Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3 (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
Afbeelding van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

Scans (27.26 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Editeurs

Paul de Keyser

Herman vander Linden

A. van Loey



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3

(1938)–Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 341]
[p. 341]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

Hier begint die achtende boec vander vifter pertien

Ga naar margenoot+ Hoe die tijt int achterste sal sijn. .i.Ga naar voetnoot+

 
Ga naar margenoot+ God die here van hemelrike
 
Moet mi bescermen ewelike
 
Vanden genen die mi nu niden;
 
Want ic noyt in genen tiden
5[regelnummer]
Op nijt, noch op wanonste,
 
Noyt enige dinc begonste
 
In dichten, daer ict weet;
 
Ende mi waer oec harde leet
 
Haddict gedaen in eniger sake;
10[regelnummer]
Want ic uut mi selven niene make
 
Anders dan int latijn stoet.
 
Hierbi mach wel wesen vroet
 
Elc die recht ende reden kint,
 
Dattie scout mine es twint.Ga naar voetnoot14
[pagina 342]
[p. 342]
15[regelnummer]
Daerom en tijt mi niet den bant,Ga naar voetnoot15
 
Want ict dichte also ict vant;
 
Ende noch salict vort dichten
 
Uten latine, ende u berichten
 
Vanden lesten tide mede.
20[regelnummer]
Ay God! Dore u ontfermichede
 
Ontfermen moeti mijns hier,
 
Ende behoeden van dangier;
 
Ende hulpen moetti mi nu vort
 
Den tijt te maken, die ongehort
25[regelnummer]
Es van vele lieden noch!
 
Hieraf te secgen mi yedoch
 
Sal swaer sijn, ende pijnlijc met,
 
Mocht wesen ic liet bet;Ga naar voetnoot28
 
Want die tijt en es niet cleneGa naar voetnoot29-30
30[regelnummer]
Mi te secgen daeraf allene,
 
Daer grote meestere in twivele sijn
 
Hoe inden sal dese termijn.
 
Om dit vervaric mi te mere
 
Hier af te spreken. Maer onse here,
35[regelnummer]
Die minen sin daer toe trect,
 
Ende mi altoes roert ende wect,
[pagina 343]
[p. 343]
 
Op hem getroestic mi te bat,
 
So dat ic anevae ter stat
 
Dinc te maken nu ter tijt.
40[regelnummer]
Ende oec om ene dinc, des seker sijt,
 
So salic maken te houder met:Ga naar voetnoot41
 
Omdat so wie daer ane set
 
Sinen sin, oft leest, oft hort,
 
Hi salre in vinden soe soete word,
45[regelnummer]
Ende oec so glorieuse sprake,
 
Dat hi daerbi licht al sine sake
 
Van siere quaetheit laten sal,
 
Ga naar margenoot+ Daer hi der vore lange in qual.Ga naar voetnoot48
 
Ende bander side, so salmen vord
50[regelnummer]
Daerin lesen so vreselike word,
 
Ende so tontsiene, dat verstaet,
 
Dat niemen en es van selker daet,
 
Maer hord hi daer die worde lesen,
 
Hine saels te beter moeten wesen,Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Opdat hi es een kerstijn:Ga naar voetnoot55
 
Ja al waerd .i. sarrasijn,
 
Hi soudem beteren, om dese sake
 
Als hi hier af horde sprake.
 
Dit sijn oec drie saken goet,
60[regelnummer]
Daer ic dit om maken moet:
 
Dierste, dats op Gods troest,
 
Die mi dicke heeft verloest.
 
Dander, dats die suetichede,
 
Die god hier in sal spreken mede.
65[regelnummer]
Terde, die vrese entie noet,
 
Die elc minsce horen moet.
[pagina 344]
[p. 344]
 
Nu hort vord van desen al,
 
Hoe ic den tijt bescriven sal!
[tekstkritische noot]1 De G van God versierd met rood en blauw, zooals bij den aanvang der vorige boeken, en links voorzien van een kleine g (zie begin boek VII) 1-3 Deze drie verzen werden wegens de versierde hoofdletter over zes regels geschreven 2 bescermen in het hs. voluit 3 en 4 niden en tiden in het hs. voluit 5 wanonste hs.: wan onste 12 wesen hs.: -sē op rasuur.
margenoot+
bl. 87 e.
voetnoot+
Cap. 1. Vs. 1-18, zie boek VII, v. 2453 vlgg.
margenoot+
bl. 87 f.
voetnoot14
scout = schuld.
[tekstkritische noot]20 ontfermichede in het hs. voluit 21 ontfermen: -erm- in het hs. voluit 33 vervaric: -var- idem.
voetnoot15
tijt: van het werkwoord tijen = aantijgen, ten laste leggen. In M.W., VIII, 319 geeft Verdam aan bant de van elders onbekende beteekenis: ‘den vorm van het gedicht, het in gebonden stijl brengen der stof’, waardoor hij verplicht is vragenderwijze niet in mer te emendeeren. Intusschen kan bant wèl beteekenen de ‘schuld’ (zie M.W., I, 572). Deze beteekenis gaat best op in den samenhang. Velthem zegt immers: ik heb anders niets gedicht dan zooals het in het Latijn staat (vs. 10-11); redelijkerwijze ligt de schuld dus niet aan mij (12-14); verwijt me daarom niets, want ik dichtte het zooals ik het vond (15-16); daarom ook zal ik het voort dichten uit het Latijn (17-18) (scil. omdat ik eenvoudig navertel, en dus niet insta voor de beteekenis of toedracht van de Latijnsche bron)
voetnoot28
ic liet bet = ik liet het best
voetnoot29-30
versta: de tijd, dien ik noodig heb, is niet gering, om daarover alleen te spreken.
[tekstkritische noot]44 word hs.: w'd 48 der in het hs. voluit 49 Ende bander id. 50 word id. 56 waerd id. 59 goet in het hs. get met boven de e een kleine o 61 in het hs. ontbreekt het alineateeken =.
voetnoot41
houder = comparatief van het adj. hout = welwillend
margenoot+
bl. 88 a.
voetnoot48
qual: van quelen = zich schuldig maken aan
voetnoot54
hine = of hij
voetnoot55
opdat = indien.
[tekstkritische noot]72 openbaer in het hs. voluit 73 s[c]iene hs.: siene (emend. M.W., 7, 501); vgl. Velthem, VI, vs. 1800 74 in margine is door een latere hand geschreven: 1316 75 beginne hs. inde; voor de rechtvaardiging dezer emendatie, zie de nota bij vs. 69-83 77 het tweede ende in het hs. voluit.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken