Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Christiaan, leven en lijden van een charlatan (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Christiaan, leven en lijden van een charlatan
Afbeelding van Christiaan, leven en lijden van een charlatanToon afbeelding van titelpagina van Christiaan, leven en lijden van een charlatan

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.58 MB)

Scans (6.02 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

roman
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Christiaan, leven en lijden van een charlatan

(1970)–Adriaan Venema–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 23]
[p. 23]

[IV]

‘Wat ben je laat,’ zei Christiaan verwijtend.

Ik ging op de grond liggen, was blij dat ik de koele harde planken onder me voelde.

‘Het duurde lang,’ zei ik. Ik keek naar de bloemen op het behang, erfenis van de vorige bewoner die ik nog niet had verwijderd maar nu was ik het van plan.

Ik stond op en krabde met mijn nagels over het behang.

‘Wat doe je nou?’

‘Ik wil het behang er van af halen. Wat denk je. Zal ik een gewoon wit behang erop plakken of zal ik het schilderen. Wat denk je. Zou de kamer er een stuk lichter van worden?’

Christiaan keek naar het behang. ‘Schilderen,’ zei hij dan. ‘Wit is wel mooi. Wit schilderen met grote vegen. Dat geeft ruimte.’

Ik stopte met krabben. ‘Dan hoeft het behang er ook niet af.’ Hij nam me bij mijn arm. ‘Dat kan ook niet, want hoor je de klokken niet luiden. We moeten weg.’

Hij trok snel zijn jas aan en ik liep achter hem aan naar buiten en dat, terwijl ik veel liever thuis was gebleven, want ik was moe.

Op straat zei Christiaan geen woord tegen me. Hij liep zo snel dat ik hem bijna niet bij kon houden.

Voor een klein donker gebouw bleef hij staan. ‘Tandheelkundige kliniek voor het ziekenfonds,’ las ik op een wit bord.

‘Heb je last van je tanden?’ vroeg ik aan Christiaan, maar die schudde zijn hoofd en belde aan.

Een oude vrouw deed open en ze liet ons zonder een woord te zeggen binnen.

Ik liep samen met de vrouw en Christiaan door een lange smalle gang. In de verte hoorde ik gezang en toen we aan het einde van de gang waren opende de vrouw een lage deur.

‘Hierdoor,’ fluisterde ze.

In een grote kamer zaten een twintigtal mensen. Ze keken op toen we binnenkwamen en één van hen zei: ‘Sstt’ en we namen gauw een stoel die we achter in de kamer neerzetten.

[pagina 24]
[p. 24]

De vrouw knikte ons vriendelijk toe en liep de kamer weer uit.

Bij het raam stond een man achter een lessenaar. Hij zong een lied.

Zijn wangen rekten uit tot bleke plooien bij elke noot die hij de zaal in bracht en het kostte hem duidelijk moeite. Ondanks dat hield hij het zeker tien minuten vol, maar wat ik ook probeerde ik kon geen woord verstaan van wat de man zong.

Ik keek naar Christiaan en zag dat deze geboeid naar de man keek en luisterde. Zijn mond hing half open en ik kon niet alleen zien dat Christiaan zich niet had geschoren en dat hij erg lelijk was, maar ook zag ik spuug in zijn mondhoek dat in een dun straaltje over zijn kin liep. Toen de druppel van zijn kin dreigde te vallen deed hij zijn mond even dicht en zoog het vocht naar binnen. Toen liet hij zijn onderkaak weer hangen. Zijn ogen waren wijd open gesperd en ik zag nu eigenlijk dat zijn ogen het enige bijzondere waren van zijn hele verschijning.

Bleekblauw, maar groot en vochtig. Als Christiaan naar je kijkt, heb je de neiging naar een van zijn grote stoffige oren te kijken, maar dat lukt je niet. Ik zag, dat de man achter de lessenaar nu ook naar Christiaan keek. Hij hield zijn ogen niet van hem af.

Na een tijdje stopte hij met zingen. Hij klapte een boek dicht, snoot zijn neus en liep de zaal in.

De dienst was voorbij merkte ik, want iedereen liep de kamer uit behalve Christiaan, die bleef zitten.

De man liep naar Christiaan toe en ging naast hem zitten. Ik leunde tegen de muur en keek naar ze.

De man zei wat en Christiaan gaf hem antwoord. Ze raakten in een gesprek gewikkeld dat met de minuut heviger werd. Ik was te weinig geïnteresseerd om naar hen te luisteren. Ik liep naar het raam en keek naar buiten.

 

Ik liep langs het water en keek naar de smalle houten brug. Er fietste een jongen over op een hoge roestige fiets. Hij droeg een alpinopet schuin op zijn hoofd en onder zijn plus-fours groen-rode geblokte kousen.

[pagina 25]
[p. 25]


illustratie

[pagina 26]
[p. 26]

Hij reed langs me heen en ik keek hem na.

Hij reed langzaam door, maar ik zag dat hij opeens zijn hoofd omdraaide en naar me keek.

Ik hief aarzelend mijn hand om hem te groeten en de jongen zwaaide terug.

Toen reed hij een hoek om en ik zag hem niet meer. Ik kocht een pakje Blue Ribbon voor zestig cent. Het waren mijn eerste sigaretten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken