Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3 (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

Scans (27.26 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

A. van Loey



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

(1938)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoe hiertuscen die heren gingen ende nament op .vi.Ga naar voetnoot+

 
Nu werd ginder een geruchte
340[regelnummer]
Onder die heren, want elc duchte,
 
Quaemt te stride, dat daer niet
 
En mochte sceden sonder verdriet,
 
Ja ende dat eer herde groet.Ga naar margenoot+
 
Om dit so spraken die genoet
345[regelnummer]
Dies anders niet aneginc,
 
Dan dat si om ene bedelike dincGa naar voetnoot346
 
Daer in beden siden comen waren.
 
Si sijn aldus over gevarenGa naar margenoot+
[pagina 15]
[p. 15]
 
Deen ten anderen ende spraken daer
350[regelnummer]
Om die soene al heymelike vorwaer.
 
Ga naar margenoot+ Die hertoge van Brabant was die vorste,Ga naar voetnoot351
 
Die dit den biscop secgen dorste,
 
Maer dit hadde nu so onwaerdGa naar margenoot+
 
Den biscop, datmen sone begaerd,
355[regelnummer]
Dat hi den hertoge daer sprac toe.
 
Entie hertoge weder alsoe
 
Ende seide, eer hi keerde vander stat,
 
Men sal hem strijts maken sat,Ga naar margenoot+
 
Sint meer dat gijt so begaert.
360[regelnummer]
Om dit sende weder achterwaerd
 
Die hertoge om sine barone,
 
Datsi dapperlike te desen doene
 
Comen souden, alsi oec daden.Ga naar margenoot+
 
Die hertoge sprac: ‘men sal hem sadenGa naar voetnoot364
365[regelnummer]
Den biscop’, toten andren heren,
 
Die van sbiscops side nu keren,
 
Den hertoge ane spraken daer,
 
Want si ontsagen openbaerGa naar margenoot+
 
Des hertogen macht, dat verstaet.
370[regelnummer]
Nu gedroech also die raet,
 
Datsi tenen perlemente souden comen,
 
Die daer was alsoe genomen,
 
Alse sanderdages, sonder waen,Ga naar margenoot+
 
Datsi elc soude doen verstaen
375[regelnummer]
Sijn gebrec, ende daerna dan
 
Diegene diet onrecht had an,
 
Sout den andren beteren nu.
 
Dit ginc vort, dat secgic u.Ga naar margenoot+
[pagina 16]
[p. 16]
 
Des ander dages quamen sij
380[regelnummer]
Ten perlemente, seitmen mi,
 
Daer werd vertrocken also die sprake
 
Wie dat hadde onrecht sake,
 
Dat hi beternesse soude doen:Ga naar margenoot+
 
Elc seide daer nu sijn [oc]soen;Ga naar voetnoot384
385[regelnummer]
Deen clagede daer over recht
 
Dat hem gedaen waer onrecht,
 
Ende dander claechde daer oec saen
 
Dat hem onrecht waer gedaen.Ga naar margenoot+
 
Aldus stont daer tperlement
390[regelnummer]
Een lange stont daer omtrent,
 
Doch int leste dat sijs daer
 
In secgene bleven, over waer,
 
Van al dat elc daer clagende was,Ga naar margenoot+
 
Dus werd gepoent, sijt seker das,Ga naar voetnoot394
395[regelnummer]
So datsi daer en vochten niet.
 
Aldus al dat hem daer sciet
 
Met bliscepen ende met minnen.
 
Doen dit was ende hierenbinnenGa naar margenoot+
 
So had die Vlaminc een perlement
400[regelnummer]
Om Henegouwe oec omtrent
 
Ga naar margenoot+ Tasselgeerne. Ende dit benamGa naar voetnoot401
 
Die hertoge, die daerombe quam
 
Ten perlemente. Daer ne verspracGa naar margenoot+
 
Mijn her Lodewijc ende seide lacGa naar voetnoot404
405[regelnummer]
Des graven Robbrechts sone.Ga naar voetnoot405
 
Des balch hem die hertoge, om tgone
[pagina 17]
[p. 17]
 
Keerdi onweerdelike van daer,
 
Nochtan werd gepe[y]st daernaerGa naar margenoot+
 
Ende opgenomen, dat verstaet,Ga naar voetnoot409
410[regelnummer]
Soe dat al te nieute gaet
 
Dit orloge, ende dander medeGa naar voetnoot411-412
 
Brac die hertoge alle bede.

voetnoot+
Opschrift: hiertuscen = ondertusschen, nament op = scheidsrechterlijk beslechtten
margenoot+
(5)
voetnoot346
ene bedelike dinc = een belastingkwestie (cf. Verdam, M.W., I, 621).
margenoot+
(10)
[tekstkritische noot]353 onwaerd hs.: onw'd 354 begaerd hs.: beg'd 359 begaert hs.: beg't 360 achterwaerd hs.: achterw'd 368 openbaer in het hs. voluit 371 perlemente hs.: plemente 373 sanderdages hs.: sander dages.
margenoot+
bl. 61 d.
voetnoot351
Die hertoge van Brabant = Jan II, hertog van Brabant, zie vs. 115
margenoot+
(15)
margenoot+
(20)
margenoot+
(25)
voetnoot364
saden = hem zijn bekomst geven met vechten (cf. vs. 20: hem strijts maken sat).
margenoot+
(30)
margenoot+
(35)
margenoot+
(40)
[tekstkritische noot]380 perlemente hs.: plemente 383 Dat hi hs.: Dathi 384 ocsoen (emend. Verdam, M.W., V, 70) hs.: cesoen 389 tperlement in het hs. voluit 398 hierenbinnen hs.: hieren binnen 399 had die hs.: haddie; een hs.: .i., perlement hs.: plement 403 perlemente in het hs. voluit 406 om tgone hs.: omtgone.
margenoot+
(45)
voetnoot384
ocsoen = grief (cf. Verdam, M.W., V, 70, i.v. occusoen)
margenoot+
(50)
margenoot+
(55)
voetnoot394
gepoent = een schikking getroffen
margenoot+
(60)
margenoot+
bl. 61 e.
voetnoot401
benam = belette, verhinderde
margenoot+
(65)
voetnoot404
Lodewijc = Lodewijk van Nevers, zie b. IV, vs. 3067
voetnoot405
Robbrecht = Robrecht van Béthune, zie b. II, vs. 2506.
[tekstkritische noot]408 gepeyst (emend. Verdam, M.W., V, 1807) hs.: gepenst 414 xiii. hondert ende .x. hs.: xiii. ende .x. 417 stocket een weder op, alsemen hort, hs.: stockete .i. weder op alsement hort, de laatste e van stockete werd boven den regel geschreven en is blijkbaar de aanvang van een, in margine tusschen kol. b en c vervangen door .i., waaronder loodrecht geschreven staat: weder 419 uutwerd hs.: wtw'd 420 Vrouwen Perreke hs.: vrouwen preke; dat hs.: da.
margenoot+
(70)
voetnoot409
opgenomen = beslecht (cf. Verdam, M.W., V, 1806-7, i.v. opnemen)
voetnoot411-412
dander mede brac die hertoge alle bede = de hertog bedwong allen tegenstand van de anderen

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken