Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Trouwe vrienden (1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van Trouwe vrienden
Afbeelding van Trouwe vriendenToon afbeelding van titelpagina van Trouwe vrienden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.32 MB)

Scans (35.67 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Illustrator

O. Geerling



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Trouwe vrienden

(1916)–Jan Veltman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 155]
[p. 155]

Hoofdstuk XXV.

Eerst een veertien dagen daarna kwam er een brief, niet voor Rinus maar voor moeder; een brief van....

Moeder las den brief stil, en Rinus las stil in moeders gelaat, en ondertusschen ging zijn hart hem op en neer. Zie, nu kwamen er groote gelukkige tranen in haar oogen! Zie, nu lachte ze! - Nu knikte ze met het hoofd - - -

‘Is George niet erg ziek, moeder? - Zeker níét! - Wat schrijft vrouw Mispel van hem?’

Moeder veegde eerst de tranen uit haar oogen.

‘Ja, lieve jongen, dat overstelpt me! - Vooral om jou. - Wat doet de Heer toch alles wonderlijk.’

‘Maar moeder, wat ís 't dan? Hoe ís 't dan met George?’

‘'t Is goed met George. En er is kans op, dat je elkaar binnen kort ziet. - Als vader nu hier maar was....’

George zien! - Rinus klapte de handen in elkaar en sprong bijna tot het plafond. En dan ineens zag hij het adres op het briefomslag.

‘Maar moeder, zóó mooi en zóó goed schrijft vrouw Mispel niet!’ - Hij keek naar de achterzijde. ‘Moeder! - van mevrouw Blankerd! - Moeder, komt George hier? - Och, toe zeg 't maar! - 't Is vader tóch wel goed! - George alleen kan zeker weer niet leeren!’

Hij vloog moeder om den hals.

‘Toe moeder! - 'k zal zoo gelukkig zijn!’

Zij liet hem den brief lezen. En terwijl hij las, kwamen zijn oogen vol tranen, weeldetranen, en toen hij den brief gelezen had, liep hij heen, om ergens alleen te zijn; om de vreugde van zijn hart voor den

[pagina 156]
[p. 156]

Heer uit te jubelen. Hij was dronken van geluk. Want wat hem onmogelijk scheen, dat deed de Heer nu.

In den brief van mevrouw Blankerd stond, dat George weer thuis was gekomen, vermagerd en lusteloos; en van 't leeren kwam er daar niets meer. Omdat het, zoolang hij en Rinus altijd met elkander omgingen, zoo wonder goed was gegaan, had mijnheer Blankerd haar voorslag goed gevonden, om George en Rinus weer tot elkander te brengen. 't Kon dan geprobeerd worden, of dit den droomerigen jongen helpen zou. 't Beste vond ze dan, dat George hier in den kost kwam, en hij met Rinus hetzelfde gymnasium bezocht, want George had gezegd, dat Rinus ook naar 't gymnasium zou. Natuurlijk zou alles billijk worden vergoed. Haar vriendelijk verzoek was dus duidelijk, en indien juffrouw Dekker en haar man zoo welwillend waren, om hieraan te voldoen, had ze graag, dat er even getelegrafeerd werd. Dan zou ze over drie dagen zelf komen, om de zaken te bespreken; en George zou dan meteen meekomen.

Toen vader Dekker 's middags den brief gelezen had, zei hij:

‘Dit is van den Heere! - Ik zal dadelijk telegrafeeren, dat wij gaarne aan haar verzoek zullen voldoen!’

 

Vier dagen later zaten Rinus en George weer samen in een ruime kamer, die voortaan de hunne zou zijn. Ze zaten elk aan een kant van de tafel, en telkens moesten ze even elkander in de gelukkige oogen kijken.

Wat wisten ze 't beiden, hoe goed, hoe genadig, hoe wijs, hoe machtig de Heer was; hoe overvloedig Hij zijn liefde aan hen bewees.

Samen zouden ze Hem dienen, samen leven, samen leeren, samen wandelen, en weer nu en dan samen

[pagina 157]
[p. 157]

teekenen ook. Want dat teekenen had toch geen geringe rol gespeeld in hun jonge leven.

 

George herleefde weer. Hij was nooit meer alleen. Zijn vriend had hij terug. Hij begon er weer uit te zien als een gezonde knaap, hij kon weer goed leeren, en maakte vorderingen, die zijn ouders verblijdden.

En Rinus had zijn edelen vriend weer altijd bij zich; zijn zwakken George, dien hij weer dienen kon met de kracht van zijn lichaam, en met de vaardigheid van zijn geest.

Doch - wat hij zich nog niet bewust was - God zou den zachten, teeren George gebruiken, om hem, den durf-alles met zijn aangeboren onbezonnenheid, te teugelen in 't al te plotse omzetten van vaak nog onrijpe gedachte tot besliste daad.

Beiden ten beste had God hen aan elkander gegeven als trouwe vrienden.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken