Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914 (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914
Afbeelding van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914Toon afbeelding van titelpagina van De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.97 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie
poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914

(1982)–Raymond Vervliet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

-45- C. Huysmans: [Programmaverklaring van het Limburgsch Jaarboek]

Toen Doornkapper onlangs zijne Drada uitgaf, waarover ik in een plaatselijk blad breedvoerig gewaagde, sprak ik natuurlijk als inleiding over onze Limburgsche poëzie. Ik teekende de namen onzer oude en jongere schrijvers op, ging onzen weg op letterkundig en wetenschappelijk gebied na, en vond als gevolgtrekking dat onze gouw wat beters verdiende dan het meesmuilen onzer Viaamsche en Hollandsche goeie broeders, welke vaak (ook soms met recht) vragen of de vale heide den Limburger indroomt lijk 'ne gemeene spoorwagen van Hasselt-Maeseyck.

Welk doeltreffender antwoord konden wij bijbrengen dan het bewijzen van werkkracht, ondanks eene geringe bevolking en moeilijke verkeermiddelen, ondanks zeld-

[pagina 225]
[p. 225]

zame boekendrift bij gebrek aan kundige centrums, ondanks de steeds verminderende aanmoedigingen in onzen tijd van stoffelijk pogen.

Het stichten van een ‘Jaarboek,’ waar de liefhebbers van ‘poëtenconste’ en wetenschappelijk onderzoek zonder kosten bij het Nederlandsen lezend publiek zouden worden ingeleid, welde zoo tevens in het brein van Drada's zanger en zijn bespreker op. Want kijk! de Société scientifique et littéraire du Limbourg die niet wettelijk afgestorven mag heeten, schijnt met een uitterende sluimering bevangen; de Vlaamsche Broeders wier jaarboeken even als Milis' Hekel en Luim in de taal des volks opgesteld waren, bestaan sedert lang niet meer; de Melophielen, wier levenskracht door het verschijnen van den 28en jaargang hunner Bulletins worden betuigd, schrijven doorgaans in het fransch; het zoo verdienstelijk 't Daghet in den Oosten eindelijk, is enkel op het gebied van volkskunde en geschiedenis te huis.

Er was dus plaats te over voor een Jaarboek, dat de werkkracht van het heden zou verbinden met het volbrachte uit het verleden, dat van karakter en onderwerp populair en onafhankelijk, wetenschappelijk en letterkundig wezen zou: letterkundig om hooger gemelde redenen, wetenschappelijk, daar dit veld nog grootendeels braak ligt in Limburg, populair daar wat over het volk ook voor het volk geschreven wordt, onafhankelijk, daar de vrije meening zonder smalen op een anders denkende iedereen bevredigt.

Het samentrommelen der noodige mannen vergde vrij wat schrijvens.

Op 24 April 11. vergaderden dan enkele mannen van goeden wille als HH. Prenau, Cuvelier, Doornkapper en Huysmans, (de H. Schrijvers, Duqué, Maesen, Buckinx en Qaedvlieg waren dien dag verhinderd te komen) stelden voor eene Limburgsche Maatschappij voor Letterkunde en Wetenschap te stichten en bespraken een ontwerp van standregelen; weldra ontvingen wij blijken van aanmoediging en deelneming, geteekend door gekende Limburgers als de HH. Schaepkens, Brans, Geraets, Sauwen, Van Neuss, Stinissen, Bamps, Ghinéau, Straven, Sevens en anderen.

Wij rekenen het ons als een plicht aan een woord dank te sturen aan de heeren provinciale raadsleden. Van Bockryck, graaf de Renesse, ridder de Borman, Van Willighen, Gielen, Djef Anten en andere voor bewezen en beloofde ondersteuning, aan de Maatschappij de Melophielen van Hasselt, de heeren L. Clercx, H. Van Neuss, T. Sevens, en J. Stinissen voor het aanvullen onzer boekerij, aan onze oudere medewerkers voor hunne vaderlijke bescherming, aan alle jaarboekers eindelijk, wier pen, hopen wij, het werk zal blijven voortzetten dat dank hun streven voor de eerste maal van de pers komt. De goede uitslag dien een enkele schrijver niet zou verhopen is gemakkelijk door de omgevende propaganda van een twintigtal taaie Limburgers verwezenlijkt.

Lezers zullen misschien verscheidene hun gekende namen in het letterkundig gedeelte missen en ons verplichten deze leemte door kennisgeving aan te vullen.

Wij betreuren ook dat de tijd ons niet toegelaten hebbe bijdragen van meer Hollandsen-Limburgers te bekomen: hunne medewerking zal eene nieuwe aanbeveling voor toekomend jaar wezen.

Van nu af kunnen wij eenige bijdragen aankondigen van 't aanstaande Jaarboek: over Limburgsche Wijsgeeren door Karel Sarolea, artikel welk door een vertrek naar den vreemde dees jaar niet kon ingeleverd worden, Limburgsche Verstootelingen, taalstudie door R. Schrijvers, Limburg onder krijgsoogpunt door Luit. Ruth, de Limburgsche Sproke, de L. Flora, L. Toponymie, de Duivel in het Maestrichtsch Paaschspel, Een Zichtboek der gemeente Heysselt, enz. Verhandelingen over Limburgsche Schilders, L. Kasteelen, L. Kwakzalvers en Heelmeesters, L. Drukpers, L. Aardkunde enz. zouden hoogst welkom zijn.

[pagina 226]
[p. 226]

Er werd wel eens gezegd: Poëten zijn profeten. Daarom dichtte Doornkapper het volgend sonnet:

 
De Dietsche gouwe was een welige aard.
 
Waar, in de hooge wouden allerwegen
 
De vogelzangen van den blijden Maart
 
Met 't ruischen van de zomerwinden stegen.
 
 
 
Een enkle plek was in dien wijden gaard,
 
(Zij scheen wel sinds een eeuw in slaap gezegen!)
 
Waarin noch bloem noch bronne werd ontwaard.
 
En waar de zangtaal lange had gezwegen.
 
 
 
Thans rekt de Maas haar armen over 't land,
 
En drukt den Scheldevloed een forsche hand.
 
En zie! Een bonte bloementuin rijst op,
 
 
 
De grond ontwaakt, de den schudt zijnen kop.
 
Gezangen vloeien uit zijn welfsels neér
 
En dreunen meê met gansch het dietsche heer.

Oogstmaand, 92.

 

a.limburgsch jaarboek.
b.Wetenschappelijke en Letterkundige Bijdragen.
Motto: ‘Die blumen springent an der heide’ (Van Veldeke, lied III, 17).
c.Bilzen.
d.Drukker: L. Simons & J. Bollen, Bilzen.
e.‘Voorwoord’.
f.1e jg., 1892-'93, pp. 5-6.
g.camille huysmans* (Bilzen 1871-Antwerpen 1968), filoloog, socialistisch politicus, journalist, secretaris van de Tweede Internationale. Hij was medeoprichter van het Limburgsch Jaarboek, waarvan hij tot 1896 een trouw medewerker bleef.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Het Belfort

  • over De Boomgaard

  • over Dietsche Warande

  • over Dietsche Warande en Belfort

  • over La Jeune Belgique

  • over Ontwaking

  • over Het Pennoen

  • over Van Nu en Straks

  • over Vlaamsche Arbeid

  • over De Vlaamsche School

  • over De Vlaamse Gids

  • over De Vlaamsche Vlagge

  • over Vlaanderen


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Joris-Karl Huysmans