Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van Zon-zaliger. Door hem zelf (ca. 1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van Zon-zaliger. Door hem zelf
Afbeelding van Van Zon-zaliger. Door hem zelfToon afbeelding van titelpagina van Van Zon-zaliger. Door hem zelf

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.20 MB)

Scans (5.69 MB)

ebook (3.76 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Illustrator

Edmond van Offel



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van Zon-zaliger. Door hem zelf

(ca. 1920)–René Vermandere–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]


illustratie

Inleiding

ALS er spoken bestaan, ze mogen van mij 'nen ezel maken’ placht vader zaliger te zeggen, telkens dat er in zijne tegenwoordigheid van geesten, verkeersels of dergelijke wezens sprake was.

Al heeft vader nu ook zijn gouden bruiloft gevierd met menschenooren, twijfel ik er toch aan of hij wel gelijk had de geesten zoo vlakaf te loochenen.

Anderhalf jaar geleden, trouwens, is er mij iets overkomen dat sedertdien gestadig mijne gedachten bezighoudt en, eerzame lezer, oorzaak is dat dit boeksken in uwe handen viel.

Ik ben, gelijk vader het was, kleermaker van ambacht, en heb nooit gewenscht iets anders te zijn of te

[pagina 6]
[p. 6]

worden. Zonder mij te willen verhooveerdigen over mijne ootmoedigheid, mag ik toch wel zeggen dat eenvoud de grond van mijn karakter is.

Nooit zocht ik mij te bemoeien met andermans koeien, en 't eenigste dat mij in politiek bekommerde, was 't afslaan der lasten. Ik en mijne vrouw vroegen aan den arbeid enkel ons dagelijksch brood, en in zijne goedheid liet God er ons nog een appelken tegen den dorst bij sparen. Dat was mijn gansche levensgeschiedenis, tot den stond toe dat op mijn wandelweg die onzalige steen kwam gerold die mijne rust heeft verschuwd, mijne vreugde vergald, en mij aan den dag van morgen met kommer doet denken.

Een van mijn vrienden, Jules Peetersen, dolle spiriet, wien ik toevallig vaders spreuk mededeelde, daagde mij uit met hem den tempel te bezoeken waar de geesten verhoor verleenen. Die tempel is gelegen op 't eerste verdiep van een koffiehuis, dicht bij een openbaren tuin. Twee cederboomen, zonen van den Libanon, verheffen daar hunne zwartgroene kruin tot Vlaanderens zilveren hemel. In hunne takken, waar de wind het lied der ballingschap zingt, huizen, als vogels van dit vreemd gewas, de Geesten!

Ik liet mij gezeggen en stapte zekeren avond met mijn vriend de geestenkamer binnen: een groote, naakte plaats, met enkel stoelen en banken, en daar

[pagina 7]
[p. 7]

middentusschen het tafelken dat kloppen en klappen moest.

De taalman der spoken riep verscheidene dooden op, doch zij bleven allen doof en stom.

Zoo bang zij vroeger zullen geweest zijn de wereld te verlaten, zoo wars schenen zij nu terug onder de menschen te moeten komen.

Eindelijk geraakte het tafelken in beweging, dat heb ik permentelijk gezien; het ging zelfs, gelijk Brabo ter Groote Markt van Antwerpen, op éénen poot staan, en begon van dan voort geregeld door te hameren, gelijk een neerstige schoenmaker op zijnen klopsteen.

Ik moet het bekennen, mijn hert hamerde meê!

A.. B.. C.. D.. telden de aanwezigen bij iederen klop, en de letter waarbij het tafelken stil viel was de ware Jacob die, bij de andere letters gevoegd, woorden vormde. Zoo kwam profeet Daniël in gesprek met de geloovigen der spirietenkerk, en na hem vele evenvermaarde mannen en vrouwen uit de verstorvenste oudheid.

Allen klopten nog raadselachtiger dan zij bij levenstijd gesproken hadden. Ik kon maar niet begrijpen waarom men niet liever iemand opriep die nog geen twintig eeuwen in slaap gevallen was.

- Mag ik ook eens iemand dagen? vroeg ik Jules.

[pagina 8]
[p. 8]

- Zeker, steek maar uwen vinger op.

Als mij nu 't woord werd verleend, gaf ik den wensch te kennen dat men mij in betrekking zou stellen met mijn vriend Van Zon-zaliger, den bakker uit de Zwaanstraat die, vier jaar geleden, zijn broos bestaan, zijne nog tamelijk jonge vrouw, en een aanzienlijke klandizie, tegen het eeuwige had verwisseld.

Ik heb met Frans Van Zon meer dan duizendmaal op de ton gespeeld in het ‘Haasken’. Hij bakte al mijn brood, ik maakte al zijn broeken, en bij dit wederzijds hongerigen spijzen en naakten kleeden, waren wij twee dikke vrienden geworden.

Van Zon was een dier vertrouwbare bakkers van den ouden eed; voor de worstebrooden, bijvoorbeeld, mocht men van hem zeggen gelijk van zoo menig staatsman, kerkvoogd, oorlogsheld: men kon hem wel opvolgen, maar vervangen, nooit.

Zijn weduwe trouwde den eersten gast, zoo gauw hare wanhoop en de Wet het haar toelieten, en welhaast was het paar, de bakkerij, de winkel, heel de doening in een woord, eene zaak die, gelijk vele dingen op aarde, met veranderen dezelfde was gebleven. Van Zon's opvolger sprong in Van Zon's kleeren, sliep in zijn ledekant, brak het brood met zijne vrouw, en hoorde hare bedsermoenen aan met dezelfde gelatenheid als zijn voorganger. De naam alleen boven

[pagina 9]
[p. 9]

de deur werd veranderd. Niet meer Van Zon- maar Van der Maan-Janssens stond er nu te lezen, 't geen begijntje Meyers in zijne simpelheid eerst deed veronderstellen dat de tweede man familie was van den eersten.

De naam van de vrouw werd niet herschilderd; hij kon gemakkelijk tot een volgenden keer wachten; zoo goed hield de verf.

Ik vroeg dus: Van Zon..., Frans Van Zon..., maar alles bleef stil.

Ik en zal de waarheid noch onder stoelen noch onder banken steken; het was mij alzoo liefst. Toen ik den geest opriep, stond ik versteld over mijn stoutheid, en in mijn binnenste sprak de inwendige mensch, die altijd tusschenkomt in ernstige omstandigheden: ‘Dwazerik, hij moest u eens vragen wat ge van hem hebben wilt?’

Als ik nu zeker wist dat er geen antwoord te vreezen viel, stak mijn ongeloof zijne twee hoornen weer op: Vader had gelijk, jubelde ik; laat de spoken van mij ook maar 'nen ezel maken, als ze kunnen!

- Jules, zei ik om mijn vriend te tergen, zou ik dat tafelken daar niet mogen van naderbij zien? Dien polka van zooeven betrouw ik geen zier.

[pagina 10]
[p. 10]

Hij beet op zijn lip en ging op een anderen stoel zitten.

De profeten Jeremias, Job en Habakuk die nu weer aan 't woord waren, gelukten er niet in mijn mistrouwen te overwinnen.

Zij antwoordden nochtans met de meeste bereidwilligheid en schenen blijde nu eens over 't verleden te kunnen handelen, na hun leven lang de toekomst te hebben voorspeld.

Het begon mij effenaf te verdrieten, en ik geeuwde zoo aan een stuk dat het bijna de moeite niet meer was mijnen mond nog toe te doen. Beleefdheidshalve ging ik in een hoek zitten.

Mijn geest vloog gedurig in en uit mijn bovenkamer, gelijk een jonge duif op en af hare til. Nu en dan trachtte ik een profeet af te luisteren, maar de vaak hield mijn kijkers half toe, en na korten tijd hadden ze goed te kloppen, mijn ooren werden doover en doover en mijn oogen sloten voor goed.

Ik was, och arme, hier gekomen om andermans geest te ontmoeten, en zie, daar vloog mijn eigen geest zelf weg, naar de takken toe van die vreemde boomen, die in den donkeren avond over hun ballingschap stonden te treuren!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken