Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3 (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

Scans (27.26 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

A. van Loey



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

(1938)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Wat Daniel ende Sent Jan secgen, ende Huldegard. .xii.Ga naar voetnoot+

 
Daniel seget ons overwaer,
 
Alsmen screef .xiij.c jaer,
905[regelnummer]
Dat na dien selen vele diere
 
Comen, die so ongehiereGa naar voetnoot906
 
Selen sijn, die elken danGa naar margenoot+
 
Sal verbiten, waer dat hi can,
 
Ende al behendelike sal dit wesen,Ga naar voetnoot909
910[regelnummer]
Ende met valsceiden uutgelesen.
 
Cleine dierkijn selen eerst uutcomen,
 
Ende selen die grote diere begomen,Ga naar margenoot+
 
Ende so vreselike op hem gapen,
 
Als oft sise al souden ontmaken.Ga naar voetnoot914
915[regelnummer]
Daerna selen die grote diere,
 
Die cleine diere, die ongehiere,
[pagina 276]
[p. 276]
 
Beginnen dwingen al hemelike,Ga naar margenoot+
 
Ende dit sal sijn in een rike
 
Voren, ende in een ander naer,
920[regelnummer]
Tot .xxxv. jaren vorwaer;
 
So selen dese diere regneren,
 
Ende haer scalcheit, ende elc sal derenGa naar margenoot+
 
Den andren, waer hi mach ende can,Ga naar voetnoot923-924
 
Ende verraden oec vord an,
925[regelnummer]
Ende selen soeken neuwe treken,
 
Daer hem elc mede moge wreken,
 
Ende oec en sal negenen diereGa naar margenoot+
 
Roeken, dan in wat maniere
 
Datten andren mach gescaden.
930[regelnummer]
Ende in desen tide sal gestadenGa naar voetnoot930
 
Onse here god van hemelrike
 
Vele droefheiden sekerlike,Ga naar margenoot+
 
Van quaden wedere, van tempeesten mede.
 
Nochtan en sal in gere stede
935[regelnummer]
Van al desen, in deser manieren,
 
Hier op micken engeen der dieren,Ga naar voetnoot936
 
Niet langer micken, sonder gile,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot937
 
Ga naar margenoot+ Dan also gesciet ter wile.
 
Alst leden es, doe ic u weten,
940[regelnummer]
So saelt sijn algader vergeten,
 
So wat daer vore God heeft gedaen.Ga naar voetnoot941
 
Dit doet ons Daniel verstaen.Ga naar margenoot+
 
Nu seit Sent Jan op dit word,
 
Rechte na ons Heren gebord
945[regelnummer]
.xiij. hondert jaer, godweet,
 
Daer na des tides ondersceet,Ga naar voetnoot946
 
Tote dat men scrijft vord alsoe,Ga naar margenoot+
 
.xxxv. jaer daer toe,
[pagina 277]
[p. 277]
 
So sal dat volc quaet wesen
950[regelnummer]
Al meest, ende oec uut gelesen
 
In alrehande quaethede,
 
Ende loes, ende ongetrouwe mede,Ga naar margenoot+
 
Ende selen pensen ende mickenGa naar voetnoot953
 
Ter quaetheit, in allen sticken;
955[regelnummer]
Ende die heren selen oec dan
 
So quaet wesen, op haren man,Ga naar voetnoot958
 
Ende orloge wast, ende strijt,Ga naar margenoot+
 
In allen lande, ende groet nijt,
 
Ende wat payse datmen sprect
960[regelnummer]
In dien tiden, datmenne brect
 
En scaemt hem niement, dat verstaet.
 
Men sal dan alrehande baraetGa naar margenoot+Ga naar voetnoot962
 
Vord bringen, in allen lande,
 
Dies niet dan can, heves scande,Ga naar voetnoot964
965[regelnummer]
Ende dien salmen heten dan
 
Sot, die niene can daeran.
 
Ende mede oec in desen termijnGa naar margenoot+
 
Selen vele tempeeste sijn,
 
Ende een dier tijt sal oec comen,
970[regelnummer]
Die meest diemen heeft vernomen;
 
Ende daermet oec die sterfte so groet,
 
Dat nieman sach dies genoet.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot972
 
Die arme selen sere bedervenGa naar voetnoot973
 
Van groten honger, ende sterven,
975[regelnummer]
Entie rike van plagen mede,
 
Omder armer ongenadichede,Ga naar voetnoot976
[pagina 278]
[p. 278]
 
Ende die leven mach na desen tijt,Ga naar margenoot+
 
Hi sal dan sijn gebenedijt.Ga naar voetnoot978
 
Dat seit Sent Jan van desen,
980[regelnummer]
So salich sal die tijt dan wesen,
 
Dit sijn selen Jans word,
 
Dies gi hier nu hebt gehord.Ga naar margenoot+
 
Nu seget Huldegard hier op mede:Ga naar voetnoot983
 
Na .xiij.c jaer gerede
985[regelnummer]
So es mi die tijt ombekint,
 
Want so sere ward hi gescint,
 
Dat mi des en hoget niet;Ga naar margenoot+
 
Ga naar margenoot+ Nochtan wistic sijn verdriet
 
Secgen som, wat sal gescien.Ga naar voetnoot989
990[regelnummer]
Men sal in desen tiden sien
 
Vele droefheiden, sonder waen,
 
Valscheit, loesheit sal dan gaenGa naar margenoot+
 
Al die werelt dorentore,
 
Dies niene can es een dore;
995[regelnummer]
Tempeest selen vele gescien,
 
Ende grote sterfte salmen sien,Ga naar voetnoot996
 
Ende biddende orden ward onwerd.Ga naar margenoot+
 
In desen tiden ward openbard
 
Van ere orden, onder hem somenGa naar voetnoot999
1000[regelnummer]
Daer groet jammer af sal comen
[pagina 279]
[p. 279]
 
Al kerstenheide, dat verstaet,
 
Want overmids hem sal .i. saet,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1002
 
Dat herde wale gewortelt sal sijn,
 
In enen harden corten termijn
1005[regelnummer]
Ende bi hem verdrogen sal al,Ga naar voetnoot1005
 
Daer meer jammers af comen sal
 
Der werelt, ende meer scaden mede,Ga naar margenoot+
 
Dan in hondert jaren nie dede,
 
Ende oec en weet niemen van dien
1010[regelnummer]
Wat scaden daer ave sal gescien.
 
Die ordene, daer af diet sal wesen,
 
Sal over enen tijt na[.]desenGa naar margenoot+
 
Dogen hebben harde groet.Ga naar voetnoot1013
 
Dit seide Huldegard albloet.

voetnoot+
Cap. 12. Ontstaan naar Daniël 11: 12 (Spieg. Hist., I, blz. lxxxiv). Opschr. Huldegaerd, zie aant. bij vs. 983
voetnoot906
onghehiere=wild, wreed, barbaarsch
margenoot+
(5)
voetnoot909
behendelike=met list
margenoot+
(10)
voetnoot914
ontmaken=dooden (wegens het onzuivere rijm behoeft aan de juistheid der lezing niet getwijfeld te worden, zie M.W., V, 1161; voor andere onzuivere rijmen, vgl. vs. 184, 775-776).
margenoot+
(15)
margenoot+
(20)
voetnoot923-924
Hun eenige zorg zal zijn, hoe ze best een ander kunnen schaden
margenoot+
(25)
voetnoot930
gestaden=toezenden
margenoot+
(30)
voetnoot936
micken=acht slaan
margenoot+
(35)
voetnoot937
sonder gile=zonder gekheid, in ernst
margenoot+
bl. 82 d.
voetnoot941
vore=voren, vroeger
margenoot+
(40)
voetnoot946
ondersceet=volgens de juiste onderscheiding van den tijd (?, vgl. M.W., V, 403).
margenoot+
(45)
[tekstkritische noot]949 quaet: na q komt in het hs. e waarboven een kleine a, dan t. 951 quaethede in het hs. voluit 954 quaetheit hs.: quaeth' 961 niement hs.: niemenet, d.i. niemet.
margenoot+
(50)
voetnoot953
micken = streven
voetnoot958
man = onderhoorigen
margenoot+
(55)
margenoot+
(60)
voetnoot962
baraet = bedrog
voetnoot964
dies=(degene) die, wat dat betreft, (dan niet kan, scil. bedrog plegen...; vgl. F.A. Stoet, Mnl. Spraakk., Syntaxis, 2de uitg., § 164); voor deze passage, vgl. boek VI, cap. .xxiii.
margenoot+
(65)
margenoot+
(70)
voetnoot972
dies genoet=iets dergelijks
voetnoot973
bederven=lijden
voetnoot976
ongenadichede=hardvochtigheid (jegens de armen; gen. obj.).
[tekstkritische noot]983 Vóór het vs. ontbreekt in het hs. het alinea-teeken = 996 sterfte in het hs. voluit 998 openbard in het hs. voluit. Onwerd, vs. 997, met e blijkens onweerd, vs. 719. Dat openbard met a in plaats van e wordt geschreven, wanneer de uitspraak toch zeker e was (nl. ä; vgl. vs. 1360) is er een bewijs voor, hoe de spelling in Brabant wel meer (Vlaamsch-) literair was, niet fonetisch (zie A. van Loey, in de Handelingen der Kon. Commissie voor Toponymie en Dialectologie, XI, ao 1937, blz. 297, alsook dez.: Bijdrage tot de Kennis van het Zuidwestbrabantsch in de XIIIe en XIVe eeuw, Tongeren, 1937.
margenoot+
(75)
voetnoot978
gebenedijt: vgl. Daniël 12: 12 (de Vries, Sp. Hist., I, blz. lxxxiv)
margenoot+
(80)
voetnoot983
Huldegard of Hildegard van Bingen, stichtte in 1147-1148 (naar Pater Delehaye: 1149-1150) eene Benedictinessen-abdij op den Rupertsberg bij Bingen en in 1165 eene filiale abdij te Eibingen bij Rüdesheim, zie F.M. Steele, The life and visions of S. Hildegard, Londen, 1914, en Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis, N.S. 16 (1921), 144-162
margenoot+
(85)
margenoot+
bl. 82 e.
voetnoot989
som=voor een deel
margenoot+
(90)
voetnoot996
vgl. vs. 964 en 966
margenoot+
(95)
voetnoot999
hem somen=zooveel als onze uitdrukking: ‘onder meer’.
[tekstkritische noot]1012 na [.] in het hs. staat een verkortingsstreepje vóór n boven de a 1019 Vóór het vs.: illustratie.
margenoot+
(100)
voetnoot1002
overmids=door hem (d.i. de orde; het woord orde is in het mnl. vrouwelijk, maar ook mannelijk); saet=door de schuld van die orde zal een diepgeworteld zaad (d.i. een keizer, zie vs. 1069) verdrogen
voetnoot1005
bi hem=d.i. door de orde
margenoot+
(105)
margenoot+
(110)
voetnoot1013
dogen=leed, smart

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken