Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verbroken zegel (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verbroken zegel
Afbeelding van Verbroken zegelToon afbeelding van titelpagina van Verbroken zegel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.67 MB)

Scans (10.59 MB)

ebook (5.46 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Illustrator

Rik Slabbinck



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verbroken zegel

(1952)–Jan Vercammen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 78]
[p. 78]


illustratie

[pagina 79]
[p. 79]

XVIII

 
DIT is het einde, vrienden, waar de dich-
 
ter spreekt tot haar, die de naam aller vrouwen
 
oorspronkelijk draagt. Haar aangezicht
 
bleef immer helder van haar schouwen
 
in de milde nacht, die zijn stilte zeer
 
diep opdolf onder zijn bewogen schaduwen.
 
Als bloemen plukte zij zijn rijpe begeer-
 
ten en liet over zich hun bloei uitluwen.
 
- Gij, zo spreekt de dichter, door wie mijn ziel
 
mijn eigen bezit is geworden - o vrede,
 
die mijn geluk doordringt! - namen ontvie-
 
len mijn mond als verdwaasde gebeden
 
om u te begroeten en sedert die tijd
 
blijft gij mij bij. Doch ook aan het einde
 
van onze weg ontwaren wij elks eenzaamheid
 
geduldig te wachten staan met de pijn, de
 
peis, een geluk als edik bitter en bedwel-
 
mend. Eenzaamheid is een vreemde wachter,
 
die God over elke trage nacht aanstel-
 
de en wie wij vragen: O trouwe wachter,
 
wat is er van de mens? - Ach, ik ben blind,
 
zo luidt zijn antwoord, blindgeboren;
 
ik vind mijzelve niet; slechts wie zich vindt
 
in zijns gelijken heeft zich niet verloren:
 
zijn eigen is zijn daad en ook zijn woord,
 
zeldzamer dan de gouden nachtegalen.
 
Wij komen uit de nacht en gaan de poort
 
door van de dageraad, laten zijn stralen
 
diep in ons hart doordringen en zien
 
de mensen: wij zingen hun lied en spreken
 
hun taal, drukken hun harde hand misschien
 
en zoeken in blikken, die wij ontweken,
[pagina 80]
[p. 80]
 
ons gelaat, in een stem de klank van ons woord.
 
En waar geen mensen zijn, zijn bloemen en bomen
 
en vogelen. Voorwaar, ons brood wordt brood
 
in de gemeenschap van de dis en de dromen.
 
Dat is de zin der eenzaamheid. Ik besteeg
 
een bergtop van vervoering om harentwille,
 
ik keerde terug, ik vond mijn huis leeg
 
van vrede en ik kon mijn honger niet stillen.
 
Slechts om rein te zijn zullen wij eenzaam
 
worden en om milder terug te komen.
 
Maar in dezelfde nacht ligt uw lichaam
 
en het draagt uw geest als de grond de bomen:
 
vast en verheven, breed in zon en wind
 
en met vuur in de diepte en duisternissen.
 
Achter uw oogleden slaapt mijn kind
 
en als de vinnen van rustige goudvissen
 
beweegt de tijd zeer vertrouwd en kostbaar,
 
terwijl ik wacht op het ontluiken uwer ogen,
 
om de deemstering des vleses in hun klaar-
 
te uit te treden en onder de volkomen bogen
 
van uw vervoering verheerlijkt te zijn.
 
O gij, die steeds met nieuwe metaforen
 
mijn heimwee zegent, die mij elke pijn
 
oorspronklijk juweliert, gij werdt geboren
 
toen ik voor de eerste maal de crocus zag
 
en de purperen schaduw van de rode rozen
 
nauwelijks later over mijn ogen lag.
 
Sindsdien kreeg over mijn leven de boze
 
menigmaal macht, maar zij, die liefde bege-
 
ren, zullen haar als een uitverkoren
 
vrouw bezitten - en het duurt lang te le-
 
ren, dat men het leed, dit nooit verloren
[pagina 81]
[p. 81]
 
en zuivere bezit, als een genade ontvangt;
 
dat enkel levende doden niet lijden
 
en zichzelve kennen. Wie niet verlangt,
 
o moeder van mijn verlangen, gebenedijde,
 
sterft in zijn zinnen af, die zonnen van zijn geest.
 
Ik weet de winter tussen asters en hagedoren,
 
die zijn de zekerheden van mijn jeugd geweest.
 
Maar nu vermag ik aan het ruisen te horen
 
der bomen, hoe dicht de lente gekomen is;
 
ook eenmaal is de herfst zo dicht gekomen,
 
dat het ruisen van de regen gans anders is.
 
Er is een kennis, die zich voedt met dromen
 
of de hongerdood sterft. O nimmer is de aar-
 
de geen dromen waard, ook al vermoorden
 
onder bloeiende kerselaren mensen elkaar;
 
zelfs al wijkt de kompasnaald van het noorden
 
duizelig naar het zuiden af door waanzin
 
of wandaad. Immer draag ik de kwetsuren
 
van idealen, ook die welke nergens zin
 
bezitten dan in mijn eigen leven. Duren
 
zij niet - ach, duurt dan de boom, de ster
 
van het zenith zelfs? Uit hun dovende asse
 
ontluiken jonge als dageraden op de ber-
 
gen (in het schemerig dal ontwaken gewassen
 
en dieren). Zij rijpen in rijke eenzaamheid
 
en gaan onder in rijkere gemeenzaamheden:
 
zo schoon is over de bergen geen afscheid
 
van de dag. O God, laat mij zonder vrede
 
nog vele van uw vredige herfsten zien.
 
Dit weet ik, lief: ik zal nimmer sterven,
 
want ik wàs dood, en dat wist ik voordien
 
nooit zo helder en zeker. En toch, geen erven
[pagina 82]
[p. 82]
 
is het erlangen van dit mateloos bezit,
 
het is alleen een vol en diep herwinnen
 
van mijn veertig jaren, opdat het doelwit,
 
dat mijn noodlot van in den beginne
 
vervolgde, bereikt worde in eeuwigheid.
 
Wij steken niet in zee, lief, om de haven
 
te zien, maar om over de einder dat afscheid
 
te vieren in het zicht van de andere haven.
 
Eens hebt gij genoeg uit mijn herinnering
 
gebannen, opdat ik van uiterste gedachten
 
de laatste zuiverheid begrijpe, om de zegelring
 
van God te drukken op onze dagen en nachten,
 
wijl wij God werden; om, waar wij nu de zon
 
verzinkend zien, samen de bernende symbolen
 
van mijn patroon op Patmos met nieuwe on-
 
schuld aan te schouwen in volle onverholen-
 
heid. O niet eeuwig, maar ook déze nacht
 
ligt uw licht lichaam in de schaduwen
 
der sterren, sterk onder de harde kracht
 
van mijn begeerten. Door die sterkte luwen
 
zij tot de vrede van nieuwe eenzaamheid
 
in de geuren van uw diepste ogieven
 
en hun deemstering. Wij rukken aan de tijd
 
als aan hun traliën gevangen dieven.
 
Ook hij begeeft niet. Niemand echter kan
 
ons ooit ontnemen wat we elkander gaven;
 
niemand kan deze nacht nog, niemand kan
 
een enkle der voorbije nachten, elk een haven
 
van groot geluk, vernielen; noch één dag
 
der heldre dagen, die wij 's morgens vonden
 
op onze handen, op ons voorhoofd, almach-
 
tig en volmaakt en zuiver aardverbonden.
[pagina 83]
[p. 83]
 
Wij mogen geen verloochenen van de ga-
 
ven, die eenmaal in onze schalen lagen
 
- en geen berouw kan onze zekerheden scha-
 
de doen door duisternis of hinderlagen.
 
Wie woord of daad, zelfs enkel een gebaar
 
dat hij bedreef verloochent, legt zijn leven
 
een leugen op, waardoor hij de laatste bewaar-
 
engel verraadt die hem trouw was gebleven.
 
Want geen bedrijf, doch slechts het reine zijn
 
kan zonde wezen, daar slechts over 't einde
 
wij 't eigen vonnis vellen. Wat nu schijn
 
is wordt tot wezen en wat droom tot zijnde.
 
Wij zullen rein zijn in elkanders oog,
 
wanneer wij steeds vermogen te geloven
 
o lief, aan wat wij van de wereld hoog
 
en laag en wat er onder is, er boven
 
aanschouwen. O het licht van uw lichaam
 
en zijn schaduw als de avond op sneeuwbergen!
 
Wanneer God spreekt (God spreekt in onze naam)
 
zal niemand onzer zich voor hem verbergen.
 
 
 
Ter Doest, Knokke-Zoute, 1947.
 
De III Koningen, Beernem, 1951.

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken