Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verhandeling op d'onacht der moederlyke tael in de Nederlanden (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verhandeling op d'onacht der moederlyke tael in de Nederlanden
Afbeelding van Verhandeling op d'onacht der moederlyke tael in de NederlandenToon afbeelding van titelpagina van Verhandeling op d'onacht der moederlyke tael in de Nederlanden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.00 MB)

Scans (35.90 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Editeurs

Jan van den Broeck

Jos Smeyers



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/pamflet-brochure
traktaat
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verhandeling op d'onacht der moederlyke tael in de Nederlanden

(1979)–Jan Baptist Chrysostomus Verlooy–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Een opstandig geschrift

In Verlooys Verhandeling vindt men meer dan één echo van de revolutionaire gebeurtenissen die zich voordeden in de Oostenrijkse Nederlanden tijdens het voorjaar van 1787. De auteur liet hierbij zijn goedkeuring voor de feiten blijken en zag ze als een uiting van vaderlandsliefde (p. 67). Tevens is de Verhandeling zeer duidelijk het resultaat van een kritische ontleding van bepaalde toestanden. Gevestigde waarden werden door Verlooy ter discussie gesteld of gewoon verworpen. Zijn argumentatie daarbij is een neerslag van de revolutionaire ideeën die in 1789 zouden triomferen. Hij spande zich trouwens niet in om zijn inspiratiebronnen verborgen te houden. Zowel Voltaire als Montesquieu, Beaumarchais, Linguet en Raynal werden door hem bij de grote figuren in Frankrijk gerekend (p. 2).

Opvallend is dat hij zich bij het uitoefenen van zijn kritiek zowel keerde tegen de eigen Staten, die wegbereiders van het verzet waren geweest, als tegen de Oostenrijkse gezagdragers. Die eigenaardige opstelling is illustratief voor de opvattingen die hij er in de jaren 1787-1788 op nahield. Hij kon blijkbaar het Oostenrijkse bewind, waarvan zonder twijfel vooruitstrevende elementen deel uitmaakten, niet zonder meer verwerpen en zich vervolgens onvoorwaardelijk partijganger tonen van de Staten, het inheemse element bij uitstek in 's lands administratie, maar tegelijk ook de ziel van het conservatieve verweer. Verlooys opstelling was nationaal én progressief, zoals wij hierna zullen aantonen.

Dat hij een wrevel koesterde tegenover bepaalde Oostenrijkse beleidsbeslissingen blijkt uit verscheidene passages van de Verhandeling. Hij wees op het gebrekkige Frans dat gebruikt werd voor de keizerlijke verordeningen (p. 44). Hij toonde zich verontwaardigd over het feit dat de moedertaal geen aandacht kreeg van ‘'t hooggezag’ (p. 40). Die taal werd achteruitgesteld in ‘d'aenzinelykste raden’ (p. 41) en op het niveau van de staatsaangelegenheden werd ze op gebrekkige wijze geschreven en gesproken (p. 41). Men kan zich dan ook de vraag stellen of Verlooy niet in de eerste plaats aan de

[pagina 18]
[p. 18]

vertegenwoordigers van het Oostenrijkse gezag dacht, wanneer hij schamper uitweidde over ‘onze verfransers’ (p. 66). Trouwens, het vooropstellen van een ander, nieuw taal- en cultuurbeleid kan moeilijk anders geïnterpreteerd worden dan als een aanval op wat er in de Zuidelijke Nederlanden aan taal- en cultuurtoestanden bestond.

Anderzijds gingen voor hem de Staten evenmin vrij uit. Ook zij hadden hun verantwoordelijkheid in de heersende wantoestanden. De Franstalige documenten die door hen verspreid werden, waren in taalkundig opzicht gebrekkig, sommige ‘tot belachelykheyd toe’ (p. 45). Verlooy beschuldigde hen bovendien van ‘onaendragendheyd’, gebrek aan belangstelling, ten opzichte van de moedertaal (p. 100) en hij gaf hun de dringende raad die toestand zonder uitstel te verhelpen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken