Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3 (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

Scans (27.26 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

A. van Loey



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

(1938)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Dat begin van Huldegard prophesien, hoesi ute quamen .xiiii.Ga naar voetnoot+

1105[regelnummer]
Tote erechtegen lieden ende vroet
 
Van sinne, ende van scientien goet,
[pagina 283]
[p. 283]
 
Reimont, scolaster van Sent Steven,Ga naar voetnoot1107
 
Te Mense in die stat verheven,
 
Ende Reinhere, canonc ter selver stede,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1109
1110[regelnummer]
Een broeder Gebeno, prior medeGa naar voetnoot1110
 
In Everbach, verstaet dit word.Ga naar voetnoot1111
 
Sente Huldegard, die bracht vord
 
Den cloester te Rupert, ende fondersseGa naar voetnoot1113
 
Daerave was ende meestersse,Ga naar margenoot+
1115[regelnummer]
Dat bi [Bin]gine es gestaen,
 
Haer heilicheit, sonder waen,
 
Haer groten loen van karitaten,Ga naar voetnoot1117
 
Daeraf te secgen es buten maten.
 
Om dat ic wane dat gi nietGa naar margenoot+Ga naar voetnoot1119
1120[regelnummer]
En wet wat haer es gesciet,
 
Ende datmen hier mach proeven
 
Bi epistelen, die daertoe behoeven,Ga naar voetnoot1122
 
Overmids die grote heren
 
Die dit vordbringen met erenGa naar margenoot+Ga naar voetnoot1124
[pagina 284]
[p. 284]
1125[regelnummer]
(Dat was die paus Eugenius,Ga naar voetnoot1125
 
Entie paus Anastasius,Ga naar voetnoot1126
 
Entie paus oec Adriaen,Ga naar voetnoot1127
 
Ende ander heren, hebbic verstaen,
 
Alse van Almaengen Coenraet,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1129
1130[regelnummer]
Die doe keyser was, verstaet,
 
Entie keyser Vrederic met hem,Ga naar voetnoot1131
 
Entie Patriarke van Jherusalem,Ga naar voetnoot1132-1133
 
Ende eerts[..]biscop[pe], ende abde mede)
 
Ende orkenden alle hier ter stede,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1134
1135[regelnummer]
Ga naar margenoot+ Datsi dese boeke bescreef,
 
Daerse onse Here selve toe dreef,
 
Ende hiet, ende dwanc, sonder waen,
 
Daer heymelike dinge in staen,
 
Vanden tiden die jegenworden sijn,Ga naar margenoot+
1140[regelnummer]
Ende oec den onsalegen termijn,
 
Die comen sal oec na desen,
 
Ende tot Antkerst tiden wesen,
 
Ende vanden volke propheteerde met,
 
Dat wesen sal in Antkerst wet,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1144
[pagina 285]
[p. 285]
 
Lettel yemen hebben mach
 
Ofte lesen can, hebbic vernomen,
 
Van dingen die toe selen comen
 
Ende oec van Antkerste gerede,Ga naar margenoot+
1150[regelnummer]
Ende in drien hare boeke mede,
 
Daer deen af heet Civias,
 
Dander Werke des Heren, na das,
 
Ende terde heet Epistel boec.
 
Ute desen dedic minen ondersoec,Ga naar margenoot+
1155[regelnummer]
So dat ic som hare prophecien,
 
Die stonden in desen boeken drien,
 
In vif tiden sal ordineren,
 
Datso wie wilt studeren
 
Ende lesen, ende distingueren met,Ga naar margenoot+
1160[regelnummer]
Hi vinter vif tide in geset.
 
Ende die onsalige jegenworde[.] tijt,
 
Daer die heilige kerke ende gi in sijt,
 
Ende alle die toecomende vresen
 
Ende Antkerst comst oec na desenGa naar margenoot+
1165[regelnummer]
Seldi gelijc vinden in dien,
 
Oft gijt in enen spigel hadt gesien.
[pagina 286]
[p. 286]
 
Daeromme so es dit boec oec geheten
 
Vanden meesteren dier af weten:
 
Die Spigel van comende tide,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1169
1170[regelnummer]
Dat gescien sal wide ende side.

voetnoot+
Cap. 14. Ontstaan naar het Speculum futurorum temporum sive Pentachronon sanctae virginis Hildegardis, een nog onuitgegeven werk van Gebeno (zie vs. 1110) waarvan de aanhef althans te lezen is in de Acta Sanctorum, 17 Sept. (no 195 v.); zie tekst bij vs. 1105 vv.
[tekstkritische noot]1107 Reimont hs.: Een out 1109 Reinhere hs.: reinbert 1110 een hs.: ende. Gebeno hs.: gebecie 1111 verstaet hs.: verstoet 1112 Huldegard in het hs. voluit 1113 Rupert hs.: Rupen 1115 Bingine hs.: pigina 1105-1118 Matthias de Vries (Jacob van Maerlant's Spiegel Historiael, Ie deel, p. lxxxv, waarnaar bovenstaande emendaties zijn gemaakt), citeert den aanhef van Gebeno's Speculum (zie de nota bij het Opschrift van dit hoofdstuk): Honorabilibus viris semper in Christo diligendis, magistro Raymundo scholastico et magistro Reinhero, canonicus S. Stephani in Moguntia, frater Gebeno, dictus prior in Eberbach, si quid potest peccatoris oratio. Sancta virgo Hildegardis, fundatrix et magistra monasterii S. Ruperti, quod situm est apud Pingriam, quantae sanctitatis quantique meriti fuerit apud Deum et apud homines, caritatem vestram latere non credo 1124 vordbringen hs.: word bringen (emend. Verdam, Tijdschr. Nederl. Taal- en Letterk. Leiden, 1, p. 282).
voetnoot1107
Reimont=scolaster van Sint-Steven te Metz
margenoot+
(5)
voetnoot1109
Reinhere=kanunnik van Sint-Steven te Metz
voetnoot1110
een=een zekere; Gebeno=prior van de Cisterciënser-abdij te Eberbach, schrijver van het vermelde Speculum futurorum temporum, gesteund op de voorspellingen der H. Hildegard
voetnoot1111
Everbach=Eberbach (Baden)
voetnoot1113
Rupert, zie v. 983
margenoot+
(10)
voetnoot1117
karitate=christelijke liefdadigheid
margenoot+
(15)
voetnoot1119
omdat: de hoofdzin, waarvan de hier met om dat aanvangende bijzin afhangt, is te vinden in vs. 1147
voetnoot1122
behoeven=noodig zijn
margenoot+
(20)
voetnoot1124
vordbringen=mededeelen, lat. proferre.
[tekstkritische noot]1133 eerts[..]biscop[pe] hs.: eertsce biscop (-biscop met een s, zooals de lezing van het hs., niet twee, zooals in de emendatie van Verdam, vgl. Velthem, bijv. Ie boek, vs. 1205, 1215, 1255, 1259). abde hs.: alde (zie telkens Verdam, t.a.p.) 1139 jegenworden hs.: iegen worden.
voetnoot1125
Eugenius III (Bernardus Paganelli), paus van 15 Februari 1145 tot 8 Juli 1153
voetnoot1126
Anastasius IV (Conrad della Suburra), bisschop van Sabina (7 Mei 1128), paus van 12 Juli 1153 tot 3 December 1154
voetnoot1127
Adrianus IV (Nicolas Breakspear), paus van 4 December 1154 tot 1 September 1159
margenoot+
(25)
voetnoot1129
Koenraad III, keizer van 22 Februari 1138 tot 15 Februari 1152
voetnoot1131
Frederik I, Roomsch-Koning van 4 Maart 1152 tot 10 Juni 1190
voetnoot1132-1133
De patriarch-aartsbisschop van Jerusalem was toen Fulcherius, bisschop van Tyrus (1134), die op 25 Januari 1146 benoemd werd. Hij stierf den 20 November 1157
margenoot+
(30)
voetnoot1134
orkenden=verklaren; dit behoeft niet, als in Tijdschr. Nederl. Taal- en Letterk., 1, 282, in orconden verbeterd te worden, mits men uitspreke: o r conden (zie M.W., V, 1981, alsook Velthem, VIII, vs. 1014)
margenoot+
bl. 83 b.
margenoot+
(35)
margenoot+
(40)
voetnoot1144
Antkerst wet=tijdperk en leer van Antkerst (vgl. die jootsche, die oude wet, M.W., IX, 2365).
[tekstkritische noot]1150 hare in het hs. voluit 1151 Civias hs.: cinias 1155 som hs.: sō 1157 sal hs.: te. De lezing so dat ic som hare prophecien, / die stonden in desen boeken drien, / in vif tiden sal ordineren, die reeds voorgesteld was door Verdam (sal in M.W., 5, 1954; of in plaats daarvan: wilde, Tijdschr., 1, 282), verdient de voorkeur boven de emendatie van M. de Vries (Sp. Hist., Inl., p. lxxxv): so dat ic sochte hare prophecien / die stonden in desen boeken drien / in vif tiden te ordineren, omdat de afkorting sō van het hs. eerder in som dan in sochte dient opgelost te worden, en ook omdat deze som beter aan den Latijnschen tekst: ‘in hunc unum libellum ex maxima parte collegi’ beantwoordt; vif: de emendatie in vijf (Verdam, Tijdschr., 1, 282) is overbodig, al is vijf de gewone middelnederl. spelling 1158 wie de emendatie in wiet ‘wie het’, door Verdam (Tijdschr., 1, 283) is onnoodig 1161 jegenworde[.] hs.: iegen word'.
[tekstkritische noot]‘De lezing, schrijft M. de Vries, o.c., p. lxxxv, is niet overal zuiver, maar de zin is toch duidelijk. Hij zal de profetiën van Hildegarde in vijf tijden rangschikken, en daarbij gebruik maken van drie harer werken, t.w.: 1o De Scivias, sive visionum ac revelationum libri III; 2o het Liber Divinorum Operum; 3o het Liber Epistolarum.’
margenoot+
(45)
[tekstkritische noot]Civias: eig. Scivias; het boek Scivias (sci vias lucis) werd opgesteld van 1141 tot 1151.
margenoot+
(50)
margenoot+
(55)
margenoot+
(60)
margenoot+
(65)
voetnoot1169
Die Spigel van comende tide: M. de Vries (op. cit., p. lxxxvi) gaf de verklaring van dien titel, die niet in de werken van de H. Hildegard voorkomt. De benaming van Spigel doet de eigenlijke bron ontdekken, waaruit Velthem putte: zij wijst klaarblijkelijk op het Speculum futurorum temporum van Gebeno (zie vs. 1110). M. de Vries kwam terecht tot het besluit, dat Velthem niet rechtstreeks uit de geschriften van Hildegard zelf vertaalde, maar de compilatie van Gebeno als leidraad volgde. Vss. 1145-1166 luiden in het Latijn: Sed quia omnes libros ejus pauci habere possunt vel legere, ea, quae de futuris temporibus et de Antichristo in tribus libris suis, scilicet Scivias, quem nominavit sic eo quod doceat scire vias, et libro Divinorum Operum, et libro Epistolarum suarum prophetavit, in hunc unum libellum ex maxima parte collegi et, prout melius potui, in quinque tempora ordinavi. Quae quidem quinque tempora qui diligenter legere et studiose distinguere voluerit, et praesentem statum Ecclesiae, et omnia futura tempora et pericula, ac adventum Antichristi, quasi in speculo pervidebit. Unde, si placet vobis, vocetur liber ipse Speculum futurorum temporum, sive Pentachronon, sanctae Hildegardis, id est, de quinque temporibus, de quibus in eo prophetat. Penta enim quinque, et chronos tempus Graece dicitur

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken