Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaemsche poëtiek (1854)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaemsche poëtiek
Afbeelding van Vlaemsche poëtiekToon afbeelding van titelpagina van Vlaemsche poëtiek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.87 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaemsche poëtiek

(1854)–Edward Vermandel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 9]
[p. 9]

Inleiding.

De mensch is een geestig, zinnelyk wezen. Als zoodanig kan hy weten en handelen. B.V. Hy weet dat een boom een zeker voorwerp is, en hy handelt wanneer hy dien boom snoeit. In zoo verre hy in de handeling eene bepaelde ervarenheid heeft bekomen, kennen wy hem kunst toe. Aldus bestaen er verscheidene kunsten, als draeikunst, schryfkunst, teekenkunst, enz.

Wanneer de kunst het schoone voorstelt, heet zy de schoone kunst. Wy nemen het schoone, 't zy door het oog, of door het oor, de twee edelste zintuigen, of door de zuivere verbeelding waer, en zoo heeft de schoone kunst ook, 't zy voor het oog, 't zy voor het oor, of voor de zuivere inbeelding, iets daer te stellen.

[pagina 10]
[p. 10]

Brengt de schoone kunst iets voor het oog voort, b.v. door omtrekken en verwen, als schildering; door geheele lichamen, als beeldhouwery, enz. dan noemt men ze plastiek; stelt zy iets voor het oor, by middel van toonen voor, zoo heet men ze muzyk; schept zy iets voor de zuivere verbeelding, met hulpe van de tael, zoo wordt zy dichtkunst, poëzy, genoemd.

Wel is waer, dat ook de dichtkunst, evenals de muzyk, de toonen noodig heeft; doch hier is het alleen als teeken tot opwekking van de voorstellingen, waerdoor zy werken wil. Overigens, zyn die teekens, ook als loutere toonen, voor eene eigenaerdige schoonheid vatbaer, waerdoor de dichterspraek zich van de gemeene tael onderscheidt.

Wil men het wezen der dichtkunst navorschen, zoo onderscheide men haren inwendigen ontwikkelingsgang van de uiterlyke stof, waerin hy zich openbaert. Gene omvat, als 't ware, de ziel, deze, het lichaem der dichterlyke kunstwerken. Wy zullen over het eerste punt datgene beknopt uitleggen, wat met het begrip der hier bedoelde lezers geëvenredigd, en tot het nuttig gebruiken dezer poëtiek noodzakelyk is.

De dichtkunst stelt gebeurtenissen voor uit het menschelyke leven, alsook allerhande gemoedsstemmingen, natuertooneelen, toestanden uit de hoogere wereld, en loutere verbeeldings-scheppingen; op zulke wyze, dat men in de aenschouwbare, natuerlyk levendige beelden, de bewerkte voorwerpen zelve meent te zien, of zoo, dat de voorstelling zelve, in den strengen zin des woords, een getrouwe spiegel van het voorgestelde is, evenals dit, op ons werkt, en, naer gelang daervan sterke, aenhoudende, en zachte, overgaende, kortom, de menigvuldigste gevoelens in ons opwekt.

De dichtkunst werkt, door hare levendige voorstelling, 't zy,

[pagina 11]
[p. 11]

by verkiezing, op de geestige aenschouwingskracht des lezers of toehoorders, op de wyze der plastiek, of ook by voorkeur op het gemoed, in den zin der toonkunst. In het eerste geval noemt men ze plastische, in het tweede muzykalische of, naer de lyra (lier) der ouden, lyrische dichtkunst. De plastische dichtkunst heet episch, wanneer zy in den vorm des verhaels- en dramatisch, wanneer zy in den vorm der handeling verschynt. In gene, worden de gemoedstoestanden der persoonen benevens al wat hen omringt, afgemaeld; in deze, worden de gemoedstoestanden, in den vorm des gespreks, weêrgegeven, terwyl de uitwendige omstandigheden slechts even worden aengeduid.

Naest de eigenlyke dichtkunst, bestaet er ook eene didaktische, d.i. eene zulke, die te gelyker tyd de onderrigting ten doel heeft. Deze kan eveneens op de hierboven aengehaelde drievoudige wyze iets voorstellen, en aldus episch, dramatisch en lyrisch zyn.

Na deze drie dichtsoorten, de epische, de dramatische en de lyrische, hebben wy de gedichten dezer proeflezing gerangschikt, en verdeelen de voortzetting dezer ontwikkeling zoo onder het geheele, dat iedere proefsoort door eene beknopte verklaring wordt voorafgegaen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken