Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914 (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914
Afbeelding van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914Toon afbeelding van titelpagina van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.97 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie
poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914

(1982)–Raymond Vervliet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

-13- [Aan de lezers van Het Antwerpsch Tooneel].

De toestand van ons Nederlandsch Tooneel is ver van verheugend te zijn. Ziedaar een feit dat geene nadere verklaring behoeft, aangezien al degene die zich met de zaak bezighouden het op dit punt volkomen eens zijn. Verscheidene oorzaken dragen daar de schuld van; het ligt niet op onzen weg al deze oorzaken heden te onderzoeken of te

[pagina 65]
[p. 65]

bespreken; eene enkele willen, wij nu slechts aanraken: de kritiek. Zonder namen te noemen moet wij verklaren, dat bevoegde mannen meer dan eens de pen hebben opgevat en puike besprekingen leverden, maar sedert eenige jaren trokken velen zich terug, juist alsof er niets meer te zeggen viel. Al wat er sedertdien over ons Nederlandsch Tooneel nog geschreven werd, waren voor het grootste deel aanbevelings- of enkel lofartikels, waar bitter weinig nut uit te trekken was én voor de toneelschrijvers én voor de tooneelspelers. De eenen zoowel als de anderen hebben daardoor dan ook hunne wezentlijke verdiensten zoo ver overschat, dat het bijna gevaarlijk is geworden nog te beproeven de juiste waarheid te zeggen, daar men zich dan blootstelt aan beschuldigingen van allen aard van wege de overbewierookten. Wij weten zulks en nogthans is het ons vaste voornemen tegen den ouden slenter in te gaan, daar wij anders geene reden van bestaan hebben. Onze onderneming is voor ons geene geldzaak, maar eene onweerstaanbare behoefte om ons Nederlandsch Tooneel, in de mate onzer krachten, zooveel mogelijk te verheffen. Ons verleden spreekt borg hoe wij die taak zullen trachten te volvoeren in de toekomst. Zonder aanzien van personen hebben we immer geschreven wat we dachten waar te zijn en dat zal onze gedragslijn immer blijven. Iets stelselmatigs zal er in onze handelwijze nooit liggen; heden, wanneer het gegrond is, zullen wij lof toezwaaien wien we gisteren, volgens ons geweten, dachten te moeten hekelen. Persoonlijkheden waren en blijven ons onbekend en onze aanmerkingen zullen nimmer van aard zijn iemand te kwetsen. De kleine zwakheden van den kunstenaar met opzet aanstippen en vooruitzetten, met verzwijging zijner goede hoedanigheden valt evenmin in ons plan; zulke kritiek is ontmoedigend en wil men de zaak dienstig zijn, dan moet de kritiek aanmoedigend wezen, zonder daarom te vervallen in blinde loftoezwaaiing.

***

Al de artisten van den Nederlandschen Schouwburg - wij denken het ten minste - behooren tot onze vrienden; als dusdanig waren we immer bereid, wanneer eene gelegenheid zich voordeed, hun die kleine diensten te bewijzen die de eene mensen de andere verschuldigd is. Het is onze wensch daar geene verandering aan te brengen, wat niet belet dat wij, eens dat er kwestie is van ons blad, den vriend moeten vergeten, om enkel den kunstenaar in het oog te hebben en hem te wijzen op zijne zwakheden en gebreken.

***

Voor den bestuurder zullen wij zijn wat hij zelf willen zal. We kunnen hem niet meer vragen dan de stipte naleving van zijn lastkohier, dat slechts het minimum bevat van hetgene de stad, in aanzien der geldelijke ondersteuning, vergen kan. Ondanks het gansch tegenovergestelde standpunt waarop wij ons bevinden, daar voor hem de hoofdzaak is: geldverdienen, en voor ons: kunst, hopen we niettemin immer in de beste verstandhouding te leven.

***

Ook den Toneelraad zouden we dit jaar wat meer teken van leven willen zien geven; dit lichaam is geroepen aan ons tooneel wezenlijke diensten te bewijzen op voorwaarde dat het werke en alle macht niet aan een of twee personen overlate.

***

Ten slotte een woord van dank aan de talrijke personen die ons door hunne inschrijvingen ondersteunden, zoodanig dat het bestaan van ons blad van nu af voor het

[pagina 66]
[p. 66]

gansche jaar verzekerd is. Aan ons thans te trachten ons dit vertrouwen volkomen waardig te maken.

a.Het Antwerpsch Tooneel.
b.Orgaan der Abonnementen en Bezoekers van den Nederlandschen Schouwburg.
c.Antwerpen.
d.Drukker: B.J. Mees, Congresstraat 24, Antwerpen.
e.‘A.an onze lezers!’
f.1e jg., nr 1, 13 september 1884, p. 1.
g.Ondertekend: E.V.B. = edward van bergen, hoofdredacteur van dit weekblad (Antwerpen 183-Naaldwijk 1937). Handelsbediende, hoofd van de havenpolitie (1877-1881), secretaris van het Weldadigheidsbureau te Antwerpen. Vestigde zich later als drukker te Naaldwijk (Nederland). Werkte mee aan diverse literaire tijd schriften en theaterkranten.

Auteur van talrijke toneelstukken: Rubens' jeugd. Tooneelspel in I bedrijf (1877); Schijn bedriegt. Tooneelspel in 1 bedrijf [1879); De Geldduivel (bewerking naar H. Conscience; 1879); Anoniem. Tooneelspel in één bedrijf(in samenwerking niet V.A. Dela Montagne; 1880); Herman en Dorothea. Tooneelspel in 2 bedrijven en 3 tafereelen. Bewerking naar het gedicht van W.J. von Goethe (1881); Pekdraad en geldzak. Tooneelspel in één bedrijf (1882); teentje. Tooneelspel in 3 bedrijven (1884); Het geheim van Germaine, Tooneelspel in één bedrijf(1884); De jenever. Volksdrama in één bedrijf, vrij bewerkt naar het Fransch van E. Bedinghaus (1885); De spaarbank, tooneelspel in één bedrijf, vrij bewerkt naar het Fransch van V. Lefèvre (1885); De Spaansche Furie of Antwerpen in 1576. Historisch drama in vijf bedrijven, en zes tafereelen (z.j.); Galeswintha, historisch drama in 5 bedrijven (1912). De plaag der dorpen, bewerkt naar den roman van H. Conscience (1912). Zijn beschouwingen over toneel bundelde hij onder de titel Ons tooneel. Losse gedachten (1884). Vier novellen bundelde hij onder de titel: Vreemde bloemen (1882). Hij schreef ook enkele monografieën, o.m. over: Filips Marnix van Sint Aldegonde (1875; 18802; 18833); Catherina Beersmans. Een blik in haar leven (1881); Calderon. Zijn leven en zijne werken (1883). Schreef ten slotte nog enkele historische schetsen, in het bijzonder over de locale geschiedenis van Antwerpen en Naaldwijk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Het Belfort

  • over De Boomgaard

  • over Dietsche Warande

  • over Dietsche Warande en Belfort

  • over La Jeune Belgique

  • over Ontwaking

  • over Het Pennoen

  • over Van Nu en Straks

  • over Vlaamsche Arbeid

  • over De Vlaamsche School

  • over De Vlaamse Gids

  • over De Vlaamsche Vlagge

  • over Vlaanderen


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Edward van Bergen