Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
VVoudt van vvonderlicke sinne-fabulen der dieren (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van VVoudt van vvonderlicke sinne-fabulen der dieren
Afbeelding van VVoudt van vvonderlicke sinne-fabulen der dierenToon afbeelding van titelpagina van VVoudt van vvonderlicke sinne-fabulen der dieren

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.41 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Editeur

Lucie Roobrouck



Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek
proefschrift
gedichten / dichtbundel
fabel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

VVoudt van vvonderlicke sinne-fabulen der dieren

(2001)–Adriaen van de Venne–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina B4v]
[p. B4v]

II. Van den Arent, en de Slack. aant.

 
Den ghenen die soeckt, al te hooch te vlieghen,
 
Sietmen sich dick door lagher val bedrieghen.
 
Te kruypen soo by d'aerd', het overmaten quelde
 
De Slack, en milt belooft veel wonders aen den gheen,
 
Die hem van d'Aerde op ten Hemel voerden heen,
 
Ia meerder, dat van hem hy sich als dienaer stelden.
5[regelnummer]
Den Arent dacht, (die ’t hoort) dat hy hem sou verghelden,
 
Verheft hem fluckx, na wensch, tot in ’t ghewolck, verheucht,
 
Hy dacht dat desen staet, hem was veel meer gheneucht,
 
Dan soo te kruypen slecht in d'Eensaem laghe Velden.
 
De Slack hooch in de Lucht, die leyt een vrolick leven,
10[regelnummer]
En meynden nimmer weer te komen op der Aert:
 
Maer doen den Arent sprack, betaelt my metter vaert,
 
Na u beloft', eer ick tot toorn word' ghedreven.
 
VVaer door de Slack, bevreest, den Arent badt met beven,
 
Van hem te schelden quijt, die hem heeft al verstoort
15[regelnummer]
Tusschen sijn klauwen wreet, gram-moedelick vermoort:
 
Dus niemant looft het gheen hy nimmer en kan gheven.
Verklaring.
 
Soo even sulck gheval den Mensche sal beproeven,
 
Die, door eer-sucht, altijt vervolcht den hoochsten staet,
 
VViens dwase lust sich niet door reden temmen laet,
 
Onspoet sal sulck een Ziel ghestadelick bedroeven.
5[regelnummer]
Maer die in sijn beroep, wel wijs hem kan vernoeghen,
 
En danckbaer looft den Heer, van 't gheen dat hy hem gheeft:
 
Dees met een hert verheucht in soete ruste leeft,
 
Maer by de hoovaerdy sal d'ongheluck sich voeghen.
Lvc. XII.
 
Den ghenen die vernoecht, is met sijn Ampt te vreden,
 
En niet door hoovaerdy de hoocheyt soeckt te seer,
 
Dees steets vol deuchd' en goet, men bloeyen siet in Eer:
 
Maer smadich eyndt de ghen' die lieft d'hoovaerdicheden.
[pagina B5r]
[p. B5r]
 
Hoochmoedich Mal, komt voor den Val.

Cvspinianvs.

1IVstiniano den tweeden, is’t aldus gegaen; Als hy uyt 2 het Roomsche Rijck verjaecht, ende gantsch 3 vernedert was; soo heeft hy Trebellium, den Koninck 4 in Bulgaria, versocht, ende instantelick ghebeden, 5 dat hy hem wilde weder in sijn Rijck helpen, soo 6 wilde hy hem daer voor met groot ghelt en goedt 7 vereeren. Trebellius, op dat versoeck, dede sijn best, 8 soo met volck, als met ghelt; dien volghende dat hy 9 behielt de overwinninge, ende bracht Justinianum 10 wederom aen de Keyserlicke Staet: over sulckx 11 begheerde daerom het beloofde ghelt. Maer, als 12 Justinianus sijn belofte niet heeft na-ghekomen, soo 13 greep Trebellius hem onverwacht aen, ende nam hem 14 sijn ghelt, en landt, en eer, en goedt, en ’t gheheel 15 ‘Keyserdom. Daerom seytmen te recht, dit spreeck-16woort; Belofte maeckt schult. Veel beloven, en 17 weynich geven, is een smaet voor de Wysen, ende 18 een vreucht voor de Sotten.

 
Die dwaelt, die daelt.
[pagina B5v]
[p. B5v]

Arent, ende Sleck.

 
EEn traghe Sleck, vol dwase lust,
 
Verdwaelt, en stijcht, en schout de rust;
 
Ootmoedich sy den Arent bat
 
Met soet ghesmeeck, en schijn van schat.
5[regelnummer]
Den Arent, die na hoocheyt siet,
 
Ontseyt de Sleck haer bede niet,
 
En neemt het Dier met snelle vlucht,
 
Swiert, heen en weer, door ruyme Lucht:
 
Vertoont, de Sleck, en kleyn, en groot,
10[regelnummer]
Van boven na der Aerden kloot.
 
Ten laetsten eyscht den Arent loon,
 
Het slyme-Beest heeft niet gheboon;
 
Dies is het Huys en Sleck verplet.
 
‘Hooveerdich zijn, doet groot belet!
15[regelnummer]
‘VVie tracht na macht, en kracht, en pracht,
 
‘Die maelt, die dwaelt, die daelt onsacht.
 
Alwaer een slechten Quant, in pracht, te moedich klimt;
 
Sijn hoocheyt maeckt hem dwaes, sijn laecheyt hem beschimt.
 
Die Stijcht, die Sijcht.
[pagina B6r]
[p. B6r]


illustratie
Hoochmoedich Mal, komt voor den Val.
VVie hem te seer verheft, sal vernedert vvorden.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken