Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3 (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

Scans (27.26 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

A. van Loey



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

(1938)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoe die vrouwen dese ridders verspraken .xlvjj.

2860[regelnummer]
Die vrouwen, die nu hebben vernomen
 
Dattie keyser vort es comen
 
Tote Florense met stouten moede,
 
End[e] dat hi leden es al die hoede
 
Over al die passe, dat verstaet,Ga naar margenoot+
2865[regelnummer]
Daer si op hadden toeverlaet,
 
Si ontboden die ridders saen,
 
Ende lieten hem dese dinc verstaen.
 
Ga naar margenoot+ Si spraken aldus den ridders ane:
 
‘Ghi, die op enen waneGa naar margenoot+
2870[regelnummer]
Hier vormaels onse scoenhede
 
Ende onse minne anginct bede,
 
Ende daet ons daer af een belof,
 
Daer gi moget u scamen of,
[pagina 127]
[p. 127]
 
Waer datmens sal vermanen.Ga naar margenoot+
2875[regelnummer]
Gine dorft nemmer vort wanen
 
Van onser minnen, dat verstaet,
 
Want u [vu]le blode daet
 
Heeft u nu vele eren benomen.
 
Gi hadt geloeft dat niet soude comenGa naar margenoot+
2880[regelnummer]
Die keyser te Rome nemmermeer,
 
.jjj. passe haddi te liden eer,
 
Daer gine altoes sout wederstriden.
 
Dit geloefdi vor desen tiden,
 
Ende dese es hi nu alle ledenGa naar margenoot+
2885[regelnummer]
Ende van u noch ombestreden.
 
Te Grosset daer gincdi vlien,Ga naar voetnoot2886
 
Te Pont Amolle quam di na dien,Ga naar voetnoot2887
 
Ende vermaed u te wreken daer,
 
Ende doen die keyser u naer,Ga naar margenoot+
[pagina 128]
[p. 128]
2890[regelnummer]
Vlodi doe te Romen binnen,
 
Ende daer lieti op u winnen
 
tCapitoel vander stede,
 
Ende daerna die stat oec mede,
 
Ende lietene die cardinale dwingenGa naar margenoot+
2895[regelnummer]
Ende moest oec mede des gehingen,
 
Datmenne croende in die stat,
 
Ende daerna weder toech na dat
 
In u lant wide ende side,
 
Ende hevet al gewoest met stride,Ga naar margenoot+
2900[regelnummer]
Ende es gevaren met gewoude
 
Alse verre alsi woude.
 
Ghi, die onse scoenheit naemt,
 
Dat u te hebben niet betaemt,
 
Noch onse minne, dat wel wet,Ga naar margenoot+
2905[regelnummer]
En es nemmeer na u geset,
 
Want gine sijt nieuwet ward.
 
Geeft ons weder nu ter vard
[pagina 129]
[p. 129]
 
Onse present, dat ghi hebt nu.
 
Wi selent geven, dat secge wi u,Ga naar margenoot+
2910[regelnummer]
Des keysers ridder[s] diet al dorvechten,Ga naar voetnoot2910
 
Ende oec so sele wi hem verplechten
 
Onse minne, dat si u cont.
 
Si hebben verdient in alder stont
 
Datse scone vrouwen minnen,Ga naar margenoot+
2915[regelnummer]
Want haer vromicheit doet bekinnen
 
Ga naar margenoot+ Dat si eren wel sijn weerd,
 
Datmen hare minne begeerd.
 
Maectu hene van onsen ogen!
 
Wi selen den genen minne togen,Ga naar margenoot+
2920[regelnummer]
Dies verdienen metten swerde,
 
Nu maect u henen uwer verde,
 
Ende nemmermeer sone waent na desen
 
Van ons yet gemint wesen.’

margenoot+
(5)
margenoot+
bl. 70 b.
margenoot+
(10)
[tekstkritische noot]Var. Sp. G.F.

2875 dort
2877 uwe blode vule d.
2882 D. ghine sout wederstaen met striden
2883 Maer ghine dorst sijns niet onbiden

21 nemmermeer hs.: nemmermeer.

2884 is hi al gheleden
2885 u oec onbestreden
2886 daer ontbr.
2887 quaemdi mittien

28 gincdi hs.: gindi. De emendatie van Prof. Dr Lecoutere is niet noodzakelijk; gindi komt vrij regelmatig in het hs. van Leiden voor, evenwel vs. 2886 gincdi.

2888 vermaet - wreken
2889 doe u die k. quam naer
Var. Sp. L.F.
16[regelnummer]
Ghine durt nemmeer wanenGa naar margenoot+
 
Van onser minnen, dat verstaet,
 
Want uwe blode, vule daet
 
Heeft u nu vele eeren benomen.
20[regelnummer]
Ghi hadt ghelovet, dat soude comen
 
Die keyser te Rome nemmermeer;Ga naar margenoot+
 
.iii. passe haddi te lidene meer,
 
Daer ghine altoos sout weder striden;
 
Ende ghine dorst sijns niet ombiden!
25[regelnummer]
Ende dese es hi ale nu noch leden
 
Ende van u ooc ombestredenGa naar margenoot+
 
Te Grosset gin[c]di vlien;
 
Te Pont Amolle gindi na dien,
 
Ende vermaet u te wrekene daer;
30[regelnummer]
Ende doe die keyser u quam naer


2876 dorft: Lelong drukt dorst 2877 vule hs.: wle.
margenoot+
(2875)
margenoot+
(2880)
margenoot+
(2885)
margenoot+
(15)
margenoot+
(20)
margenoot+
(25)
voetnoot2886
Grosset = Grosseto, zie vs. 1821
voetnoot2887
Pont Amolle = Ponte Molle, zie vs. 1841.
margenoot+
(30)
[tekstkritische noot]Var. Sp. G.F.

31 Vlodi hs.: Vlode.

2891 Ende ontbr.
2895 des ontbr.
2896 ne ontbr.
2897 t. om dat

40 ghewoest: in het hs. verbeterd uit gheweest.

47 wert: voluit in het hs.
48 vert hs.: v't.
Var. Sp. L.F.
 
Vlodi doe te Rome binnen,Ga naar margenoot+
 
Ende daer lieti up u winnen
 
Tcapitoel vander stede,
 
Ende daer na die stat ooc mede,
35[regelnummer]
Ende lietene die cardenale dwingen,
 
Ende moest ooc mede des ghehingenGa naar margenoot+
 
Dat menne croonde in die stat.
 
Ende daer na weder tooch na dat
 
In u lant wide ende zide,
40[regelnummer]
Ende hevet al ghewoest met stride,
 
Ende es ghevaren met ghewoudeGa naar margenoot+
 
Also verre alsi woude.
 
Ghi die onse sconeit naemt,
 
Die u te hebbene niet betaemt,
45[regelnummer]
Noch onse minne, dat wel weet,
 
Nes niet wel an u besteet,Ga naar margenoot+
 
Want ghine sijt niewets wert.
 
Nu gheeft ons weder nu ter vert


2906 ward hs.: w'd 2907 vard hs.: v'd.
margenoot+
(2890)
margenoot+
(2895)
margenoot+
(2900)
margenoot+
(2905)
margenoot+
(35)
margenoot+
(40)
margenoot+
(45)
[tekstkritische noot]Var. Sp. L.F.
 
Onse prosent, dat gi hebt nu,
50[regelnummer]
Wi sullent geven, segwi u,
 
Des keysers rudders, diet al durvechten,Ga naar margenoot+
 
Ende sullen wi hem verplechten
 
Onser minnen, si u cont;
 
Si hebbent verdient in alre stont
 
Ga naar margenoot+ ................
 
Der rudders antworde hier up dese sprake .xlviij.
 
 
 
Deser rudders .c. was,
 
Die hem beromt hadden dasGa naar margenoot+


2908-9 Door een toegenaaiden naad in het perkament is dit verspaar over vier regels geschreven 2910 ridders (emend. Verdam, M.W., II, 347) hs.: ridder 2916 weerd hs.: w'd 2917 begeerd: in het hs. voluit 2920 swerde hs.: sw'de 2921 verde hs.: v'de Opschrift: antwerde hs.: antw'de 2924 ridders hs.: ridder.
margenoot+
(2910)
margenoot+
b
margenoot+
(2925)
margenoot+
(50)
voetnoot2910
dorvechten = vechtende doorbreken.
margenoot+
(55)
margenoot+
bl. 70 c.
margenoot+
(60)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken