Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3 (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

Scans (27.26 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

A. van Loey



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

(1938)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Van ere lettere die de vrouwen sinden des keysers ridders .xlix.

 
‘Ane edelen lieden ende vroede
 
Ende [e]rachtich ende stout van moede,Ga naar voetnoot2983
 
Des keysers ridders, die wi loven
2985[regelnummer]
Van alre vromicheiden boven,
 
U groeten die vrouwen van FlorenseGa naar margenoot+
 
Ende ontbieden u alse tenen wensce
 
Haer vrienscap ende haer houde,
 
Ende bidden u, heren menichfoude,
2990[regelnummer]
Dat gi dor ons doet een bede
 
In alre vrouwen werdichede,Ga naar margenoot+
 
Die wi u nu [bidden] selen teser stont.
 
Ende heren, [g]i ridders, wi doen u cont
[pagina 134]
[p. 134]
 
Dat hier .c. ridders sijn binnen,
2995[regelnummer]
Die gerne ere souden gewinnen
 
Ende uut willen comen iegen u,Ga naar margenoot+
 
Indien dat uwer .c. nu
 
Comen wilt allene opt velt,
 
Sonder enich ander gewelt,
3000[regelnummer]
Ende woudi dit dor onse bede
 
Doen, wi souden u danken mede,Ga naar margenoot+
 
Ende wi soudens ons beloven sere.’
 
Doen dese boetscap quam int here,
 
Waser daer so vele van dien,
3005[regelnummer]
Die ten strideward wilden tien,
 
Dat sier om wilden vechten, vorwaer,Ga naar margenoot+
 
Om den vrouwen te dienne daer.
 
‘Ic wilre een sijn! Ende ic mede!’
 
Dus sprakense alle daer ter stede.
3010[regelnummer]
Hier werd daerom so groet gescal,
 
Ga naar margenoot+ Dat dit here verdonderde al.Ga naar margenoot+
 
Doen droegense overeen entrouwen,
 
Watsi ontbieden willen den vrouwen
[pagina 135]
[p. 135]
 
Van desen dingen in die port.
3015[regelnummer]
Aldus so spraken hare wort:
 
‘Ane hoge ende an scone vrouwen,Ga naar margenoot+
 
Wi, die u in rechten trouwen
 
Groeten, ende doen oec bekinnen,
 
Dat wi om loen van uwer minnen
3020[regelnummer]
Ende mede dor allen vrouwen ere,
 
Wilden doen noch vele mere,Ga naar margenoot+
 
Dan gi ons hebt gebeden nu.
 
Ghi, vrouwen, wi doen verstaen u,
 
Sent hem .c. nu hier uut,
3025[regelnummer]
Wi willen u sekeren overluut,
 
Dat onser maer .lxxx. selen comen,Ga naar margenoot+
 
Ende wilen die .c. so begomen,
 
Dat hem haer leven rouwen sal.
 
Oec wille wi sekerheit doen van al,
3030[regelnummer]
Dat ons niemen in staden sta,
 
Hoe dat ons die dinc vergaGa naar margenoot+
[pagina 136]
[p. 136]
 
Van onsen lieden, verstaet wel dat,
 
Ende oec wille wi dat uter stat
 
Hem te hulpe niemen come an,
3035[regelnummer]
Dit wille wi blidelike doen dan.
 
Ghi, vrouwen fijn, dor uwe bedeGa naar margenoot+
 
Ende dor u minne te hebben mede.’
 
Doen dese brieve anescouwen
 
Vander stede die edele vrouwen,
3040[regelnummer]
Waren sijs blide herde sere,
 
Ende gingen met enen corten kereGa naar margenoot+
 
Toten .c. ridders saen,
 
Ende daden hem dese dinc verstaen.
 
Maer sine wildens in gere manieren
3045[regelnummer]
Daer anegaen. Doen seiden sciere
 
Die vrouwen: ‘Gi hebt nu recht,Ga naar margenoot+
 
Hets quaet comen in gevecht.
 
Geeft ons onse sconeide saen;
 
Ghi hebt tsippaus genoech gedaen.Ga naar voetnoot3049
[pagina 137]
[p. 137]
3050[regelnummer]
Souder yet baten af sijn comen,
 
Men had hier an wel vernomen.Ga naar margenoot+
 
Ens nieuwent weerd u vermeten.
 
Warensi also beseten
 
Van u, alse gi van hem hier sijt,
3055[regelnummer]
Ic weet wel dat gi niet langen tijd
 
Licgen sout vor dese stede,Ga naar margenoot+
 
Sijn souden u bestriden gerede,
 
Al waer uwer .vjj. iegen drie,
 
Ga naar margenoot+ Si anegingent, donket mie.
3060[regelnummer]
Dit was van dien vrouwen die sprake,
 
Maer daer quam af gene wrake.Ga naar margenoot+

voetnoot2983
erachtich = eerwaardig.
margenoot+
(5)
margenoot+
(10)
[tekstkritische noot]14 souden hs.: sougen.

Var. Sp. G.F.

3004 Wasser
3006 Sire om v.w. vorwaer
3009 spraken si
3010 H. om wert daer so
3011 dat
3012 Doch droegen si o.e. met tr.
3013 Dat
Var. Sp. L.F.
 
Dat hier .c. rudders sijn binnen,
 
Die gerne eren souden gewinnen,Ga naar margenoot+
15[regelnummer]
Ende ute souden comen jegen u,
 
In dien dat uwer .c. nu
 
Comen willen alleene upt velt
 
Sonder enich ander ghewelt.
 
Woudi dit doen dor onse bede,Ga naar margenoot+
20[regelnummer]
Wi soudens u danken mede
 
Ende soudens ons beloven zeere.’
 
Doe dese bodscap quam int here
 
Wasser daer so vele van dien
 
Die te stride waert wilden tien,Ga naar margenoot+
25[regelnummer]
Dat sire om[m]e vechten wilden vorwaer
 
Ga naar margenoot+ .................


2996 uut hs.: wt 3004 Door den naad in het perkament werd dit vers over twee regels geschreven 3005 strideward hs.: stridew'd 3008 een hs.: .i. 3012 overeen hs.: over .i.
margenoot+
(2995)
margenoot+
(3000)
margenoot+
(3005)
margenoot+
vo b
margenoot+
(15)
margenoot+
(20)
margenoot+
(25)
margenoot+
bl. 70 e.
margenoot+
(30)
[tekstkritische noot]Var. Sp. G.F.

3015 so ontbr.
3016 ende scone joncf'
3017 rechter
3020 E. vele d. alre

41 Dan hs.: Dat

43 honderden hs.: de h van honder(den) werd uit een m verbeterd.

3021 Willen
3023 ghi ontbr. - v. hier u.
3024 hier nu
3025 Wi sellen u

50 verga hs.: vóór verga staat ga, doorgehaald.
3029 willen
3030 en sta
3031 Hoe so die
Var. Sp. L.F.
 
Wi die u in rechter trouwen
 
Groeten ende doen ooc bekinnen,
 
Dat wi om loon van uwer minne
 
Ende vele dor alre vrouwen eereGa naar margenoot+
40[regelnummer]
Willen doen, noch vele meere
 
Da[n] gi hebt ons omboden nu,
 
Vrouwen, wi doen verstaen hier u:
 
Sent hem honderd(en) nu hier uut;
 
Wi willen verzekeren over luut,Ga naar margenoot+
45[regelnummer]
Dat onser maer .lxxx. sullen comen,
 
Ende willen die .c. heren begomen
 
Dat hem dat leven rouwen sal.
 
Ooc willen wi nu zekerheit doen van al,
 
Dat ons niemen in staden staGa naar margenoot+
50[regelnummer]
Hoe so die dinc verga


3024 uut hs.: vut.
margenoot+
(3020)
margenoot+
(3025)
margenoot+
(3030)
margenoot+
(35)
margenoot+
(40)
margenoot+
(45)
margenoot+
(50)
[tekstkritische noot]Var. Sp. G.F.

3033 willen
3035 willen
3037 uwe

55 dor hs.: der.

3038 Doe dese lettere ane bescouwen
3039 stat - edel

68 tsippaus hs.: stappans.
Var. Sp. L.F.
 
Van onsen lieden, verstaet wel dat,
 
Ooc willen wi, dat uter stat
 
Hem te hulpen niemen come an.
 
Dit willen wi blidelike doen dan,Ga naar margenoot+
55[regelnummer]
Ghi vrouwen fijn, d[o]r uwe bede
 
Ende dor uwe minnen te hebne mede.’
 
Doe dese lettren ane scouwen
 
Vander stat die edele vrouwen,
 
Waren sij(n)s blide herde seere.Ga naar margenoot+
60[regelnummer]
Ende ghingen met enen curten kere
 
Toten .c. rudders saen,
 
Ende daden hem dese dinc ve[r]staen.
 
Maer sine wildens in ghere maniere
 
Daer ane vaen. Doe seiden sciereGa naar margenoot+
65[regelnummer]
Die vrouwen: ‘Ghi hebt nu recht;
 
Hets quaet comen int ghevecht.
 
Ghevet ons onse sconeit weder saen;
 
Ghi hebt [tsippaus] ghenouch gedaen.


3045 Na anegaen hs.: ane gaen staat een punt 3046 Gi hs.: gi 3048 Na ons staat insgetijks een punt.
margenoot+
(3035)
margenoot+
(3040)
margenoot+
(3045)
margenoot+
(55)
margenoot+
(60)
margenoot+
(65)
voetnoot3049
tsippaus = toilet (cf. cypau, Velth., IV, 37, vs. 12), eigenl. krans (fr. chapeau), vgl. Tijdschrift Leiden, IV, 201.
[tekstkritische noot]Var. Sp. L.F.
 
Soudere iet baten of sijn comen,Ga naar margenoot+
70[regelnummer]
Mer hadt hier wel an vernomen.
 
Hens niewets wert u vermeten,
 
Waren si also beseten
 
Van u als gi hier van hem nu sijt,
 
Ic weet, dat gi niet lange tijtGa naar margenoot+


3051 Door den naad in het perkament werd het vers over twee regels geschreven 3052 Idem. Opschrift: uutquamen hs.: wtquamen 3065 een hs.: .i. 3070 een hs.: .i. 3071 een hs.: .i.
margenoot+
(3050)
margenoot+
(3055)
margenoot+
(70)
margenoot+
(75)
margenoot+
bl. 70 f.
margenoot+
(80)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken