Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een zoon en zijn moeder (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een zoon en zijn moeder
Afbeelding van Een zoon en zijn moeder Toon afbeelding van titelpagina van Een zoon en zijn moeder

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.04 MB)

Scans (64.22 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een zoon en zijn moeder

(1923)–Jan Veltman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 250]
[p. 250]

XXIX.

De oogst van 't eerste jaar was zóó goed geweest, dat Alard vóór den winter een melkkoetje had kunnen koopen, zoodat de vrouwen zich weer een beetje boerin begonnen te voelen. En toen 't varken was geslacht, en men kelder en schuur vol wist van alle nooddruft, schudden allen 't hoofd over de ijdele zorg, die hen op Nieuw-Lindenhof zoo zwaar had gedrukt.

't Was nu ál weelde om 't wiegje van Alards eersteling. Doch niemand zag die weelde, zooals hij ze zag: de weelde der liefde van drie moeders, die hij allen kende als biddende moeders. O, zoo dat kind straks, als 't bewustzijn ging ontwaken, nu ook God als zijn Vader in Christus mocht kennen, en eeren, en zich met lichaam en ziel aan Hem mocht toevertrouwen! Dat zou voor hem de allerhoogste weelde zijn.

Aan geen geld of goed, aan geen eer en roem dacht hij, als zijn hart vervuld was met hooge wenschen voor zijn kind. Hij zelf had naar 't allerhoogste, naar 't allerbeste, dat aarde en hemel samen hadden te geven, gegrepen, en hij had er iets van gevat; met hart en hand omklemd; het meeste, wat ooit een sterveling kon wenschen, had hij tot zijn bezit; boven zíjn geluk wás er voor een aardbewoner geen geluk; wat zou hij hoogers voor zijn kind kúnnen begeeren? Wat was er dan beters

[pagina 251]
[p. 251]

voor een mensch dan vergenoegd te zijn met het tegenwoordige, en voor den dag van morgen en voor de verdere toekomst zich kinderlijk onbezorgd toe te vertrouwen aan den Vader in de hemelen?

 

't Was een zoele Zomerdag.

's Morgens had Alard den boomwal wat opgesnoeid, omdat de takken te veel over den akker groeiden en den vruchten licht en lucht benamen. 's Middags na 't eten nam hij zijn eerstgeborene in 't kinderwagentje mee naar den akker. Moeder en grootmoeder Weida hadden even elkander aangekeken alsof ze vroegen: Wat nu?

Beiden keken het kleine gespan na.

Toen Alard de plek had bereikt, waar hij zijn bezigheid zou hebben, liet hij daar 't wagentje, met zijn kind er in, staan, haalde de afgesnoeide, volbebladerde takken bij groote armvollen, en begon, door ze in den grond te planten, om 't wagentje heen een priëeltje te bouwen.

‘Hij blijft een kind, Grada!’ zei grootmoeder, en begon weer aan haar bezigheid; maar Grada keek nu en dan uit, om te zien, wat dat daar ginder op den akker worden zou.

't Werd een mooi huisje van levend groen, en met een open toegang er in als een poortje. Zij wist wel, dat hij 't kind daar goed beveiligen zou tegen de zon.

Maar als zij weer en nog eens uitkeek, zag ze Alard niet Wie weet, was hij niet bij 't kind in 't aardige huisje gekropen en zat hij daar zelf ook als een kind zich te verlustigen in zijn gebouwtje, spelend met zijn zoontje!

Hij scheen daar te blijven. Ze wilde weten, wat hij er uitvoerde; en om een wettige boodschap te hebben nam ze een witten doek in haar hand en stapte met stille schreden naar 't groene - tempeltje. Want nu ze nader kwam, zag ze, dat het een tempeltje was.

[pagina 252]
[p. 252]

Ze hoorde daar binnen iemand spreken. Zulk een taal tot een kind? - - - Neen, dit was - - - - - ‘- - Onze Vader! - - Gij hebt ons zoo rijk, zoo weelderig rijk gemaakt. - - - Dat is naar Uw onbegrijpelijk welbehagen. - - Nog oneindig beter dan ik zelf weet Gij, dat ik mij dat in niets heb waardig gemaakt - -; dat ik zelf steeds mijn weg heb verdorven - - dat ik alles dank enkel aan Uw onbeperkte genade en barmhartigheid. - - - Vader - -! nu ben ik hier voor Uw aangezicht gekomen met mijn jongslee, dat we allen zoo liefhebben. - - Ik wou U veel, heel veel voor hem vragen; maar nu weet ik niets - - niets, dan dit ééne, dat Gij ook dit kind diezelfde eeuwige genade moogt bewijzen. - - Dat het Uw kind zij, gelijk Gij Grada en mij tot Uw kinderen hebt aangenomen - - - Vader - - -! dat dit kind voor U, altijd met U moge leven - - - Dat het nooit zoeke de dingen der aarde, maar zijn schat hebbe in U, en zijn burgerschap in de hemelen - - - Vader! - - - - -’

Grada bad reeds in haar hart mee. Ze sloop om 't groene tempeltje heen tot voor 't poortje, en zag - - Alard geknield liggen voor 't wagentje, met de beide kinderhandjes in zijn groote handen. Ze bukte zich onder den ingang en knielde naast hem neer.

Of hij 't merkte?

Hij bleef doorspreken.

‘- - Vader! - - bewaar dit kind voor de gevaren, waarin zooveel belijders van Uwen naam zijn omgekomen: voor de zorgvuldigheden dezer wereld, voor de begeerlijkheid des vleesches, voor de begeerlijkheid der oogen, voor de grootschheid des levens, voor 't jagen naar wereldsche eer en roem en wereldsche grootheid - - - Vader! bewaar dit kind, gelijk Gij mijn lieve Grada en

[pagina 253]
[p. 253]

mij bewaard hebt - - - en bewaren zult - - -.’

Toen hij weer uit het groen te voorschijn kwam, stond grootmoeder Weida daar met gevouwen handen.

‘Ja, mijn jongen, ja, 'k moet toch erkennen, dat jij 't altijd beter hebt ingezien dan wij. Och ja, en dat je met Maria het goede deel koos!’


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken