Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Christiaan, leven en lijden van een charlatan (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Christiaan, leven en lijden van een charlatan
Afbeelding van Christiaan, leven en lijden van een charlatanToon afbeelding van titelpagina van Christiaan, leven en lijden van een charlatan

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.58 MB)

Scans (6.02 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

roman
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Christiaan, leven en lijden van een charlatan

(1970)–Adriaan Venema–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[III]

Ik steek het licht op, de oude man ligt nog steeds op dezelfde plaats en ik moet wel een uur op de stoel tegenover hem hebben gezeten.

Mijn benen zijn stijf als ik door de kamer loop. Ik kijk naar de schilderijen die aan de muur hangen, een namaak-Chinese vaas op de tafel, wat kunstbloemen op het dressoir, veel foto's.

Het huis ruikt benauwd en daarbij komt de zoete geur van het bloed dat al in het kleed is getrokken en donkerbruin is opgedroogd.

Ik neem een zakdoek en veeg mijn vingerafdrukken van de lichtschakelaar en de vaas op de tafel die ik even heb opgepakt.

Dan pak ik mijn stengun. Ik loop naar het raam en kijk naar buiten.

Het is stil, geschikte gelegenheid om weg te komen. Als ik de sten in mijn handen hou merk ik, dat ik het wapen nauwelijks heb gebruikt, alleen de kolf om te slaan en ik voel me belachelijk.

Ik richt de loop op het hoofd van de man en ik zak wat door mijn knieen. Zo loop ik voorzichtig om hem heen en het schrale lijk promoveer ik tot gevaarlijke vijand. Zo weet ik bij de deur te komen.

Ik doe hem open en kijk in de hal. Daar is niemand. De deur van de hal naar het trapportaal staat open. Ik schrik want het afgelopen uur had iedereen naar binnen kunnen komen.

Ik ruik een koollucht op het trapportaal, de buren zijn aan het eten.

Ik loop weer snel naar de kamer terug. Ik neem de stengun stevig tussen mijn handen en ik schiet op het lijk dat even opveert en begint te rollen.

Ik schiet een heel salvo af en het lijk rolt naar het dressoir toe, komisch op en neer wippend.

[pagina 22]
[p. 22]

Dan ren ik over de hal naar het trapportaal waar ik mensen hoor roepen.

De deuren gaan open en ik zie het verschrikte witte gezicht van een vrouw. Achter haar roept een man wat en de deur slaat weer toe.

Ik ren over de trap naar beneden.

Boven me hoor ik voetstappen maar dan loop ik naar buiten, waar ik gordijnen weggeschoven zie en gezichten die over de vensterbank naar me kijken. Ik moet lachen om het beeld van komplete huisgezinnen die gehurkt bij het raam een betere show zien dan op het televisiescherm.

Maar veel tijd om erover te denken heb ik niet, want alle kerkklokken in de buurt beginnen te luiden en het lawaai maakt dat ik al sneller begin te lopen.

De straten blijven stil, maar het lijkt of de stad voller wordt door het luiden van de klokken.

Ik ren een plein over en kom dan bij het water waar ik de stengun snel ingooi.

Dan zie ik een tram en ik stap erin.

‘Een gewone,’ zeg ik tegen de kondukteur. Die kijkt me even aan.

‘Dat was rennen,’ zegt hij.

Ik knik, maar ik ben zo moe, dat ik alleen maar een plaats wil zoeken.

De tram is gelukkig leeg, dus problemen zijn er niet.

‘Het is een stille avond,’ zegt de kondukteur tegen me.

‘Ja, ja,’ zeg ik.

‘De mensen blijven binnen,’ zegt de man weer. ‘Het lijkt wel alsof ze bang zijn. Alsof ze niet naar buiten durven.’

Ik ben verbaasd. ‘De hele stad is bang?’ zeg ik.

De kondukteur wijst naar de lege plaatsen. ‘Je zou het wel zeggen,’ antwoordt hij.

En dan voel ik me voldaan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken