Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3 (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

Scans (27.26 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

A. van Loey



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

(1938)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Der ridders antwerde hierop .xlvjjj.

 
Derre ridder[s] hondert was,
2925[regelnummer]
Die hem beroemt hadden das,
[pagina 130]
[p. 130]
 
Ende waren Catelongeren,Ga naar voetnoot2926
 
Ende hadden gemaect den vrouwen derenGa naar voetnoot2927
 
Wapinerocke ende wapinenGa naar margenoot+
 
Algader van enen tekinen,
2930[regelnummer]
Ende van ere parure mede.
 
Dese, doensi horden ter stede
 
Datse de vrouwen dus verspraken,
 
Ende hem verweten dese saken,Ga naar margenoot+
 
Antwerdensi dat si noch met
2935[regelnummer]
Haer scoenheide souden noch verdienen bet,
 
Want nu es hi comen hier opt velt
 
Recht binnen onsen gewelt,
 
Ende wildhi hier iet geduren,Ga naar margenoot+
 
Wi selen proeven onse aventuren.
2940[regelnummer]
Hets noch maer een begin gedaen,
 
Sine weten noch niet, sonder waen,
[pagina 131]
[p. 131]
 
Waera[v]e dat si sijn gespard.
 
‘Gi hebt nu te lange gemard’,Ga naar margenoot+
 
Spraken die vrouwen alle doe,
2945[regelnummer]
Dat es hi es u comen toe,
 
So doedi halen bat een net,
 
Daer gise alle vaet hier met.
 
Wi dochten si selen u alle ontflien,Ga naar margenoot+
 
So dat wi niet selen sien
2950[regelnummer]
Van u die grote pongise ende scone,
 
Maer wi wanen bat dat gone,
 
Dat gi niet uut felt trecken dorren,
 
Want gi sijt van cranken porrenGa naar margenoot+
 
Te hemward yewent te doene,
2955[regelnummer]
Maer te vliene sidi wel coene,
 
Daer geve wi u den prijs.
 
Ghi sijt in vlien herde iolijs.
[pagina 132]
[p. 132]
 
En trouwen gi hebt oec recht daer an,Ga naar margenoot+
 
Want verbeidet di eens, wetet dan,
2960[regelnummer]
Dat gi geslagen wesen sout.
 
Hets beter dat gi u gemac hout,
 
Hets vreselijc te comen onder hen.
 
Si gebaren of si sonder senGa naar margenoot+
 
Ga naar margenoot+ Waren ende verwoet mede.
2965[regelnummer]
Vrient, hier noch in gene stede
 
Rade[n] wi u te comen yet
 
Onder hem, want sine sparen niet,
 
Si hadden u vollijc ter doet bracht.Ga naar margenoot+
 
Onse raet es dat gi nauwe wacht,
2970[regelnummer]
Dat gi ane hem niene comet.
 
Comet gi an hem, gi ward verdomet.’
 
Die ridders antwerden: ‘Vrouwen fier,
 
Onser en es [m]aer hondert hierGa naar margenoot+
 
Ende hare es een here groet.’
2975[regelnummer]
Hierop antwerden die vrouwen bloet
 
Daer werd noch een proeven gedaen.
 
Al heymelike die vrouwen saen
 
Willen uter stat ontbieden,Ga naar margenoot+
 
Te proeven an des keysers lieden,
[pagina 133]
[p. 133]
2980[regelnummer]
In derre manieren als ic nu
 
Terwilen sal secgen u.

[tekstkritische noot]Var. Sp. G.F.

2934 noch bet
2935 scoenheit souden berechten bet
2936 W. hi es c. nu op tvelt
2937 onser
2938 wil
2940 Hier es n.

16 prouven hs.: prouwen.
17 maer hs.: waer.
Var. Sp. L.F.
 
Ende waren Chatelongeeren,
 
Ende hadden ghemaect, den vrouwen teren,
5[regelnummer]
Wapijnrocke ende wapine,
 
Allegader van enen tekine
 
Ende van ere paruren mede.Ga naar margenoot+
 
Dese, doe si horden ter stede
 
Dat se die vrouwen dus versprak[en]
10[regelnummer]
Ende hem verweren dese saken,
 
Antworden si, dat si noch bet
 
Hare sconeit souden berechten met,Ga naar margenoot+
 
Want nu es hi comen h[i]er upt velt
 
Recht binnen onser ghewelt,
15[regelnummer]
Ende wilde hi hier iet gheduren,
 
Wi sullen prouven onse aventuren.
 
Hiers noch [m]aer .i. begin gedaen:Ga naar margenoot+
 
Sine weten noch niet sonder waen


2934 Antwerdensi hs.: Antw'densi 2940 maer hs.: m'r; een hs.: .i.
margenoot+
(2930)
margenoot+
(2935)
margenoot+
(2940)
voetnoot2926
Catelongeren = Cataloniërs waren er onder andere onder de verdedigers van het kasteel San Giovanni. Nicolai episcopi Botrontinensis... op. cit., blz. 547
voetnoot2927
den vrouwen deren = ter eere der vrouwen.
margenoot+
(5)
margenoot+
(10)
margenoot+
(15)
[tekstkritische noot]19 ghesparret: voluit in het hs.
20 gemerret: voluit in het hs.

22 Na het eerste hi staat een punt in het hs.

Var. Sp. G.F.
2942 Waen dat si zijn gesperret
2943 gemerret
2945 is hi es hi u
2946 best
2948 alle ontbr.
2949 So ontbr. - niet en s.s.
2953 crancker
2954 yet
2955 wel ontbr.
2956 D. of gheven
2957 int
Var. Sp. L.F.
 
Waer ane dat si sijn ghesparret.
20[regelnummer]
‘Ghi hebt nu te lange gemerret,
 
Spraken die vrouwen alle doe,
 
Dat es hi, hi es comen toe.Ga naar margenoot+
 
So doedi halen best .i. net
 
Daer ghise alle vaet hier met.
25[regelnummer]
Wi duchten, sie sullen u ontilien,
 
Dat wi niet ne sulle[n] zien
 
Van u die grote pongise ende scone;Ga naar margenoot+
 
Maer wi wanen bat dat gone,
 
Dat ghi niet uut sult trecken durren
30[regelnummer]
(Want ghi sijt van crancken purren)
 
T[e hem] waert iet te doene.
 
Maer te vliene sidi coene;Ga naar margenoot+
 
Daer af gheven wi u den prijs.
 
Wi sien u int vlien herde jolijs.


2942 Waerave (emend. Verdam, M.W., I, 204) hs.: ane 2946 een hs.: .i. 2952 uut hs.: wt 2954 hemward hs.: hem w'd 2957 Door den naad in het perkament (cf. 2908-9) is dit vers over twee regels geschreven.
margenoot+
(2945)
margenoot+
(2950)
margenoot+
(2955)
margenoot+
(20)
margenoot+
(25)
margenoot+
(30)
[tekstkritische noot]Var. Sp. G.F.

2958 Entrouwen
2959 W. onbeiden sijns weet dan
2965 ghere
2966 Raden
2967 en
2969 ghi u wacht
2970 aen hem niet en coemt
2971 Comdi hem bi, ghi wert verdoemt

48 gedaen hs.: ged'.
Var. Sp. L.F.
35[regelnummer]
Entrouwen, ghi hebt recht daer an,
 
Want ombeisi sijns, weet dan,
 
Dat ghi gheslegen wezen sout.Ga naar margenoot+
 
Ga naar margenoot+ ...............
43[regelnummer]
Comdi hem bi, ghi sijt verdomt.’
 
Die rudders antwordden den vrouwen fier:
45[regelnummer]
‘Onser nes maer .c. hier,
 
Ende haerre es .i. here groot.’
 
Daer up antwordden die vrouwen bloot:Ga naar margenoot+
 
‘Daer wert noch toe .i. prouven gedaen.’
 
Alle die vrouwen ghemeenlike zaen
50[regelnummer]
Willen uter stat ombieden
 
Te prouvene an skeysers lieden


2966 Raden hs.: Rade 2971 ward hs.: w'd 2972 antwerden hs.: antw'den; Vrouwen hs.: vrouwen 2973 maer hs.: waer 2975 antwerden hs.: antw'den 2976 een hs.: .i.
margenoot+
(2969)
margenoot+
vo a
margenoot+
(2975)
margenoot+
(35)
margenoot+
(40)
margenoot+
bl. 70 d.
margenoot+
(45)
margenoot+
(50)
margenoot+
(55)
[tekstkritische noot]Var. Sp. L.F.
 
In derre manieren, alsic uGa naar margenoot+
 
Ter wilen sal seggen nu.
 
 
 
Van ere lettren die de vrouwen sendden
 
an skeysers rudders ende die rudders
 
weder toten vrouwen .xlix.
 
 
 
‘An edele liede ende vroede,
 
Crachtich ende stout van moede,
 
Des keysers rudders, di wi loven
 
Van alre vromicheden boven!Ga naar margenoot+
5[regelnummer]
U groeten die vrouwen van Florensen
 
Ende ombieden u alse tenen wense
 
Hare vrienscap ende hare houde,
 
Ende bidden u, heren, menichfoude,
 
Dat ghi ons doet ene bedeGa naar margenoot+
10[regelnummer]
In alre vrouwen werdichede
 
Dat wi u bidden sullen ter stont.
 
Ghi heren, gi rudders, wi doen u cont,


2983 erachtich (emend. Verdam, M.W., III, 2021, i.v. crachtich. Aanm.) hs.: crachtich. Zie evenwel Var. L. Fr., vs. 2 2990 gi hs.: wi; een hs.: .i.
margenoot+
(2980)
margenoot+
(2985)
margenoot+
(2990)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken