Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Trouwe vrienden (1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van Trouwe vrienden
Afbeelding van Trouwe vriendenToon afbeelding van titelpagina van Trouwe vrienden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.32 MB)

Scans (35.67 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Illustrator

O. Geerling



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Trouwe vrienden

(1916)–Jan Veltman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoofdstuk XIX.

Rinus was erg in zich zelf gekeerd, terwijl hij met vader en moeder aan tafel zat, doch ze waren dit van hem gewend. Toen George weer bij hem kwam, zag deze hem met wondergelukkige oogen in 't gelaat, vatte zijn hand en zei:

‘Rinus, ik ben toch zoo blij, dat de Heer je bewaard heeft. Je zoudt wel bij den Heer in den hemel geweest zijn; maar 'k ben toch zoo heel blij, dat ik je nog heb.’

Rinus drukte de lippen stijf op elkaar, nipte vreemd met de oogen, en hield de hem toegestoken hand stijf vast. - Even. - Dan liet hij los, en sloop weg naar den tuin. O, wat zou hij 't graag luide uitschreeuwen, dat hij één groote, levende leugen was voor George. - Voor George, niet voor God. - God wist het wel, wie hij was. Moeder wist het ook heel goed: dat merkte hij genoeg aan haar vermaningen. En vader

[pagina 117]
[p. 117]

wist het ook wel. - Maar die goede, trouwe, lieve George wist het niet, dat - indien hij niet veranderde - hij nooit zalig zou worden. En - als hij nu gestorven was - - en George later ook - - en als George hem dan zocht; zocht heel den hemel door - - nooit, nooit zou hij hem dààr vinden. Dààr - nooit - -

Hij ging weer naar 't kamertje terug.

Beiden zaten ze met een geopend boek voor zich. Maar Rinus zag geen enkele letter. En George? O, die was zoo blij, zoo gelukkig, dat de Heer het zoo goed had gemaakt, want een oogenblik - daar in 't donkere bosch - had hij gevreesd, er zijn voortreffelijken vriend dood te zullen vinden. Hoe hartelijk klonk zijn: ‘Goeden nacht, Rinus!’

 

Nog even zat Rinus bij vader en moeder, en dan was 't voor hem bedtijd. Wat drukte vader stevig zijn hand, en moeder.... o, wat las hij 't klaar in haar oogen, dat ze hem liefhad.

‘Goeden nacht, mijn jongen!’

Hij ging naar zijn slaapplaats; ontkleedde zich; stapte in 't bed. - En plots dacht hij aan Piet Messchaert. - Die was toen vroolijk en gezond naar bed gegaan, en 's morgens had zijn moeder hem daar gevonden - gestorven. Ten gevolge van een hersenschudding - had de dokter gezegd - veroorzaakt door een hevigen val. Was hij toen maar niet in slaap gevallen, - hadden ze Piet maar wakker gehouden, dan zou hij hoogst zeker niet gestorven zijn. Dat had men gezegd.

En hij was nu ook zoo hard tegen den grond gesmakt - daar in 't bosch -, en als hij nu ook eens een hersenschudding had gekregen! - En als hij nu in slaap viel.... en als moeder hem dan morgenochtend.... Neen, hij wilde niet slapen; wilde wakker blijven!

[pagina 118]
[p. 118]

Hij wilde niet gaan liggen. Op zijn knieën zou hij zoo in 't bed blijven zitten, boven op de dekens. - Want immers, als hij nu stierf....

Hij begon te schreien, en vouwde zijn handen.

‘O, lieve Heer! - 't zou niets zijn, als ik U maar lief had, echt en waar lief had. Want ik zou dan toch bij U zijn, bij U, Heer Jezus! 'k Zou dan toch eeuwig gelukkig zijn. Maar Gij weet het wel, dat ik nog nooit U lief had. O, Heere, Gij weet alles wel van mij, alles.... Maar nu wil ik graag anders zijn, zooals George.... O, Heer Jezus! Gij kunt alles wel; en mij wel anders maken. Zóó, dat ik altijd met U leef, altijd U lief heb, zooals George.... O, vergeef het mij, dat ik dat nooit wilde; dat ik altijd maar zonder U leefde. Wasch mij van alle zonde, en maak, dat ik nooit meer onbezonnen ben, dat ik altijd eerst bid, zooals George, en altijd U dank, zooals George. En ik dank U, Heere, dat Gij George zoo gemaakt hebt, dat Hij U zoo lief heeft; dat Gij hem zoo lief hebt. - Och, lieve Heere Jezus, maak mij ook zoo, en vergeef het mij, dat ik zoo nooit wilde zijn - met mijn hart niet. - Maar nu wil ik 't zoo heel graag. - Nu wil ik niet anders. Heere, Gij weet, dat ik dat nu zoo gaarne wil.... Maar 'k ben bang, dat ik het morgen of over een week of later niet meer zou willen, en dat ik weer zonder U zou leven. Och, lieve, lieve Heer! - maak, dat ik het altijd wil; altijd, en dat ik nooit, nooit meer zonder U wil leven....’

Een heele poos zat hij zoo met den Heer te spreken; soms fluisterend, soms enkel met zijn gedachten. En stil-aan werd het rustig in zijn hart, en geloofde hij dat hij nu altijd met den Heer zou leven. Want dat zou hij nu altijd willen, zooals George het wilde. Alles - dacht hem - zou nu voortaan anders zijn. Hij voelde zich wonder gelukkig, en bleef maar geknield op zijn bed zitten, al maar denkend met den Heer.

Heel lang zat hij daar, liefst met de oogen toe;

[pagina 119]
[p. 119]

maar uit vrees, dat hij in slaap zou vallen, deed hij dan weer de oogen open, en zag, dat de maan door 't zijraam scheen. Want die gedachte bleef hem ál maar bij, dat als hij in slaap viel, dan zou hij misschien sterven. En toch overmande de slaap hem zoo, dat hij er zich bijna niet meer tegen verzetten kon. En nu vroeg hij zich: en als ik nu eens stierf? - Als moeder hem hier nu morgen vond, gestorven? - Dat zou toch ontzettend zijn voor moeder, en voor vader; en voor George. Voor vader en moeder vooral, omdat ze 't nog niet wisten, dat alles nu goed was tusschen hem en den Heer. Als ze dát maar wisten! - Dan zou hij nu wel....

Plots wist hij, wat hij zou doen: even het op een stuk papier schrijven!

Bijna op 'tzelfde oogenblik was hij al uit bed. Op tafel lag papier en potlood. Bij 't heldere maanlicht kon hij wel schrijven. En hij schreef:

 

Lieve vader en moeder, en lieve George!

 

Misschien zal ik morgenochtend gestorven zijn. George weet wel, waar 'k zoo viel. - Het is alles goed. De Heer heeft mijn zonden vergeven. Ik heb Hem lief, en weet, dat Hij mij lief heeft. Ik zal eeuwig bij den Heer zijn in den hemel. Daar zult gij mij terugvinden. Vergeef mij al 't kwaad, dat ik u soms aandeed.

Uw Rinus, die u liefheeft.

 

Hij vouwde het papier in de lengte op, schoof het half tusschen zijn hemdrok, stapte in 't bed, sloeg het dek op, en zette zich daar weer op zijn knieën neer, om het - zoo lang mogelijk - tegen de aanvallen van den slaap te kunnen volhouden.

[pagina 120]
[p. 120]

Den anderen morgen riep vader hem, zooals hij dat altijd deed. Meestal klonk het ‘ja, vader!’ nog slaperig hem toe, en gewoonlijk zat Rinus lang vóór 't ontbijt al aan tafel.

Maar nu zaten ze op hem te wachten, en daarom trok moeder er nu eens op uit naar den langslaper.

‘Rinus, jongen!’

Wat sliep hij vast.

‘Rinus!’

‘Ja - va - der!’

‘Toe, jongen, haast je wat!’

‘Ja, va.... ja, moeder!’

Hij wreef flink de oogen uit en sprong uit bed.

Hè, wat viel daar? - O, ja, dat papier! - Neen, dat was nu niet noodig: hij was niet gestorven; hij leefde nog, hij had heerlijk geslapen; hij voelde zich gezond. - 't Wás geen hersenschudding, anders....

Maar de Heere kon hem immers tóch wel in 't leven houden, al was 't een hersenschudding geweest! - De Heer had hem nu immers bewaard! - Zoo goed bewaard! - En de Heere was nu zijn Vriend, zijn allerbeste Vriend, zijn God en Vader!

Hij viel op zijn knieën neer.

‘Heere, ik ben zoo blij, zoo gelukkig. Ik dank U, - Gij zijt zoo goed! - Gij hebt mij zoo lief! - Ik heb U lief, o Heer! en zal U altijd liefhebben, want....’

‘Rinus, jongen! kóm dan toch!’

‘Ja, vader!’

Hij sprong overeind, waschte zich haastig, schoot zijn kleeren aan, en - neen, eerst dat papier klein vouwen en in zijn zak steken. En nu gauw de kamer in.

‘Goeden morgen, vader! goeden morgen, moeder!’

‘Zoo'n slaapkop!’ zei vader, en lachte hem vriendelijk toe. Moeder kuste hem.

't Was Rinus, of zijn vader en moeder zoo goed en vriendelijk waren, als hij 't nog nooit geweten had. Trouwens, alles scheen vriendelijk te zijn en

[pagina t.o. 121]
[p. t.o. 121]


illustratie
.... op zij in den stam gelegd van een pereboom,.... blz. 123


[pagina 121]
[p. 121]

blijde. En toen vader bad - o, hoe hartelijk bad hij in zijn hart mee. Wat bad vader juist om 'tzelfde, waarom hij óók zou bidden. Wat was dat heerlijk! - Zóó bad moeder ook mee! - En als George hier nu ook was, dan baden ze alle vier hetzelfde, 't beste. Hoe heerlijk was dat!

En wat kostelijke boterhammen! - Wat was de Heer toch goed! - Hoe jammer, dat hij dat nooit zoo had opgemerkt, en voor al dat goede nooit waar en oprecht met zijn hart had gedankt. Met den mond wel: een van buiten geleerd gebedje, en ook wel zóó, zooals groote menschen baden, zóó maaar omdat moeder hem daartoe aanspoorde, en om moeder te believen; maar niet, omdat zijn hart behoefte had, om den Heer te bidden of te danken. Och, wat was dat jammer geweest, want de Heere was immers altijd zoo overvloedig in goedheid; altijd geweest.

Onder 't Bijbellezen.... neen, dat was vader niet, die las, maar 't was de Heer, die sprak; de Heere, die zooveel goeds, zooveel heerlijks had te zeggen; de Heer, die zooveel beloofde, en - woord zou houden.

Ha, daar was George al weer! - Wat die jongen toch altijd gul en goed uit zijn oogen keek! Wat 'n trouwe vriend toch! - Gisteravond had hij hem nageloopen en gezocht in 't bosch, omdat hij bezorgd over hem was. - O, nu eerst zouden ze echte vrienden zijn!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken