chalon, huwde Aelis, dame van Nesle (Baluze, Histoire généalogigue de la maison d'Auvergne, preuves, bl. 155)
margenoot+
(20)
margenoot+
(25)
margenoot+
(30)
margenoot+
(35)
margenoot+
(40)
voetnoot3661
canesie (canosie) = kapittel van geestelijken (kannuniken).
[tekstkritische noot]3667 uter hs.: vter 3688 uut hs.: wt.
margenoot+
(50)
margenoot+
(55)
margenoot+
(60)
margenoot+
bl. 54 e.
margenoot+
(65)
voetnoot3686
Van Aelste... die vromege Borchgrave: Boudewijn van Poperode (zie vs. 2204).
margenoot+
(70)
[tekstkritische noot]3716 perlement hs.: p'lement 3719 tperlement hs.: tp'lement.
margenoot+
(75)
margenoot+
(80)
margenoot+
(85)
margenoot+
(90)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken