Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dichterlyke mengelingen (1833)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dichterlyke mengelingen
Afbeelding van Dichterlyke mengelingenToon afbeelding van titelpagina van Dichterlyke mengelingen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.32 MB)

Scans (65.20 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.06 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dichterlyke mengelingen

(1833)–J.F.C. Verspreeuwen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 36]
[p. 36]

Lied.

 
ô Hartvriendin! zeg, mag ik u
 
Nog eenmael wekken door myn lied,
 
Ik voel, myn hart ontvlamt tot u,
 
Daer liefde ons versche krachten biedt.
 
 
 
Eens zoog ik aen dat zoetste zoet
 
Van uwen mond zoo wonder schoon,
 
Op uwe lipjes rood als bloed
 
Plukte ik vaek roosjes tot myn loon.
 
 
[pagina 37]
[p. 37]
 
Op uwe wangen van kristael
 
En oogjes, als van diamant,
 
En op uw koontjes van korael
 
Zag ik myn zaligheid geplant.
 
 
 
En van die borstjes van yvoor
 
Kreeg ik het vuer, dat my doorkrielt,
 
En schoot er dan een straeltje door.....
 
Dan was ik even als ontzield.
 
 
 
En lachjes, kusjes en nog meer,
 
En handendruk en zoet gekriel,
 
Verblydden my zoo wonder zeer
 
Tot in het diepste van de ziel.
 
 
 
ô! Denk ik nog aen 's ochtends vroeg
 
Toen gy eens riept: ‘wie komt daer in?’
 
Ik nam uw hand, uw polsje sloeg,
 
Ik zeide: ‘lief dat is de min.’
 
 
[pagina 38]
[p. 38]
 
Dan werd ik straks door min verrukt
 
En voelde 't zaligend genot
 
Van 't doekje dat uw boezem drukt
 
En 't riemtje van uw rokje....... God!
 
 
 
Ik zeide: ‘liefste maek dat los
 
Dat doet u zeker felle pyn’
 
En op uw wangen schoot een blos
 
Gy stamelde: ‘dat moet zoo zyn.’ -
 
 
 
‘ô Liefste lief! wel neen, ô neen!
 
Dat moet toch immer zoo niet zyn,
 
Werp daer dat riemtje dra maer heên
 
Dat doet u zeker felle pyn’
 
 
 
En ziet! in 't riemtje was een knoop;
 
Ik zeide: ‘liefste! laet my doen:’
 
En ik herleefde straks in hoop
 
En gaf, ô hemel! zoen op zoen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken