Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3 (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

Scans (27.26 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

A. van Loey



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

(1938)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Dat bedieden daer ave. .xiii.Ga naar voetnoot+

1015[regelnummer]
Dat bedieden, alsict versta,
 
Van desen drien es wel naGa naar voetnoot1016
 
Al eens ende oec een sin,
 
Sonder dat selc hier seget min
 
Dan dander doet. Nu hord vordGa naar margenoot+
1020[regelnummer]
Wat Daniel meent in dit word:
 
‘Dat vele diere selen comen dan,
 
Die elken verbiten sal waer hi can.’
 
Hier met meent hi, dat verstaet,
 
Dattie liede selen sijn so quaet,Ga naar margenoot+
[pagina 280]
[p. 280]
1025[regelnummer]
Dat deen den andren verslaen sal,
 
Ende oec verraden overal.
 
‘Daerna selen cleine dierkijn comen.’
 
Daeraf hebbic also vernomen,
 
Dattie gemeinte soude wesen,Ga naar margenoot+
1030[regelnummer]
Die comen soude saen na desen,
 
Ende machtech werden dan alsoe,
 
Dat si den groten dieren gaen toe.
 
Die grote di[e]re sijn, sonder waen,
 
Die rike liede, hebbic verstaen.Ga naar margenoot+
1035[regelnummer]
‘Die selen den cleinen dieren dan
 
Al hemelike comen an.’
 
Ga naar margenoot+ Hier met meint hi dat rike
 
Over een selen dragen gemeinlike,
 
Ende selen die gemeinte doen onderGa naar margenoot+
1040[regelnummer]
So heymelike, dats elken wonder
 
Sal hebben, diet vernemt vorwaer,
 
Ende dit sel duren .xxxv. jaer.
 
‘Hier binnen, seit hi, sullen geredeGa naar voetnoot1043
 
Tempeeste groet ende sterfte mede.’Ga naar margenoot+
1045[regelnummer]
Dat es ons worden wel in scijn,
 
Binnen desen selven termijn,
 
Van datmen .xiii.c vorwaer
 
Ons heren geborte screef daernaer,
 
Van datmen vord screef sestiene,Ga naar margenoot+
1050[regelnummer]
So heeft wonder geweest te siene,
 
Vord es noch .xviii. jaer
 
Daer Daniel af seget openbaer.
 
Van Sent Jan, horet di[t] wale,
 
Wat hi seide in sine tale,Ga naar margenoot+
[pagina 281]
[p. 281]
1055[regelnummer]
Dat es bloet genoech te verstane,
 
Daer nes geen bedieden ane,
 
Want hi doet die dinc verstaen
 
Claer genoech, na minen waen.
 
Maer Huldegard, dat sijt gewes,Ga naar margenoot+
1060[regelnummer]
Segt ene dinc, daer in es
 
Groet bedieden, na minen weten,
 
Si heeft ere ordene beheten,Ga naar voetnoot1062
 
Dat van hare soude comen
 
Groet jammer, hebbic vernomen,Ga naar margenoot+
1065[regelnummer]
Al kerstenheit oec mede.
 
Hier af wiltmen secgen gerede,
 
Dat di die predecaren souden wesen,Ga naar voetnoot1067
 
Ende dat dit saet ute gelesen,
 
- Die keyser van Almaengen dan -Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1069
1070[regelnummer]
Bi hem verdroegen soude vordan.Ga naar voetnoot1070
 
Ende dit versta ic op Keyser Heinrike,Ga naar voetnoot1071
 
Die gewortelt was so crachtelike,Ga naar voetnoot1072
 
Dat sceen dat hijt al dwingen soude
 
Dat leefde doen boven moude.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1074
1075[regelnummer]
Daer si seget: ‘Het sel verdrogen
 
Dat saet, dat was so vermogen.’
 
Dat meint si, dat van venine
 
Sijn lichaem sal hebben pine,
 
Ende verdrogen die herte mede,Ga naar margenoot+
1080[regelnummer]
Daer hem tvenijn in stac gerede.
[pagina 282]
[p. 282]
 
Hier sal der werelt jammer af comen,
 
In dit so hebbic vernomen,
 
Dat si willen secgen overwaer:
 
‘Haddi mogen leven sine jaer,Ga naar margenoot+
1085[regelnummer]
Dat hi al kerstenheide met
 
Met siere macht soude hebben geset
 
Ga naar margenoot+ Te payse, ende te ponte daernaer’,Ga naar voetnoot1087
 
Dit meint si daer met overwaer.
 
Ende daer si seget: ‘Si selen na desenGa naar margenoot+Ga naar voetnoot1089 en 1091
1090[regelnummer]
Dogen hebben’, dat wilt wesen,
 
Dat si onweerd ende verstoten
 
Selen werden vanden genoten,
 
Maer oft si overal dit meent,
 
Dies en benic niet vereent,Ga naar margenoot+
1095[regelnummer]
So allene in dit lant,
 
Daer si wonende was becant.
 
Dat was in Aelmaengen, godweet,
 
Ende daerin sijn si worden leet.
 
Dits som gesciet, na minen waen,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1099
1100[regelnummer]
Dit doet ons Hildegard verstaen,
 
Dat dit soude gescien vorwaer
 
Tuscen datmen .xiii. hondert jaer
 
Ende .xxxv. soude scriven.
 
Dit latic nu aldus bliven.Ga naar margenoot+

voetnoot+
Cap. 13. Zie aant. bij c. 12
voetnoot1016
wel na = haast.
margenoot+
(5)
margenoot+
(10)
[tekstkritische noot]1043 seit hs.: sett 1053 horet di[t] hs.: horetdi.
margenoot+
(15)
margenoot+
(20)
margenoot+
bl. 82 f.
margenoot+
(25)
voetnoot1043
gerede: 1. gereden en versta: (zich gereed maken, in aantocht zijn) gebeuren?, of is gerede zonder meer een bijwoord als stoplap en ontbreekt het werkwoord na zullen?
margenoot+
(30)
margenoot+
(35)
margenoot+
(40)
[tekstkritische noot]1059 Huldegard in het hs. voluit 1065 al kerstenheit hs.: alkerstenheit (voluit) 1067 predecaren in het hs. voluit 1074-1075 Tusschen deze twee verzen is een horizontale streep, blijkbaar met anderen inkt geteekend. Ze begint juist onder de e van boven (v. 1074) en boven de v van verdrogen (v. 1075); ze komt rechts buiten den tekst uit en is doorkruist door een soort verticale hoofdletter n 1075 si hs.: hi 1077 si hs.: hi; vgl. vs. 1088, en voor deze, ditmaal dubbele verwarring met Daniël, de verwarring met de winden vs. 496.
margenoot+
(45)
voetnoot1062
beheten=verkondigen, voorspellen
margenoot+
(50)
voetnoot1067
di: al is de spelling bevreemdend, toch is de lezing juist; versta: die (scil. de orde, vs. 1062), of dit
margenoot+
(55)
voetnoot1069
die keyser enz.: appositie bij saet
voetnoot1070
bi hem=er door (nl. de orde; vgl. vs. 1002, 1005)
voetnoot1071
Keyser Heinrike=Hendrik VII, zie b. V, vs. 7 en 8
voetnoot1072
gewortelt: vgl. vs. 1003
margenoot+
(60)
voetnoot1074
boven vroude=op de aarde.
margenoot+
(65)
[tekstkritische noot]Cap. 14. opschr. Huldegard in het hs. voluit 1105 lieden ende hs.: ende lieden.
margenoot+
(70)
margenoot+
bl. 83 a.
voetnoot1087
te ponte=d.i. te poente=in een goeden toestand
margenoot+
(75)
voetnoot1089 en 1091
si nl. de Predecaren (vs. 1067)
margenoot+
(80)
margenoot+
(85)
voetnoot1099
som-gedeeltelijk (vgl. vs. 989)
margenoot+
(90)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken